Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- 1 juni 2011 tot en met 13 augustus 2011 te Roelofarendsveen, gemeente Kaag en Braassem, en/of
- 14 september 2011 tot en met 4 oktober 2011 te Zuidwolde, en/of
- 1 februari 2012 tot en met 14 augustus 2012 te Bleiswijk, en/of Breda en/of Tilburg en/of Bergen op Zoom en/of Assen en/of Roosendaal en/of Poeldijk en/of Hoek van Holland en/of Enschede, en/of
- 1 december 2011 tot en met 31 mei 2012 te Nieuwe Pekela en/of Breda en/of Tilburg en/of Bergen op Zoom, en/of
zijnde (een) geschrift(en) dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware die/dat geschrift(en) echt en onvervalst, bestaande die valsheid hieruit dat op genoemde documenten is aangegeven dat verdachte werkzaam is/is geweest bij [bedrijf] en hoeveel loon verdachte ontvangt/heeft ontvangen, terwijl de waarheid is dat verdachte niet werkzaam is (geweest) bij [bedrijf], bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte deze vorengenoemde loonstro(o)ken heeft verstrekt aan woningcorporatie Staedion teneinde een woning toegewezen te krijgen;
- die [slachtoffer 1] voorgehouden dat zij, [slachtoffer 1], in Nederland als oppas kon werken en/of
- de reis voor die [slachtoffer 1] van Bulgarije naar Nederland geregeld en/of
- die [slachtoffer 1] overgebracht, danwel laten overbrengen, naar één of meer locatie(s) voor verblijf en/of werkzaamheden en/of
- die [slachtoffer 1] in een hennepkwekerij/hennepstekkerij, althans een kas, tewerkgesteld en/of
- die [slachtoffer 1] in de huishouding tewerkgesteld en/of
- die [slachtoffer 1] niet, althans nauwelijks, betaald voor de werkzaamheden in de hennepkwekerij/hennepstekkerij, althans kas, en/of huishouding en/of geen, althans geen in verhouding staande, tegenprestatie geleverd en/of
- tegen die Hrystem gezegd dat als zij, [slachtoffer 1], niet zou luisteren zij terug zou moeten naar Bulgarije, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat die [slachtoffer 1] in Bulgarije mishandeld zou worden/werd
- die [slachtoffer 2] in een hennepkwekerij/hennepstekkerij, althans een kas, tewerkgesteld en/of
- die [slachtoffer 2] voor de werkzaamheden in de hennepkwekerij/hennepstekkerij, althans kas, een (zeer) lage vergoeding uitgekeerd en/of
- die [slachtoffer 2] vervoerd, danwel laten vervoeren, naar één of meer locatie(s) voor het uitoefenen van de werkzaamheden in de hennepkwekerij/hennepstekkerij, althans kas, en/of
- die [slachtoffer 2] zes, althans meer dan vijf, dagen per week gedurende 12, althans meer dan acht, uren per dagen laten werken en/of
- tegen die [slachtoffer 2] gezegd “dat zij niet mocht vertellen dat zij in een kas werkte, want anders”, althans woorden van gelijke strekking, waardoor die [slachtoffer 2] bang werd
- die [slachtoffer 3] in een hennepkwekerij/hennepstekkerij, althans een kas, tewerkgesteld en/of
- die [slachtoffer 3] instructies gegeven over hoe hij de hennep(stekken) moet behandelen en/of welke werkzaamheden hij, [slachtoffer 3], moest doen in de kas en/of
- die [slachtoffer 3] zeven, althans meer dan vijf, dagen per week, gedurende 15, althans meer dan acht, uren per dag laten werken en/of
- die [slachtoffer 3] (onder schrijnende omstandigheden) gehuistvest in de kas terwijl dat verblijf niet verwarmd was en/of niet geschikt was voor bewoning en/of niet geschikt was als slaapvertrek en/of er geen eten aanwezig was en/of
- die [slachtoffer 3] niet betaald voor voornoemde werkzaamheden en/of geen tegenprestatie geleverd en/of
- de telefoon van die [slachtoffer 3] afgepakt en/of
- tegen die [slachtoffer 3] gezegd “als je gaat stoppen met werken, dan laat ik je kop vliegen”, althans woorden van gelijke strekking
- mensenhandel, als bedoeld in 273f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het uitbuiten en/of tewerkstellen van een of meer slachtoffer(s) in een hennepkwekerij/hennepstekkerij, althans een kas, en/of in de huishouding en/of
- het kweken en/of afleveren van hennepstekken, als bedoeld in art. 3 van de Opiumwet.
