Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 20 november 2013 in de zaak tussen
[eiser], te [plaats], eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Westland, verweerder,
R en T B.V., te Poeldijk, vergunninghoudster,
Procesverloop
Overwegingen
Ter zitting heeft eiser aanvullend betoogd dat het projectgebied ligt in een gebied dat in het Westlands Verkeer en Vervoer Plan is aangeduid als “rest van de bebouwde kom” en niet in een “schil/overloopgebied” zoals verweerder stelt . Voor dat gebied geldt een hogere parkeernorm, zowel voor woningen in de dure prijsklasse als in de middenklasse, zodat dient te worden voorzien in negenentwintig respectievelijk zevenentwintig parkeerplaatsen. Eiser betwist dat kan worden uitgegaan van middeldure meergezinswoningen. Bij het niet meer voor handen zijn van de ASVV 1996, zoals verweerder heeft aangevoerd, had verweerder gebruik moeten maken van de ASVV 2012 en niet van de ASVV 2004. Voor de berekening van het aantal parkeerplaatsen mag volgens eiser alleen de bruto vloeroppervlakte van het ter plaatse nog aanwezige hoofdgebouw worden meegenomen.
De rechtbank ziet gelet op het vorenstaande dan ook geen grond voor het oordeel dat het door verweerder voor het bouwplan berekende benodigde aantal parkeerplaatsen onjuist is. Ook dit betoog van eiser slaagt niet.