ECLI:NL:RBDHA:2013:15270
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om uitstel van zitting in belastingzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 september 2013 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. Eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde [A], had verzocht om uitstel van de zitting omdat hij op dezelfde dag een zitting had bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat de gemachtigde niet aannemelijk had gemaakt dat hij voor die zitting als gemachtigde was uitgenodigd. De rechtbank had eerder al aangegeven dat verzoeken om uitstel in beginsel niet worden gehonoreerd indien een zitting is gepland, rekening houdend met de verhinderdata van de gemachtigde.
Tijdens de zitting was eiser niet verschenen, en de rechtbank heeft de zaak behandeld met de vertegenwoordigers van de Belastingdienst, [B] en [C]. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift van eiser tegen de voldoening op aangifte van belasting van personenauto’s en motorrijwielen niet binnen de geldende termijn was ingediend, waardoor verweerder het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser stelde dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar was, maar de rechtbank volgde deze redenering niet en verwees naar eerdere uitspraken die deze problematiek behandelden.
De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had afgezien van het horen van eiser, aangezien het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.J. Ebbeling, rechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag, waarbij partijen binnen zes weken na verzending van de uitspraak beroep kunnen instellen.