ECLI:NL:RBDHA:2013:15759

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 november 2013
Publicatiedatum
21 november 2013
Zaaknummer
429208
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke inbreuk op televisieformat en grensoverschrijdend bevel voor EU-landen

In deze zaak vorderden de eiseressen, Raab TV Produktion GmbH, Brainpool TV GmbH en Banijay International Ltd., een verbod op de inbreuk van hun auteursrechten door de gedaagden, Eyeworks B.V. en aanverwante vennootschappen, met betrekking tot het televisieprogramma 'Turmspringen'. De rechtbank Den Haag oordeelde dat de gedaagden geen inbreuk maakten op de auteursrechten van de eiseressen, omdat het format 'Sterren Springen' niet voldoende overeenkwam met 'Turmspringen'. De rechtbank concludeerde dat de totaalindrukken van beide formats wezenlijk verschilden, ondanks enkele overeenkomsten in de opzet. De rechtbank behandelde ook de vraag van de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en de internationale aspecten van de zaak, waarbij werd vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd was om de vorderingen te behandelen. De rechtbank wees de vorderingen van Raab c.s. af en veroordeelde hen in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke en substantiële onderbouwing van auteursrechtelijke claims, vooral in het kader van televisieformats die internationaal worden geëxploiteerd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
Zittingsplaats Den Haag
zaaknummer / rolnummer: C/09/429208 / HA ZA 12-1234
Vonnis van 13 november 2013
in de zaak van
de rechtspersonen naar vreemd recht
1.
RAAB TV PRODUKTION GMBH,
gevestigd te Keulen, Duitsland,
2.
BRAINPOOL TV GMBH,
gevestigd te Keulen, Duitsland,
3.
BANIJAY INTERNATIONAL LTD.,
gevestigd te London, Verenigd Koninkrijk,
eiseressen,
advocaat mr. B.J.H. Crans te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
1.
EYEWORKS B.V.,
2.
EYEWORKS PRODUCTIES NEDERLAND B.V.,
3.
EYEWORKS NETHERLANDS B.V.,
4.
EYEWORKS NL B.V.,
5.
EYEWORKS INTERNATIONAL B.V.,
allen gevestigd te Amsterdam,
gedaagden,
advocaat mr. W.H. van Baren te Amsterdam.
Partijen zullen hierna gezamenlijk in enkelvoud respectievelijk Raab c.s. en Eyeworks c.s. genoemd worden. Eiseressen zullen waar nodig afzonderlijk worden aangeduid als Raab TV, Brainpool en Banijay, gedaagden bij hun volledige naam. De zaak is voor Raab c.s. behandeld door mr. J.C.H van Manen en voor Eyeworks c.s. door mrs. E.P.A. Keyzer en F.W. Gerritzen, allen advocaat te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 oktober 2012;
  • de akte overlegging producties met producties 1 t/m 13 van 14 november 2012 van Raab
c.s.;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 39;
- het tussenvonnis van 23 januari 2013 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de beschikking van 6 maart 2013 waarbij de comparitie van partijen is bepaald op 12 september 2013;
- de aanvullende producties 40 t/m 42 bij brief van 29 augustus 2013 van Eyeworks c.s. ;
  • de aanvullende producties 14 t/m 28 bij brief van 30 augustus 2013 van Raab c.s.;
  • de aanvullende productie 29 bij brief van 6 september 2013 van Raab c.s.;
- een kostenstaat bij brief van 11 september 2013 van beide zijden;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 12 september 2013 en de daarin
vermelde stukken.
1.2.
Tijdens de comparitie van partijen heeft Raab c.s. aangegeven dat de naam van Brainpool anders dan in de dagvaarding is opgenomen niet Brainpool TV International GmbH luidt maar Brainpool TV GmbH. Eyeworks c.s. heeft desgevraagd aangegeven geen bezwaar te hebben tegen deze wijziging. Zodoende vermeldt de rechtbank de gewijzigde naam in het vonnis.
1.3.
Ten slotte is de datum voor het vonnis nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Raab TV is producent van televisieprogramma’s. Brainpool (waarvan Raab TV een 100% dochter is) is producent van televisieprogramma’s en distribueert deze ook. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor de productie van onder meer het televisieprogramma TV Total en van het televisieprogramma TV Total Turmspringen (hierna: Turmspringen). Brainpool heeft aan Banijay het recht verleend voor de exploitatie van Turmspringen.
2.2.
Sinds 1999 zendt de Duitse televisiezender Pro Sieben dagelijks het programma TV Total uit dat wordt gepresenteerd door [X] (hierna: [X]). Naast de dagelijkse uitzendingen van TV Total heeft [X] bijzondere uitzendingen van TV Total geïnitieerd waarin hij bekende personen - zogenaamde ‘Promi’s’ - uitnodigt en uitdaagt om aan voor hen ongebruikelijke sporten (waaronder boksen, schaatsen, paardspringen, stock car racing) deel te nemen.
2.3.
Een van die bijzondere uitzendingen is Turmspringen. Turmspringen is een liveshow, waarin bekende personen verwikkeld zijn in een schoonspringwedstrijd. Turmspringen wordt sinds 2004 eenmaal jaarlijks op televisie uitgezonden door Pro Sieben. In 2010 is Turmspringen als volgt aangekondigd:
2.4.
Eyeworks c.s. behoort tot de Eyeworks groep die zich sinds 2001 bezighoudt met het ontwikkelen, produceren en exploiteren van televisieprogramma’s. De Eyeworks groep heeft bedrijven in 15 landen verspreid over Europa, Noord- en Zuid Amerika en Australië. De Eyeworks groep heeft de televisieprogramma formats ‘Dancing with the Stars’ en ‘Sterren Dansen op het IJs’ ontwikkeld die in Nederland door televisiezender SBS6 zijn uitgezonden en aan partijen in diverse landen gelicentieerd.
2.5.
De Eyeworks groep heeft vervolgens het televisieprogramma Sterren Springen ontwikkeld. In het najaar van 2012 is Sterren Springen op de televisie uitgezonden door SBS6.
2.6.
De Eyeworks groep verkoopt licentierechten voor het format Sterren Springen internationaal onder de naam ‘Celebrity Splash’. Licentierechten voor het format Celebrity Splash zijn verkocht in diverse landen waar het programma inmiddels ook te zien is geweest op televisie.
2.7.
Op 1 oktober 2012 stond op de website van Banijay onder ‘New shows’ onder de naam ‘Stars in Danger’ het volgende format:
2.8.
