ECLI:NL:RBDHA:2013:15022
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Ontslag van leraar op staande voet wegens gefingeerde cijfers en onzorgvuldig handelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting [onderwijsgroep] en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de rechtmatigheid van een WW-uitkering. De werknemer, een leraar, was op staande voet ontslagen vanwege het gefingeerd invoeren van cijfers in het leerlingensysteem. De rechtbank oordeelde dat er zowel objectief als subjectief gezien sprake was van een dringende reden voor ontslag. De werknemer had zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst grovelijk veronachtzaamd, wat leidde tot het verlies van vertrouwen van de werkgever. De rechtbank vernietigde de eerdere besluiten van het Uwv om de WW-uitkering toe te kennen, en verklaarde dat de werknemer verwijtbaar werkloos was geworden. De WW-uitkering werd met terugwerkende kracht ingetrokken, en de rechtbank veroordeelde het Uwv tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de eiseres. De uitspraak benadrukt de ernst van de gedragingen van de werknemer en de gevolgen daarvan voor zijn werkloosheid.