3.Voorvragen
4.Rechtmatigheid van het onderzoek
5.Bewijsoverwegingen
“Je had toch gezegd dat er vijf stuks nodig waren.”[medeverdachte 6]:
“Okee, okee.”
“Ik ben gegaan naar [naam 1] (fon) die maand, 15 genomen en er was 10 binnen, heb (volgeladen) en ben heen en terug geweest.”
“6665 LL 14 Driel”Dat is de postcode en plaats van het kassencomplex in Driel.
“Is goed heb jij die lelies bestrijdingsmiddelen toegediend. Is het goed/mooi geworden?”[medeverdachte 6]:
“Is het beter als je even zelf komt kijken.”[medeverdachte 6] zegt dat [verdachte] om half vier hier moet zijn. De paalgegevens geven de locatie [adres 12] te Driel aan als de locatie van [medeverdachte 6].
“Ik ga even naar de andere kant, ik zal kijken wat voor stront daar is.”
“Heb jij nog nieuws over zwager die vast zit.”
“Wat is er gebeurd.”[vrouw verdachte]:
“Ik weet het niet, men zegt dat er geen gehoord is.”[verdachte]:
“Oh ze nemen hun telefoon niet op.”[vrouw verdachte]:
“Ja.”[verdachte]:
“Ik weet het niet. Is goed tot ziens.”
“Grote locatie/plaats?”[verdachte]:
“Ja.”[medeverdachte 2]:
“Ik had tegen jou gezegd.”[verdachte]:
“Is goed, laat maar het is gevaarlijk door de telefoon.”
“Ja ik weet het niet maar 10.00 uur was uh gebeurd dus.”
“Is het er nog? Dat wat jij mij hebt verteld?”[verdachte]:
“Dat wat jij mij hebt gezegd... kijk maar op internet. Die zou stront hebben gegeten.”
- Op 22 mei 2012 om 19.12 stuurt [verdachte] een sms naar [slachtoffer 4] met de tekst: [adres 6]. Bleiswijk. Postcode [postcode].
- Op 22 mei 2012 om 19.15 uur belt [verdachte] naar [slachtoffer 4]. [verdachte] maakt ten tijde van dit gesprek gebruik van een zendmast te Bleiswijk. [verdachte] vraagt in dit gesprek aan [slachtoffer 4] of zij samen met [naam 4] daar naar toe wil komen en als [naam 4] het mooi vind zij gelijk morgen kunnen beginnen met werken. Hij gaat vast bestrijdingsmiddelen hier doen. [slachtoffer 4] vraagt of zij eten mee moet nemen. Dat is niet nodig volgens [verdachte].
- Op 22 mei 2012 om 20.08 uur belt [verdachte] naar [slachtoffer 4]. [verdachte] vraagt waar [slachtoffer 4] blijft. [slachtoffer 4]: buiten bij de deur. [verdachte]: het adres dat ik je heb gegeven dus? [slachtoffer 4]: ja.
“die stekken moeten hier weg.”[verdachte] vroeg of het gezien was. [medeverdachte P.] zei dat de huurbaas was geweest en dat het er vandaag uit moest. [verdachte] zei dat hij zorgt dat het spul vandaag weg gaat. [medeverdachte P.] ging kijken of hij het in kartonnen dozen ging doen. [verdachte] ging een bus regelen en kwam het vanavond halen. [medeverdachte P.] wilde weten hoe laat [verdachte] kwam en zei hem:
“Dat heb ik je al 1000 keer gezegd! Omdat je iedere keer zo aan het klooien bent 's nachts wordt er over geluld!”Om 14:45 uur belde [medeverdachte P.] weer met [verdachte]. [medeverdachte P.] zei dat hij de makelaar had gezien en dat deze had gezegd dat ze er morgen om 11 uur uit moesten zijn. [verdachte] zei dat hij onderweg was.
“de dinges al dus ehh nou is helemaal schoon.”[medeverdachte P.] zei dat hij met [verdachte] morgen naar het andere pand ging. [146]
“Ga jij morgenochtend vroeg water geven allebei kamer.”[medeverdachte P.] zei dat hij dat wel deed. [147]
“twee kamers bij die ouwe vol staan”en dat ze dat mochten hebben. [148]
“Me pa gesproken, je mag de Volvo halen. Koelcel mag je ook, [naam 6] zyn kamers zitten vol met planten die mag je ook houden maar de borg wilt hy terug omdat we nu in geldnood zitten. Gr” [149]
- Op 23 april 2012 om 23.00 uur zegt [verdachte] tegen [medeverdachte P.]: broer, die vrouwen beginnen morgenochtend rijen he. [medeverdachte P.]: Oh mooie vrouw? [verdachte]: Ja.