In de ‘Inside TV International MIPCOM 2012 SPECIAL’ - een document dat is gepubliceerd vóór de televisiebeurs MipCom in Cannes van 2012 en waarin informatie staat over de bij de MipCom aanwezige aanbieders en hun formats - staat bij het gedeelte over Eyeworks het format Celebrity Splash vermeld. Bij het gedeelte over Banijay staat het format Stars in Danger niet vermeld.
2.9.
Op 1 oktober 2012 heeft Eyeworks c.s. Brainpool gesommeerd op de MipCom in Cannes in 2012 geen negatieve mededelingen te doen over het format en programma Celebrity Splash van Eyeworks c.s.
2.10.
Op 2 oktober 2012 hebben Raab TV en Banijay Eyeworks c.s. gesommeerd iedere inbreuk op de auteursrechten op Turmspringen en iedere exploitatie van Sterren Springen te staken en de schade die Raab TV en Banijay lijden te vergoeden.
2.11.
De Eyeworks groep heeft het format Celebrity Splash op de MipCom in Cannes van 8-11 oktober 2012 gepromoot, gebruikmakend van de volgende uitingen:
2.12.
Tijdens de MipCom heeft Brainpool het Stars in Danger format via haar promotieboekje aangeboden als hiervoor in 2.7 omschreven.
2.13.
Op 15 oktober 2013 heeft Eyeworks c.s. aan de Noorse televisiezender TV2 onder meer het volgende geschreven:
“(…)
As we have noticed from press releases, TV 2 has licensed in rights from Banijay for a local production of TV Total Turmspringen. Of course we are disappointed by your decision to order this diving segment of the TV Total series (internationally known as Stars in Danger, segment diving) in contrary to major broadcasters amongst others ABC, TF1 and ITV who ordered our series.(…)
The information we possess regarding the anticipated production and broadcast by TV 2 of a celebrity diving show in Norway, based on the mentioned licence to you from Banijay, causes concern about the possible similarities between such a show and Eyeworks' Celebrity Splash format. We assume that TV 2 is aware that it is not authorized to commission the production of a show that infringes the rights that we have in and to the format of Celebrity Splash, nor to broadcast such a show.
For your information in addition to the materials we have already disclosed to you, we herewith send you two episodes of our Celebrity Splash series as these were broadcasted in the Netherlands. This will provide you with the necessary basis to consider the legality of your celebrity diving show production with respect to our format rights.(…)”
2.14.
Later in oktober 2012 is het format Stars in Danger op de website niet langer vermeld onder de code ‘New shows’ maar onder de code ‘Entertainment’.

3.Het geschil

3.1.
Raab c.s. vordert na eiswijziging  samengevat - dat de rechtbank, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
A) Eyeworks c.s. ieder afzonderlijk gelast in de Europese Unie, zelfstandig dan wel door middel van een aan hen gelieerde (concern)vennootschap de in de dagvaarding genoemde inbreuk op auteursrechten en onrechtmatig handelen te staken en gestaakt te houden, in het bijzonder het produceren, aanbieden en verhandelen van een televisieprogramma dat heeft te gelden als een verveelvoudiging of een bewerking van het programma TurmSpringen,
B) Eyeworks c.s. ieder afzonderlijk verbiedt mededelingen te doen aan derden waarin ten onrechte wordt geïnsinueerd dat het aanschaffen, in licentie nemen, uitzenden of anderszins exploiteren van (het format) Turmspringen / High Diving inbreuk maakt op (het format van) Sterren Springen / Celebrity Splash;
C) het sub A en B gevorderde op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per dag;
D) Eyeworks c.s. te veroordelen alle schade van Raab c.s. te vergoeden, nader op te maken bij staat; en
E) Eyeworks c.s. hoofdelijk te veroordelen in de volledige proceskosten conform artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).
3.2.
Raab c.s. legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Sterren Springen in zodanige mate aan Turmspringen ontleende auteursrechtelijk beschermde trekken bevat, dat de totaalindrukken die de bedoelde werken maken, te weinig verschillen voor het oordeel dat Sterren Springen als zelfstandig werk kan worden aangemerkt. Door Sterren Springen althans Celebrity Splash te produceren en te exploiteren maakt Eyeworks c.s. derhalve inbreuk op de auteursrechten van Raab c.s. en handelt zij onrechtmatig jegens Raab c.s. Als gevolg van de overeenkomsten tussen Turmspringen en Sterren Springen zal het lastig, zo niet onmogelijk worden voor Raab c.s. om haar programma te exploiteren daar waar Eyeworks c.s. haar programma reeds heeft verkocht. Eyeworks c.s. heeft Sterren Springen/Celebrity Splash op grote schaal geadverteerd tijdens de MipCom in Cannes in 2012 en inmiddels is het programma al in vele landen verkocht. In Engeland, Roemenië en Frankrijk is Celebrity Splash al uitgezonden waarbij Eyeworks bij de aftiteling staat vermeld. In overige EU-landen waaronder Portugal, Spanje en Duitsland is sprake van dreigende inbreuk.
3.3.
Raab c.s. stelt verder dat Eyeworks c.s. onrechtmatig handelt jegens Raab c.s. door brieven te sturen aan klanten van Raab c.s. waarin zij insinueert dat als deze Turmspringen aanschaffen zij mogelijk inbreuk maken op de auteursrechten van Eyeworks c.s. Zo worden (potentiële) klanten van Raab c.s. ten onrechte afgeschrikt om Turmspringen af te nemen. Als gevolg hiervan lijdt Raab c.s. schade: Raab TV als auteursrechthebbende, Brainpool als producent en distributeur van Turmspringen en Banijay eveneens als distributeur van Turmspringen.
3.4.
In de dagvaarding in paragraaf 4 heeft Raab c.s. het format als volgt omschreven:

Turmspringen is een prime time entertainment liveshow, waarin bekende personen (“sterren”) verwikkeld zijn in een schoonspringwedstrijd.”
3.5.
In de dagvaarding in paragraaf 6 heeft Raab c.s. de volgens haar kenmerkende elementen van het televisieprogramma Turmspringen opgesomd in een rechtstreekse vergelijking met het televisieprogramma Sterren Springen. Hetgeen Raab c.s. heeft opgemerkt over de vergelijking met Sterren Springen weglatend, gaat het om de navolgende elementen:
A Showconcept
1) Live, prime time show.
2) Schoonspringwedstrijd voor sterren in een populair muzikale showambiance.
B De set
1) Gigantisch binnenzwembad met zeer grote (wit gekleurde) duiktorens.
2) Omgebouwd tot televisiestudio, met groot publiek.
3) Een groot en een klein rood vierkant ponton in het bad (waarop de
gastheer veelal staat)
4) Een klein halfrond zwembad met luchtbedden en speelbeesten.
5) In en om dit badje houden de deelnemers zich op wanneer zij niet in actie
zijn.
