In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser had aanvragen voor zorgtoeslag ingediend voor de jaren 2006 tot en met 2009 en 2011, maar deze aanvragen waren te laat ingediend. De rechtbank oordeelde dat eiser een actieve houding diende aan te nemen bij het aanvragen van de zorgtoeslag en dat de wettelijke termijn voor het indienen van aanvragen niet was nageleefd. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond voor de uitspraak op bezwaar van 3 juli 2013, maar ongegrond voor de overige jaren. Eiser had aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van de mogelijkheid om zorgtoeslag aan te vragen, maar de rechtbank oordeelde dat de verantwoordelijkheid voor het tijdig indienen van aanvragen bij eiser lag. De rechtbank vernietigde de uitspraak op bezwaar van 3 juli 2013 en verklaarde het bezwaar voor het jaar 2010 niet-ontvankelijk. De rechtbank benadrukte dat er geen verplichting bestaat voor de Belastingdienst om burgers actief te informeren over de mogelijkheid om toeslagen aan te vragen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.