- Op 24 april 2012 om 20.32 uur vraagt [medeverdachte P.] aan [verdachte]: die vrouw komt morgen ook nog? [verdachte]: Die vrouw onderweg. [verdachte]: Als die vrouw hier is, ik gelijk nemen mee. [medeverdachte P.]: Ik wilde gewoon euh…je moet maar zien als het niks is dan euh…hahahaha doe ik ze weer terug. [verdachte]: Ja natuurlijk. Maar ik brengen wel toch? [medeverdachte P.]: Ja….maar is die andere niet beter broer? [verdachte]: Andere komt 3 mei. [verdachte]: Jij eerst die kijken, is niet goed, dan die andere. [medeverdachte P.]: Ja, das ook goed.
20 maart 2012 om 17:15 uurbelt [verdachte] naar [medeverdachte H.], de (ex)echtgenote van [slachtoffer 3]. [verdachte] vraagt of Gulhan thuis is. Zara corrigeert hem en zegt dat [slachtoffer 3] thuis is. [verdachte] zegt dat hij vanavond komt praten. Hij gaat dan beginnen met werken en zal ergens blijven.
20 maart 2012 om 19:01 uurbelt [verdachte] naar [medeverdachte H.]. Zij moet van [verdachte] tegen haar man zeggen dat waar hij gaat om te werken, daar moet hij twee maanden blijven en ook overnachten.
21 maart 2012 om 18:29 uuris er een gesprek tussen [verdachte] en [betrokkene 9]. [betrokkene 9] vraagt of hij [slachtoffer 3] heeft meegenomen. [verdachte] zegt ja, die komt twee maanden niet terug. [betrokkene 9] vindt dat goed, zo kan hij geld verdienen. [verdachte] zegt dat [slachtoffer 3] zich daar bezig kan houden met lelies. Hij zal daar niet alleen zijn, want er zal na 1 à 2 weken wel vier Nederlanders naar hem toe gaan.
22 maart 2012, 17:09 uuris er een gesprek tussen [verdachte] en [slachtoffer 3]. [verdachte] vraagt wat [slachtoffer 3] aan het doen is. Deze vertelt dat 'ze' de sleutel op de buitendeur zijn vergeten. [verdachte] vraagt of 'ze' weggegaan zijn.
10 april 2012 om 11:30 uuris er een gesprek tussen [medeverdachte H.] en [slachtoffer 3]. [medeverdachte H.] vraagt hoe het gaat. Hij heeft zich al drie weken niet geschoren. Hij heeft ook niet gedoucht omdat het er te koud is. [medeverdachte H.] is daar verontwaardigd over. Hij kan ook niet zijn gezicht wassen of zijn tanden poetsen. Hij heeft het ook erg koud daar. Zijn vingers zijn gevoelloos geworden. [medeverdachte H.] zegt dat zij een verrassing voor hem heeft en iets te bespreken, wanneer hij komt. Misschien gaat hij daar boos over worden of gaat hij schreeuwen. Zij is er bedroefd over.
11 april 2012 om 23:31 uuris er een gesprek tussen [medeverdachte H.] en [slachtoffer 3]. [slachtoffer 3] vraagt waar [medeverdachte H.] is. [medeverdachte H.] zegt: "In het huis, maar niet bij ons thuis. In het andere huis." [slachtoffer 3] vraagt wat ze doet. [medeverdachte H.] zegt: "(ntv) medicijnen/bestrijdingsmiddelen." [slachtoffer 3] vertelt dat Hij verkleumd is van de kou. Hij heeft hoofdpijn. Hij moet ook overgeven als hij iets eet. [medeverdachte H.] heeft medelijden met hem.
21 april 2012 om 09:30 uurstuurt [slachtoffer 3] aan [verdachte] een sms met de volgende inhoud: “Broer, ik zou je niet willen storen, maar. .. ik heb geen brood en .... ik heb geen sigaretten.”
21 april 2012 om 15:02 uuris er een gesprek tussen [verdachte] en [slachtoffer 3].
23 april 2012 om 16:08 uuris er een gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 6].