C Setting, look and feel
1) Paarse, blauwe, roze en rode kleuren.
2) Gedimde lichten en extensief gebruik van snel bewegende spots.
3) Levendig camerawerk met veel gebruik van kranen en ‘vliegende camera's’ en onderwater camera's.
4) Humoristisch, luchtige showelementen.
5) Gekke en grappige en sexy kleding (door showhosts en deelnemers).
6) Participanten zijn op theatrale wijze opgemaakt (ongebruikelijk voor zwemmers).
D Atmosfeer
1) Musicale (pop) atmosfeer.
2) Luide en zeer aanwezige popmuziek.
3) Levendig, enthousiast en hectisch.
4) Het publiek en de kandidaten die niet in actie zijn, zijn zeer betrokken bij de duikende kandidaat.
E Hosts/crew
1) Mannelijke en vrouwelijke showhost.
2) Knappe, sexy geklede blonde vrouwelijke showhost.
3) Mannelijke host (donker haar, gemiddeld postuur) is een bekende presentator.
F De deelnemers
1) Ongeveer 10 deelnemers.
2) Type sterren, bijvoorbeeld:
  • Muzikanten
  • Turners
  • Playmates/Pornoactrices
  • Fotomodellen
  • Tattooruige VIPS
  • Hip-Hoppers/Rappers
  • Realityshowdeelnemers
  • Oudere Eurovisie songfestivalkandidaten
G Begin van de show
1) De show begint spectaculair, met luide popmuziek.
2) Actie op de rode ponton midden in het water.
3) Zwemmers zwemmen rondom de rode ponton.
H Introductiefilmpjes
1) Voor de eerste duik wordt van iedere kandidaat een kort filmpje getoond.
2) Daarin enkele beelden van de kandidaat.
3) Een groter wordende blauw-witte ovale vorm markeert het begin van het filmpje. Een kleiner wordende blauw-witte ovale vorm markeert het einde van het filmpje.
I Voor de sprong
1) Net voor de sprong worden kandidaten geïnterviewd door de (vrouwelijke) host. Meestal vanaf het punt waarvan zij zullen duiken.
2) Deelnemers hebben dan zichtbaar weinig behoefte om geïnterviewd te worden, want zij zijn zeer nerveus over hun sprong.
3) Dat levert een spannend moment op: de kandidaat is nerveus over zijn sprong, en wil er vanaf wezen, maar hij moet de host te woord staan, die hem nog wat nerveuzer maakt en vraagt welke sprong hij gaat doen en die flauwe grapjes maakt.
4) De kandidaat ondergaat het zichtbaar nerveus, komt vaak niet helemaal goed uit zijn woorden, maar blijft (krampachtig) lachen.
5) Veel mannelijke kandidaten zijn haantjes die ondanks het zenuwslopende moment, het publiek en de aantrekkelijke presentatrice willen behagen.
6) Sommige kandidaten buiten hun sulligheid en gebrekkige schoonspringkwaliteiten juist uit.
J De sprong
1) Als de kandidaat zich van de host heeft losgeworsteld loopt hij op de rug gezien naar het einde van de duikplank.
2) Close up van de kandidaat die zich concentreert, tegen een paarse achtergrond.
3) Shots van de kandidaat van diverse kanten (links, boven en/of onder) tegen paars/blauw/ roze achtergrond.
4) Real time registratie van de sprong.
5) De camera volgt de kandidaat mee onder water.
6) Daarna een shot van de kandidaat die naar de kant zwemt.
K Na de sprong
1) De kandidaat zwemt naar de zijkant en wordt daar opgevangen door de host.
2) Na de sprong volgen minimaal vier slow motion herhalingen uit diverse hoeken.
3) Een groter wordende blauw witte ovale vorm markeert het begin van de herhaling. Een kleiner wordende blauw witte ovale vorm markeert het einde van de herhaling.
4) We zien beelden van de andere kandidaten, die met de actieve kandidaat meeleven.
5) De kandidaat komt uit het water en de host stelt vragen aan de kandidaat over de sprong en uit zijn ontzag over de goede sprong of leeft met de kandidaat mee in geval van een tegenvallende sprong.
L Het oordeel van de jury
1) Kandidaten worden door een jury beoordeeld.
2) Het oordeel wordt vrijwel meteen door de (niet zichtbare) jury gegeven.
M Vervolg
1) De volgende kandidaat wordt aangekondigd.
2) Het introductiefilmpje van de volgende kandidaat wordt ingestart.
3) De hiervoor genoemde stappen worden herhaald.
N Solospringen / synchroonspringen
1) Zowel solospringen als synchroonspringen.
2) Dezelfde kandidaten springen zowel solo als synchroon.
3) Niet alle kandidaten springen ook in de finale synchroon.
O De diverse rondes
1) De kandidaten die het best beoordeeld worden nemen het tegen elkaar op in de finale.
2) Er zijn twee groepen: zij die solo springen en zij die synchroonspringen.
P Highlights
1) Aan het einde van het programma worden de ‘highlights’ van de show getoond.
Q Beelden van deelnemers in training
1) Beelden van deelnemers in training. Deze beelden worden ook wel buiten de prime time uitzending getoond.
R Acties
1) De show begint met een (zwem)voorstelling vergezeld van luide popmuziek.
2) Zowel solo als gesynchroniseerd duiken.
3) Interviews op en naast de duiktoren door een (blonde) vrouwelijke host en soms door de mannelijke host.
4) Luide muziek wanneer de deelnemer de duiktoren beklimt.
5) Kandidaten die niet in actie zijn zitten in (al of niet in badjas) rond een halfrond zwembadje, sommigen zitten in het zwembadje.
6) De kandidaten die niet in actie zijn moedigen de actieve kandidaat aan.
7) Acties van ‘Bay Watch’-achtige life guards.
8) Live muziek performances.
9) Achter de schermen - snapshots.
10) Knotsgekke performances door deelnemers.
11) Presentator springt in het water.
12) Zanger springt in het water.
13) Presentator/jurylid springt van de hoge plank in het water.
S Varia beeld- en geluidelementen
1) Zeemeerminnen in de show.
2) ‘Bay Watch’-achtige babes met rode badpakken.
3) Live muziekoptredens met synchroonzwemmen.
4) Vergelijkbare muziek.
5) Veel speelse verwijzingen naar zee en water (dolfijnen, Acquarius, badspeeltjes, luchtbedden, zwembanden, matrozenpakjes).
T Camera-actie
1) Camera-actie (standpunten en bewegingen).
2) Slow motion herhalingen van links, boven, onder en voorzijde.
3) De deelnemer wordt in één beweging door de camera onder water gevolgd.
