ECLI:NL:RBDHA:2013:15153
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor aannemingsbedrijf in sloopwerkzaamheden en geluidhinder
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 oktober 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning aan Aannemingsbedrijf Maarten [B] B.V. voor het oprichten van een inrichting voor sloopwerkzaamheden. Eiseres, [A] B.V., gevestigd nabij de inrichting, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, dat de vergunning verleende. Eiseres betoogde dat de normen uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening niet voldoende bescherming bieden tegen geluidhinder, omdat haar inrichting geen geluidgevoelig object is. De rechtbank oordeelde dat de normen niet zijn bedoeld ter bescherming van concurrentiebelangen en dat het beroep van eiseres op deze normen niet kan leiden tot vernietiging van het besluit, zoals bepaald in artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat de overige beroepsgronden van eiseres niet kunnen worden aangemerkt als betrekking hebbend op normen die niet strekken tot bescherming van haar belangen. De rechtbank erkende dat eiseres mogelijk stofhinder kan ondervinden van de nieuwe inrichting en dat bodemverontreiniging ook haar terrein kan treffen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij concludeerde dat de vergunning voldoende waarborgen biedt voor de bescherming van de bodem en de omgeving. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een goede afweging tussen de belangen van de vergunninghouder en de omwonenden, en bevestigt dat de bestuursrechter niet zal ingrijpen als de beroepsgronden niet strekken tot bescherming van de belangen van de eiser.