6 mei 2012 om 23:39 uuris er een gesprek tussen [medeverdachte H.] en [verdachte]. [verdachte] zegt dat hij daar zijn leven en zijn bloed heeft ingestoken en daarom een goed gesprek met hem zal hebben. [verdachte] zegt dat hij over een paar dagen geld krijgt en dat hij dan het geld van [medeverdachte H.] en dat van haar man zal geven. [verdachte] zegt dat de man van [medeverdachte H.] een probleem is en problemen veroorzaakt. [verdachte] zegt nogmaals dat wanneer hij het werk accepteert hij beide telefoons van haar man zal afpakken. [verdachte] zegt: “Kijk jij moet ook heel slim zijn, deze werk voor mij is heel belangrijk. Jij moet proberen nog drie weken aardig tegen hem te doen, want deze drie weken zijn voor mij heel belangrijk. Ik heb aan alle bedrijven bij elkaar aan 150 a 160 duizend lira schulden. Heb jij begrepen ik wil dat je aardig tegen hem doet. Over drie weken mag je hem schoppen of in de vuilnis doen. Heb jij begrepen wat ik er mee bedoel?” [medeverdachte H.]: “Ja ik heb het begrepen.”
13augustus 2011 te Roelofarendsveen, gemeente Kaag en Braassem, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad (op perceel [adres 2]) 145400 hennepstekken en 5830 hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
13augustus 2011 te Roelofarendsveen, gemeente Kaag en Braassem, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, (op perceel [adres 2]) een grote hoeveelheid hennepstekken en hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
23 maart 2012tot en met 31 mei 2012 te Nieuwe Pekela, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (op perceel [adres 13]) een hoeveelheid hennepstekken en/of hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders voormeld opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
- 1 juni 2011 tot en met 13 augustus 2011 te Roelofarendsveen, gemeente Kaag en Braassem, en
- 14 september 2011 tot en met 4 oktober 2011 te Zuidwolde, en
- 1 februari 2012 tot en met 14 augustus 2012 te Bleiswijk, en
- 4 april 2012tot en met 31 mei 2012 te Nieuwe Pekela en
éénof meer andere plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen telkens opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (grote) hoeveelheden hennepstekken en/of hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededaders voormeld opzettelijk verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
zijnde geschriften
diebestemd
warenom tot bewijs van enig feit te dienen, als ware die geschriften echt en onvervalst, bestaande die valsheid hieruit dat op genoemde documenten is aangegeven dat verdachte werkzaam is geweest bij [bedrijf] en hoeveel loon verdachte heeft ontvangen, terwijl de waarheid is dat verdachte niet werkzaam is geweest bij [bedrijf], bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte deze vorengenoemde loonstroken heeft verstrekt aan woningcorporatie Staedion teneinde een woning toegewezen te krijgen;
30 mei2012 te Nieuwe Pekela tezamen en in vereniging met anderen,
- die [slachtoffer 1] voorgehouden dat zij, [slachtoffer 1], in Nederland als oppas kon werken en
- de reis voor die [slachtoffer 1] van Bulgarije naar Nederland geregeld en
- die [slachtoffer 1] overgebracht, danwel laten overbrengen, naar één locatie voor verblijf en werkzaamheden en
- die [slachtoffer 1] in een hennepkwekerij tewerkgesteld en
- die [slachtoffer 1] in de huishouding tewerkgesteld en
- die [slachtoffer 1] niet betaald voor de werkzaamheden in de hennepkwekerij en geen in verhouding staande tegenprestatie geleverd
- die [slachtoffer 3] in een hennepkwekerij tewerkgesteld en
- die [slachtoffer 3] instructies gegeven over hoe hij de hennep
- die [slachtoffer 3] meer dan acht uren per dag laten werken en
- die [slachtoffer 3] (onder schrijnende omstandigheden) gehuisvest in de kas terwijl dat verblijf niet verwarmd was en niet geschikt was voor bewoning en niet geschikt was als slaapvertrek en er geen eten aanwezig was en
- die [slachtoffer 3] niet betaald voor voornoemde werkzaamheden en geen tegenprestatie geleverd en
- de telefoon van die [slachtoffer 3] afgepakt en
- tegen die [slachtoffer 3] gezegd “als je gaat stoppen met werken, dan laat ik je kop vliegen”,
- mensenhandel, als bedoeld in 273f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij die mensenhandel onder andere bestond uit het uitbuiten en/of tewerkstellen van slachtoffers in een hennepkwekerij/hennepstekkerij en/of in de huishouding en
- het kweken en/of afleveren van hennepstekken, als bedoeld in art. 3 van de Opiumwet.