U Titel / Logo
1) Het woord ‘Springen’ maakt deel uit van de titel.
2) Het logo waarvan het woord ‘Springen’ onderdeel uitmaakt komt vaak in
beeld.
V Graphics
1) Gebruik van vergelijkbare blauw-witte ovalen.
2) Vergelijkbare ‘ranking tables’.
W De bokaal
1) Bokaal (rechthoekig, plexiglas, met logo op plexiglas voetstuk).
3.6.
Eyeworks c.s. voert verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid

4.1.
Nu Raab c.s. ieder een rechtspersoon naar vreemd recht is en haar vorderingen uit dien hoofde een internationaal karakter dragen, dient allereerst de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen. Nu Eyeworks c.s. ieder is gevestigd in Nederland is de Nederlandse rechter bevoegd op grond van artikel 2 lid 1 van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: EEX-Vo), ook voor zover met de vorderingen grensoverschrijdende voorzieningen worden gevorderd. Raab c.s. stelt dat het volgens haar inbreukmakende televisieprogramma Sterren Springen op de Nederlandse televisie is uitgezonden en dus ook in het arrondissement Den Haag, zodat deze rechtbank op grond van artikel 102 Rv bevoegd is van het geschil kennis te nemen. Die bevoegdheid is overigens niet door Eyeworks c.s. bestreden, ook niet voor wat betreft de vorderingen die zien op onrechtmatig handelen door Eyeworks c.s.
Gebreken dagvaarding en waarheidsplicht
4.2.
Vóór alle weren heeft Eyeworks c.s. aangevoerd dat de dagvaarding niet voldoet aan de eisen die daaraan moeten worden gesteld omdat Raab c.s. niet conform artikel 111 lid 2 sub d Rv (voldoende duidelijk) de eis en de gronden heeft weergegeven. Zo is – volgens Eyeworks c.s. – onduidelijk wat de precieze eisen zijn en welke gronden Raab c.s. aan die eisen ten grondslag legt. Dit leidt volgens Eyeworks c.s. tot niet-ontvankelijkheid van Raab c.s. in haar vorderingen althans tot afwijzing van die vorderingen. Voorts heeft Eyeworks c.s. betoogd dat Raab c.s. in strijd met de waarheidsplicht van artikel 21 Rv handelt omdat zij als productie 8 een dvd heeft overgelegd met de titel ‘videomateriaal van gelijkenissen tussen TV Total Turmspringen en Sterren Springen’ die onjuistheden bevat waardoor feiten die voor de procedure relevant zijn, verkeerd en onvolledig worden voorgesteld. De rechtbank kan hieraan volgens Eyeworks c.s. de gevolgen verbinden die zij geraden acht.
4.3.
Deze verweren van Eyeworks c.s. treffen geen doel. Hoewel de onderbouwing van de vordering in de dagvaarding op sommige punten summier is, kan niet worden gezegd dat de stellingen en de daarop gebaseerde vorderingen onbegrijpelijk zijn. Uit de door Eyeworks c.s. gevoerde inhoudelijke verweren blijkt ook dat zij de strekking van het betoog van Raab c.s. heeft begrepen. Dit leidt tot de conclusie dat Raab c.s. in haar vorderingen kan worden ontvangen.
4.4.
Ook als het videomateriaal dat is overgelegd als productie 8 door Raab c.s. een onjuist en onvolledig beeld geeft van de verschillen en overeenkomsten tussen Turmspringen en Sterren Springen betekent dit nog niet – zonder meer – dat Raab c.s. in strijd heeft gehandeld met artikel 21 Rv. Zij heeft immers ook als productie 3 beelden van het gehele televisieprogramma Turmspringen uit 2010 en 2011 overgelegd en als productie 7 beelden van het gehele programma Sterren Springen (afleveringen 1-3 en de finale). Zodoende heeft Raab c.s. in zijn geheel beschouwd geen onjuiste of onvolledige informatie verstrekt ten aanzien van de betreffende televisieprogramma’s.
Auteursrecht: toepasselijk recht
4.5.
Raab c.s. roept voor het format Turmspringen auteursrechtelijke bescherming in voor Nederland en voor de overige landen van de EU. Op grond van artikel 5 van de Berner Conventie (hierna: BC) genieten auteurs van door de BC beschermde werken in elk bij de Conventie aangesloten land ten minste de rechten die aan eigen onderdanen worden verleend. Of sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk en van inbreuk op die auteursrechten dient dan ook te worden beoordeeld naar het recht van het land waar bescherming wordt gezocht, de
lex loci protectionisof te wel naar het recht van Nederland en naar het recht van iedere overige EU-lidstaat. [1]
Auteursrecht inbreuk in Nederland
4.6.
De Hoge Raad heeft in de zaken Stokke/H3, Stokke/Fikszo en Hauck/Stokke [2] - voor zover van belang voor de onderhavige zaak - het volgende voorop gesteld:
“(a) Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, is vereist dat het desbetreffende werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt (vgl. HR 30 mei 2008, LJN BC2153, NJ 2008/556 (Endstra)). Het HvJEU heeft de maatstaf aldus geformuleerd dat het moet gaan om "een eigen intellectuele schepping van de auteur van het werk" (HvJEU 16 juli 2009, nr. C-5/08, LJN BJ3749, NJ 20111288 (lnfopaq I)).
(. . .)
(e) Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van inbreuk op een auteursrecht op een gebruiksvoorwerp dient beoordeeld te worden in welke mate de totaalindrukken van het beweerdelijk inbreuk makende werk en het beweerdelijk bewerkte of nagebootste werk overeenstemmen. De auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen van laatstbedoeld werk zijn daarbij bepalend, met dien verstande dat ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen, een (oorspronkelijk) werk kan zijn in de zin van de Auteurswet, mits die selectie het persoonlijk stempel van de maker draagt. Bij de vergelijking van de totaalindrukken dienen dus ook onbeschermde elementen in aanmerking te worden genomen, voor zover de combinatie van al deze elementen in het beweerdelijk nagebootste werk aan de "werktoets" beantwoordt. (…)”
4.7.
Voorts heeft de Hoge Raad in het arrest Stokke/Fikszo overwogen dat het betoog, dat bij de beoordeling van een auteursrechtelijke inbreukvraag nadruk dient te liggen op de punten van overeenstemming en niet op punten van verschil, uitgaat van een onjuiste rechtsopvatting (r.o. 5.1.3).
4.8.
Tijdens de comparitie van partijen heeft Raab c.s. verduidelijkt dat het format Turmspringen waarvoor zij auteursrechtelijke bescherming claimt, bestaat uit de in de dagvaarding opgesomde elementen A t/m W (zie 3.4) zoals die zijn uitgewerkt in het op televisie uitgezonden programma Turmspringen met name in 2010.
