ECLI:NL:RBDHA:2013:15870
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. de Haan
- J.M. Ghrib
- J.M.E.G. van Wezel
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van poging tot zware mishandeling en bedreiging
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 november 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1994, die werd beschuldigd van poging tot zware mishandeling en bedreiging. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, die onder primair, subsidiair en meer subsidiair waren geformuleerd. De zaak kwam ter terechtzitting op 22 augustus en 7 november 2013, waar de verdachte bijgestaan werd door zijn raadsman, mr. M.M. Kuyp. De officier van justitie, mr. R. van Geloven, had gevorderd tot veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en had ook een schadevergoeding van € 3755,80 geëist voor de benadeelde partij, [aangever].
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 11 mei 2013 aanwezig was in de jeugdinrichting Teylingereind, waar het incident plaatsvond. De aangever, [aangever], werd door meerdere jongens, waaronder de verdachte, benaderd en kreeg een kussensloop over zijn hoofd getrokken. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk een bijdrage had geleverd aan het incident. Het enkele feit dat de verdachte aanwezig was, was niet voldoende om tot een bewezenverklaring te komen.
De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij beoordeeld, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte werd vrijgesproken van de feiten waarop de vordering betrekking had. De rechtbank heeft de kosten van de verdediging van de verdachte, die tot op dat moment nihil waren, toegewezen aan de benadeelde partij. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. P. de Haan, mr. J.M. Ghrib en mr. J.M.E.G. van Wezel, in aanwezigheid van griffier mr. M.I. Jansen.