ECLI:NL:RBDHA:2013:15868
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. de Haan
- J.M. Ghrib
- J.M.E.G. van Wezel
- Rechtspraak.nl
Poging tot zware mishandeling van een medewerker van Forensisch Centrum Teylingereind
Op 21 november 2013 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van een poging tot zware mishandeling. De verdachte, geboren in 1994 en verblijvende in een jeugdinrichting, werd ervan beschuldigd samen met anderen een medewerker van het Forensisch Centrum Teylingereind, [aangever], te hebben aangevallen. De feiten vonden plaats op 11 mei 2013, toen de aangever in gesprek was met een jongere op zijn groep. Terwijl hij met zijn rug naar de deur stond, werd hij door de verdachte en medeverdachten aangevallen. Een kussensloop werd over zijn hoofd getrokken en stevig om zijn nek aangetrokken, terwijl hij tegelijkertijd op verschillende plekken werd geslagen en gestompt. De aangever wist uiteindelijk het alarm in te drukken, waardoor de aanvallers hem loslieten en wegrenden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij het geweld, maar niet kon worden bewezen dat hij de intentie had om de aangever te doden of zwaar letsel toe te brengen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan medeplegen van poging tot zware mishandeling. De officier van justitie had een gevangenisstraf van achttien maanden geëist, maar de rechtbank legde een gevangenisstraf van 240 dagen op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de aangever, die als benadeelde partij was opgetreden. De rechtbank oordeelde dat de vordering tot schadevergoeding gedeeltelijk toewijsbaar was, en legde de verdachte de verplichting op om een bedrag van € 1255,80 te betalen aan de aangever, vermeerderd met wettelijke rente.