4.9.
Eyeworks c.s. heeft evenwel terecht en onweersproken aangevoerd dat er verschillen bestaan tussen de televisieprogramma’s uit 2010 en 2011 en dat in de opsomming A t/m W elementen zitten die niet in 2010 maar wel in 2011 te zien waren. Bijvoorbeeld het element van de synchroonzwemsters gekleed als ‘Bay Watch’-achtige babes met rode badpakken (elementen S2 en S3) kwam eenmalig voor in 2011. Voor zover die elementen een relevante rol spelen bij de beoordeling, zal dit hierna bij de gestelde inbreuk aan de orde komen.
4.10.
Ook heeft Eyeworks c.s. aangevoerd dat de navolgende elementen – die te zien zijn in ieder van de uitgezonden programma’s Turmspringen en dus ook in 2010 – ontbreken in de opsomming A t/m W maar wel deel uitmaken van het format. Allereerst is daar de persoon [X] die dagelijks het televisieprogramma TV Total presenteert en die mede host/presentator is bij Turmspringen alsmede deelnemer. Ten tweede is er bij Turmspringen een sportcommentator die (behalve bij de start van het programma) niet in beeld komt en die als voice over de uitvoering van iedere sprong volledig becommentarieert. Ten derde wordt er bij Turmspringen op allerlei mogelijke manieren en voortdurend reclame gemaakt (op borden, op de springtoren, op de bodem van het zwembad, op de zwemkleding van de deelnemers, bij het kleine badje waar de deelnemers wachten). Turmspringen brengt gedurende de uitzending voortdurend een logo in beeld dat het gaat om een ‘Dauerwerbesendung’.
4.11.
Raab c.s. heeft niet betwist dat deze elementen als zodanig zijn te onderscheiden in iedere uitzending van het televisieprogramma Turmspringen, waaronder die in 2010. Raab c.s. heeft niet nader onderbouwd dat en op welke grond deze elementen geen onderdeel zijn van het format Turmspringen. De rechtbank is dan ook met Eyeworks c.s. van oordeel dat ‘[X]’ en ‘sportcommentator’ als zodanig onderdeel uitmaken van het format en wel onder het element host/crew onder (E). Het element ‘reclame’ past niet binnen een van de door Raab c.s. genoemde onderdelen dus zal door de rechtbank worden toegevoegd als element X in aanvulling op de door Raab c.s. genoemde elementen A t/m W.
4.12.
Eyeworks c.s. betwist dat het format Turmspringen naar Nederlands recht een auteursrechtelijk beschermd werk is. Zij heeft hiertoe aangevoerd dat het format niet nieuw en oorspronkelijk is gelet op de
prior arten onvoldoende is uitgewerkt. Ook betwist Eyeworks c.s. dat Sterren Springen een verveelvoudiging is van het format Turmspringen.
4.13.
De rechtbank zal thans eerst onderzoeken of naar Nederlands recht sprake is van inbreuk uitgaande van voornoemde maatstaf. Bij die beoordeling zal de rechtbank uitgaan van het format Turmspringen dat bestaat uit de elementen A t/m X zoals die kenbaar zijn uit het televisieprogramma Turmspringen uit 2010 (productie 3 Raab c.s.). Tussen partijen is niet in geschil dat het format bestaat uit een combinatie van elementen die afzonderlijk beschouwd niet beschermd zijn. Dat format moet worden vergeleken met de serie van vier uitzendingen van het televisieprogramma Sterren Springen zoals die in 2012 zijn uitgezonden (productie 7 Raab c.s.). De rechtbank zal bij haar beoordeling uitgaan van de elementen A t/m X zoals deze concreet zijn uitgevoerd bij de uitgezonden televisieprogramma’s zowel bij Turmspringen als bij Sterren Springen, met dien verstande dat zij de elementen R Acties en S Varia beeld- en geluidelementen buiten beschouwing laat omdat deze elementen grotendeels al aan bod zijn geweest bij de overige opgesomde elementen.
4.14.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit die vergelijking dat van inbreuk geen sprake is en wel op de navolgende gronden.
4.15.
Met Raab c.s. is de rechtbank van oordeel dat - zonder op alle deelelementen in te gaan - de volgende elementen in grote lijnen overeenstemmen: A Show concept, B De set (voor zover dit ziet op het gebruik van een rood ponton in het zwembad, het kleine halfronde zwembad met luchtbedden en speelbeesten waar de deelnemers zich ophouden), C Setting, look and feel (levendig camerawerk met onderwatercamera’s, luchtige showelementen, soms grappige en/of sexy kleding, opgemaakte deelnemers overigens bij beide programma’s niet steeds theatraal), E Hosts/Crew (zowel een mannelijke als een vrouwelijke presentator in eenzelfde rolverdeling), F De deelnemers (een verscheidenheid aan bekende personen), I Voor de sprong, J De sprong, K Na de Sprong (de sprong wordt op de springtoren op een zelfde wijze ingeleid door de vrouwelijke presentator, uitgevoerd door de deelnemer en in beeld gebracht met herhalingen en afgerond met een gesprek met de mannelijke presentator), M Vervolg (en vervolgens herhaalt dit zich met de volgende deelnemer), P Highlights (aan het einde van de show worden beelden uit de show herhaald), T Cameractie (vergelijkbare acties boven en onder water) en W De bokaal.
4.16.
De rechtbank is met Eyeworks c.s. van oordeel dat evenwel de volgende verschillen bestaan tussen het format Turmspringen en dat van Sterren Springen.
4.17.
Het begin van de show (element G) is niet vergelijkbaar. Bij Turmspringen begint het programma met de opkomst van co-presentator en deelnemer [X] die een muzikale introductie verzorgt en vervolgens met de mannelijke presentator praat. Anders dan in de dagvaarding staat, zijn bij de opening in 2010 geen zwemmers betrokken (wel in 2011 maar daarmee vergelijkt Raab c.s. in beginsel niet). Bij Sterren Springen opent de presentator zelf de show met het zingen van de zogeheten
leader songdie bij iedere aflevering hetzelfde is en hij wordt begeleid door schoonzwemsters. Een figuur als [X] ontbreekt bij Sterren Springen (element E).
4.18.
