ECLI:NL:RBDHA:2013:15344
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Verzoek om openbaarmaking van stukken inzake onroerende zaakbelasting en waardering onroerende zaken
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om openbaarmaking van documenten met betrekking tot de heffing van onroerende zaakbelasting (OZB) over de periode 2010-2013 en de beschikkingen ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De rechtbank heeft op 21 november 2013 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, waarbij het beroep van eiseres ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de mededeling van verweerder dat bepaalde documenten niet bestaan, niet ongeloofwaardig was, vooral omdat de verzoeker niet voldoende had aangetoond dat deze documenten wel onder het bestuursorgaan berustten.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de notitie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) niet als bewijs kan dienen dat gemeenten altijd over de gevraagde stukken beschikken. De rechtbank concludeerde dat de informatie die eiseres zocht, niet in de door haar gevraagde vorm beschikbaar was en dat verweerder niet verplicht was om gegevens te vervaardigen die niet in bestaande documenten zijn neergelegd. De rechtbank heeft ook de argumenten van eiseres over de aantallen dwangbevelen en beslagleggingen wegens niet-betaling van de OZB verworpen, omdat verweerder geen specifieke aantallen kon geven die uitsluitend betrekking hadden op de OZB.
De rechtbank heeft de verzoeken van eiseres om stukken met betrekking tot het rekenmodel voor de WOZ-waarde en de waarborging van de kwaliteit van het gehanteerde softwaresysteem afgewezen, omdat verweerder geen stukken kon overleggen en eiseres niet had geconcretiseerd welke stukken zij precies zocht. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.