ECLI:NL:RBDHA:2013:16261
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over het nareisbeleid en gezinshereniging in het asielrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 29 november 2013, betreft het een beroep van een Somalische eiseres tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarbij haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor gezinshereniging werd afgewezen. De rechtbank behandelt de toepassing van het nareisbeleid in het kader van de Gezinsherenigingsrichtlijn en de Vreemdelingenwet 2000. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een mvv, maar de staatssecretaris stelde dat zij niet voldeed aan de voorwaarden omdat zij niet aannemelijk had gemaakt dat zij ten tijde van het vertrek van haar referent uit Somalië feitelijk tot zijn gezin behoorde. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is en dat het onderscheid in behandeling tussen asielvergunningen op verschillende gronden niet objectief gerechtvaardigd is. De rechtbank vernietigt het besluit van de staatssecretaris en bepaalt dat er een nieuw besluit moet worden genomen, waarbij de uitspraak in acht moet worden genomen. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de eiseres.