De entourage en sfeer is bij Turmspringen anders dan bij Sterren Springen. Turmspringen wordt opgenomen in de Olympia Schwimmhalle in München die in zijn geheel wordt gebruikt voor de opnames (dus uitgaande van de gebruikelijke tribunes, om diverse zwembaden zoals het 50-meterbad en het duikbad) in tegenstelling tot Sterren Springen waar die opnames weliswaar ook in een bestaand zwembad zijn gemaakt maar waar alleen het duikbad in beeld komt en dicht daaromheen tribunes zijn gebouwd zodat het de sfeer heeft van een televisiestudio (element B de Set). Daarbij wordt bij Turmspringen nauwelijks gebruik gemaakt van kleurlicht bij het uitvoeren van de sprongen terwijl dit bij Sterren Springen wel het geval is (element van C Setting, look and feel). Ook door het op andere wijze inzetten van muziek, bij Turmspringen zijn er twee intermezzo’s voor een live muziek optreden, bij Sterren Springen wordt iedere deelnemer met een op hem gericht muzieknummer begeleid naar de springtoren, is de atmosfeer bij Turmspringen anders dan bij Sterren Springen (element D). Aan die andere atmosfeer draagt bij dat het publiek en de deelnemers bij Sterren Springen meer betrokken worden bij de deelnemer wiens beurt het is om te springen. Dat wordt bij Sterren Springen bereikt doordat in het publiek familie en vrienden van de deelnemers zitten die nadrukkelijk met onderschrift in beeld worden gebracht en doordat de overige deelnemers bij de sprong van een deelnemer nadrukkelijk in beeld komen en zichtbaar meeleven.
4.19.
De springcompetitie is bij Turmspringen op een andere wijze ingericht dan bij Sterren Springen (elementen N en O). Bij Turmspringen is er een individuele competitie en een afzonderlijke synchroonspringcompetitie die beide op één avond worden afgerond. Bij beide competities maken de tien deelnemers/duo’s twee selectiesprongen waarna de vijf beste deelnemers/duo’s doorgaan naar de finale. In de finale maakt ieder(e) finalist/finalistenduo één sprong. Een aantal deelnemers aan de individuele competitie neemt ook deel aan het synchroonspringen, maar er zijn ook deelnemers die alleen mee doen aan de individuele competitie of aan de synchroonspringcompetitie. Sterren Springen bestaat uit een serie van vier afleveringen (twee voorrondes, een halve finale en een finale). In ieder van de voorrondes starten tien deelnemers waarvan er vijf doorgaan naar de halve finale. Bij de halve finale vallen er van de tien halve finalisten vier af en gaan er zes door naar de finale. Bij Sterren Springen wordt pas in de finale synchroon gesprongen. De finalisten maken in duo’s één synchroonsprong waarvoor zij vervolgens individueel beoordeeld worden door de jury. Die score wordt opgeteld bij de individuele score van de finalist.
4.20.
Zowel bij Turmspringen als bij Sterren Springen worden introductiefilmpjes van de deelnemers uitgezonden (element H), maar de opzet en uitvoering van die filmpjes is verschillend. Bij Turmspringen wordt iedere deelnemer kort voorgesteld met beelden om het publiek in herinnering te brengen waar deze persoon bekend van is. Bij Sterren Springen wordt van iedere deelnemer tijdens iedere aflevering (opnieuw) een introductiefilmpje getoond over de persoon zelf, diens trainingen en de angsten/hindernissen die hij/zij daarbij moet overwinnen, met een terugblik op een vorige aflevering en vooruitblik op de komende live show en met aandacht voor ongelukkige vallen en blessures. Het trainingselement (Q) ontbreekt in de filmpjes bij Turmspringen. Eyeworks c.s. heeft onweersproken aangevoerd dat bij Turmspringen wel trainingsbeelden worden uitgezonden maar op andere tijdstippen en dus niet als onderdeel van het televisieprogramma Turmspringen.
4.21.
Een ander verschil is de wijze van jurering (element L). Bij Turmspringen klinkt tijdens en onmiddellijk na de sprong sportcommentaar van een niet in beeld zijnde commentator (door de rechtbank toegevoegd aan element E). De jurering vindt plaats door een vakkundige sportjury die de sprong beoordeelt volgens de daarvoor geldende officiële normen (dus op kwaliteit van uitvoering en zonder aanziens des persoons), waarna op basis van de tevoren vastgestelde moeilijkheidsgraad de totale puntenwaardering voor een sprong bekend wordt gemaakt, dadelijk na de sprong en nog voordat de deelnemer uit het water verschijnt. Bij de synchrooncompetitie worden de duo’s gezamenlijk gewaardeerd zodat er een klassering plaatsvindt per duo. Na de laatste sprong van de laatste deelnemer in de finale is de uitslag bij Turmspringen direct bekend. De driekoppige jury bij Sterren Springen bestaat uit twee personen die deskundig zijn op het gebied van schoonspringen en een derde die dat niet is. Bij Sterren Springen komt de deelnemer uit het water tegenover de jury te staan op een speciaal daarvoor gemaakt plateau. Een aantal van de juryleden geeft mondeling commentaar op de sprong en zij geven alle drie een score. De jurybeoordeling houdt rekening met de moeilijkheidsgraad van de sprong (overigens zonder die graad te vermelden) en de uitvoering, maar ook uitdrukkelijk met de persoon van de kandidaat (diens fysieke mogelijkheden). Een sportcommentator ontbreekt. Aan het einde van iedere aflevering wordt het publiek thuis uitgenodigd om via sms te stemmen op de kandidaten. Die stemming door het publiek is medebepalend voor de eindscore en telt even zwaar mee als de jurybeoordeling. De drie deelnemers met de hoogste eindscore gaan direct door naar de volgende ronde, en de twee deelnemers met de laagste score vallen direct af. Het middenkader neemt deel aan een extra springronde, de zogenaamde jump-off. Aan de hand daarvan bepaald de jury wie doorgaat naar de volgende ronde. Bij de finale van Sterren Springen gaan na de eerste ronde de hoogst geëindigde drie finalisten naar de finale jump-off. Het publiek bepaalt mede wie Sterren Springen uiteindelijk wint.
4.22.
Ook de prijsuitreiking verloopt verschillend (element W) al lijkt de bokaal van Sterren Springen, wat vorm en materiaal betreft, op die van Turmspringen (zie hiervoor). Aan het eind van het programma vindt bij Turmspringen een prijsuitreiking plaats afzonderlijk zowel voor de individuele competitie als voor de synchroonspringcompetitie met ereschavot voor de nummers 1, 2 en 3 en nationale vlaggen die gehesen worden inclusief kort volkslied. Bij de finaleaflevering van Sterren Springen wordt na de publieksstemming bekend gemaakt wie de finale gewonnen heeft en die krijgt vervolgens de bokaal uitgereikt.
4.23.
Titels, logo’s en graphics (elementen U en V) van Turmspringen en Sterren Springen stemmen niet overeen, ook al komt in beide titels het woord ‘springen’ voor en in beide logo’s de kleuren blauw en wit.
4.24.
Tot slot is reclame (het toegevoegde element X) bij Turmspringen buiten de commercialbreaks om, in het programma zelf prominent aanwezig terwijl reclame in het programma bij Sterren Springen in zijn geheel ontbreekt. Verder kent Turmspringen een publieksprijsvraag met sms- en belspel terwijl Sterren Springen dat niet kent. Sterren Springen kent een onderdeel ‘voorronde NK Bommetje’ (voor niet-bekende Nederlanders die niet deelnemen aan het schoonspringen) dat niet overeenstemt met enig onderdeel van Turmspringen.
4.25.
Hoewel er in rekenkundig opzicht in het voorgaande wellicht meer (deel)elementen van overeenstemming zijn vastgesteld dan van verschil, is de rechtbank van oordeel dat de punten van verschil zien op kenmerkende onderdelen zoals de schoonspringcompetitie, de jurering, de inhoud van de introductiefilmpjes, de entourage en de sfeer, die juist gezichtbepalend zijn. Bij die kenmerkende onderdelen zijn bij Sterren Springen duidelijk andere keuzes gemaakt waardoor Sterren Springen een verschillende totaalindruk geeft ten opzichte van die van het format Turmspringen. Op grond van de hiervoor vastgestelde punten van overeenstemming en van verschil en deze in samenhang beschouwd, concludeert de rechtbank dat de totaalindruk van Sterren Springen niet overeenkomt met de totaalindruk van het format Turmspringen. Hoewel aan zowel Turmspringen als Sterren Springen het idee ten grondslag ligt om geen sporters maar bekende personen te laten deelnemen aan een schoonspringwedstrijd, is de uitwerking en vormgeving van dat concept bij beiden zeer verschillend.
4.26.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot conclusie dat naar Nederlands recht Sterren Springen geen verveelvoudiging is van het format Turmspringen zodat van auteursrechtinbreuk geen sprake is. Zodoende behoeft de vraag of het format Turmspringen een auteursrechtelijk werk is geen nadere beoordeling.
Inbreuk in de EU
4.27.
Vervolgens dient de rechtbank te beoordelen of naar het recht van de overige EU landen sprake is van auteursrechtinbreuk gelet op het gevorderde EU-wijde verbod.
4.28.
Raab c.s. heeft aangevoerd dat sinds het Infopaq I-arrest van het HvJEG over de uitleg van het reproductierecht van artikel 2 van de Auteursrechtrichtlijn (Richtlijn 2001/29/EG) de werktoets en de inbreuktoets in de gehele EU gelijk is zodat wat betreft het recht van de EU-landen het gelijkheidsvermoeden kan worden toegepast. Eyeworks c.s. heeft dit betwist en stelt dat het Infopaq I-arrest weliswaar het auteursrecht harmoniseert maar dat daaruit niet kan worden afgeleid dat in alle EU lidstaten hetzelfde wordt geoordeeld over formatbescherming. Volgens Eyeworks c.s. heeft Raab c.s. onvoldoende gesteld en aannemelijk gemaakt dat formats in alle landen van de EU (auteursrechtelijk) zijn beschermd en dat er naar het recht van die landen inbreuk zou moeten worden aangenomen. Ter illustratie verwijst Eyeworks c.s. naar de door haar overgelegde uiteenzetting dat formatbescherming in Duitsland tot dusver is afgewezen.
4.29.
De rechtbank gaat er geredelijk van uit dat de Auteursrechtrichtlijn is geïmplementeerd in de EU-landen zodat artikel 2 van die richtlijn inzake het reproductierecht het recht van de EU-landen weergeeft en dat het Nederlandsrechtelijke verveelvoudigingsbegrip (als vervat in artikel 1 jo. 13 van de Auteurswet) hieraan voldoet. Met Raab c.s. is de rechtbank van oordeel dat uit het Infopaq-I arrest van het Hof van Justitie volgt dat zowel het auteursrechtelijke werkbegrip als het inbreukbegrip Europees geharmoniseerde begrippen zijn. Wat betreft het recht van andere EU-landen gaat de rechtbank er dan ook van uit dat hierin geen strengere maatstaven worden aangelegd (gelijkheidsvermoeden) dan naar Nederlands recht. [3] De vaststelling dat naar Nederlands recht geen sprake is van een verveelvoudiging van het format Turmspringen, leidt dan ook tot de conclusie dat ook in de overige EU landen geen sprake zal zijn van een reproductie, althans daarvoor is onvoldoende onderbouwing verschaft. Zodoende behoeft ook hier de vraag of het format Turmspringen in alle EU landen een auteursrechtelijk beschermd werk is geen nadere beoordeling.
4.30.
Het EU-wijd gevorderde inbreukverbod wordt dan ook afgewezen.
Misleidende mededelingen
4.31.
Tijdens de comparitie van partijen heeft Raab c.s. verduidelijkt dat zij aan haar stellingen betreffende de in haar ogen misleidende promotionele uitingen tijdens de MipCom in Cannes in 2012 van de zijde van Eyeworks c.s. aangaande Celebrity Splash (zie 2.11) geen vordering koppelt. Deze stellingen behoeven dan ook geen verdere beoordeling.
Onrechtmatig handelen
4.32.
Tot slot stelt Raab c.s. dat Eyeworks c.s. onrechtmatig jegens Raab c.s. handelt door brieven te sturen aan klanten van Raab c.s. waarin zij insinueert dat als deze Turmspringen aanschaffen zij mogelijk inbreuk maken op de auteursrechten van Eyeworks c.s. op het format Sterren Springen/Celebrity Splash, oftewel dat sprake is van onrechtmatig ‘wapperen’.
4.33.
Deze stelling stuit reeds af op het oordeel dat de brief aan TV2 (zie hiervoor in 2.13) niet gaat over het format Turmspringen maar over een ander format, te weten Stars in Danger, dat naar Eyeworks c.s. onweersproken heeft aangevoerd, door Raab c.s. sinds oktober 2012 internationaal wordt geëxploiteerd en dat op diverse punten afwijkt van het format Turmspringen. Eyeworks c.s. heeft onweersproken gesteld dat TV2 eerst in gesprek is geweest met Eyeworks c.s. over het afnemen van Celebrity Splash en daarna van Banijay het format Stars in Danger heeft afgenomen. Nu de brief ziet op een ander format, namelijk Stars in Danger, kan het niet dienen ter onderbouwing van de stelling dat Eyeworks c.s. ten aanzien van het format Turmspringen onrechtmatig met haar auteursrechten zou wapperen. Dat Eyeworks c.s. naar TV2 of andere (potentiële) klanten van Raab c.s. brieven zou hebben gestuurd met de gewraakte inhoud, is door Eyeworks c.s. betwist en door Raab c.s. niet nader onderbouwd.
4.34.
Zodoende komt de rechtbank niet toe aan de beoordeling van het geschilpunt of Eyeworks c.s. als zij die mededeling wel zou hebben gedaan - naar het daarop toepasselijk recht - onrechtmatig jegens Raab c.s. zou handelen. Ook is niet aan de orde of het format Stars in Danger inbreuk maakt op auteursrechten van Eyeworks c.s. en of het wapperen van Eyeworks c.s. met Sterren Springen ten opzichte van Stars in Danger onrechtmatig is. Bij die stand van zaken kan tot slot buiten beschouwing blijven welk recht van toepassing is op beoordeling van de gestelde onrechtmatige daad.
Slotsom
4.35.
Dit alles leidt tot de slotsom dat de vorderingen van Raab c.s. worden afgewezen.
4.36.
Hetgeen partijen overigens nog ter zake hebben gesteld en aangevoerd, behoeft gelet op het voorgaande geen bespreking meer.
Proceskosten
4.37.
Raab c.s. zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Eyeworks c.s. vordert op basis van artikel 1019h Rv haar werkelijke kosten. Daarbij maakt zij terecht een onderscheid tussen het gedeelte van de procedure dat ziet op handhaven van auteursrechten (hierna: het IE-deel) waarop artikel 1019h Rv van toepassing en het gedeelte dat ziet op onrechtmatig handelen (hierna: het OD-deel) waarvoor het liquidatietarief zal worden toegepast. Eyeworks c.s. heeft onder overlegging van een proceskostenoverzicht aangevoerd dat haar totale kosten € 171.874,- bedragen waarbij zij schat dat 10% van deze kosten is gemaakt voor het OD-deel. Eyeworks c.s. heeft de rechtbank verzocht voor het IE-deel geen aansluiting te zoeken bij de IE-indicatietarieven maar Raab c.s. in de werkelijke kosten te veroordelen. Vanwege de summiere dagvaarding van Raab c.s. was het voor Eyeworks c.s. ingewikkeld om te identificeren waartegen zij zich in deze procedure diende te verweren. Dat betekent dat ervan wordt uitgegaan dat Eyeworks c.s. voor het IE-deel een bedrag aan advocaatkosten vordert van € 154.686,60 (90% x € 171.874,-). Raab c.s. heeft de advocaatkosten voor het IE-deel betwist met de stelling dat de kostenspecificatie dusdanig gebrekkig is dat zij aan de hand van dat overzicht niet kan beoordelen of de gevorderde kosten redelijk en evenredig zijn onder verwijzing naar het Endstra Tapes-arrest van de Hoge Raad [4] en het vonnis van deze rechtbank in Allergan v. Ferring [5] .Voorts heeft zij aangevoerd dat de kosten hoe dan ook niet redelijk zijn nu het gaat om een eenvoudige IE-zaak. De verdeling tussen het IE-deel en het OD-deel is niet betwist.
4.38.
De kostenspecificatie van Eyeworks c.s. geeft naar het oordeel van de rechtbank in voldoende mate een omschrijving van de werkzaamheden van de betrokken advocaten met een opgave van het per advocaat bestede aantal uren en het bijbehorende uurtarief. De beschrijving van die werkzaamheden is voldoende concreet om Raab c.s. inzicht te geven in de redelijkheid en evenredigheid van de daarvoor in rekening gebrachte kosten en stelt haar aldus in staat zich daartegen naar behoren te verweren. Dat heeft Raab c.s. ook gedaan. Met Raab c.s. is de rechtbank van oordeel dat de door Eyeworks c.s. gevorderde kosten voor het IE-deel niet redelijk en evenredig zijn althans dit is door Eyeworks c.s. onvoldoende onderbouwd. De zaak wordt door de rechtbank ingeschaald als een ‘overige bodemzaak met pleidooi’ (aangezien de rechtbank partijen uitdrukkelijk in de gelegenheid heeft gesteld ter comparitie een pleitnota voor te dragen en over te leggen, en Eyeworks c.s. van die gelegenheid gebruik heeft gemaakt) waarvoor een indicatietarief geldt van € 25.000,-. De door Raab c.s. gevorderde advocaatkosten, te weten € 37.995,-, overstijgen dat tarief echter ook. Gelet daarop, en meewegend dat de zaak bewerkelijk is vanwege de hoeveelheid overgelegd audiovisueel materiaal, moet worden aangenomen dat in ieder geval die kosten redelijk en evenredig zijn. Eyeworks c.s. heeft niet inzichtelijk gemaakt waarom het redelijk en evenredig is dat zij aanzienlijk hogere kosten heeft gemaakt. De stelling van Eyeworks c.s. dat dit komt door de summiere dagvaarding is hiervoor – zonder meer – onvoldoende. Zodoende sluit de rechtbank voor het IE-deel aan bij de kosten van Raab c.s. Voor het OD-deel zal het liquidatietarief naar rato worden toegepast. De kosten aan de zijde van Eyeworks c.s. worden zodoende als volgt begroot:
- salaris advocaat (IE-deel)
34.195,50
(90% van € 37.995,00)
- salaris advocaat (OD- deel)
90,40
(10% van 2,0 punt x tarief € 452,00)
- vast recht
575,00
Totaal
€ 34.860,90
4.39.
De gevorderde hoofdelijke veroordeling en uitvoerbaarheidverklaring bij voorraad zijn niet betwist en zal worden toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Raab c.s. hoofdelijk in de kosten van de procedure, tot zover aan de zijde van Eyeworks c.s. begroot op € 34.860,90;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.M. Loos, mr. L. Alwin en mr. E.A.W. Schippers en in het openbaar uitgesproken op 13 november 2013.

Voetnoten

1.Vgl. Gerechtshof Den Haag 20 september 2007, LJN BY0896, IER 2010/35 (Technip).
2.Hoge Raad 22 februari 2013, LJN BY1529 (Stokke/H3), Hoge Raad 12 april 2013, LJN BY1532 (Stokke/Fikszo) en Hoge Raad 12 april 2013, LJN BY1533 (Hauck/Stokke). Zie ook Hoge Raad 29 november 2002, LJN AE8456, NJ 2003/17 (Una Voce Particolare), rov. 3.5.
3.In gelijke zin: Gerechtshof Den Haag 20 september 2007, LJN BY0896, IER 2010/35 en Gerechtshof Den Haag 22 januari 2013, LJN: BY8716.
4.Hoge Raad, 30 mei 2008, LJN: BC2153; NJ 2008, nr. 556.
5.Rechtbank Den Haag, 13 juni 2012, IEPT20120613.