Uitspraak
VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG
(gemachtigde: mr. C.M.M. van Mil),
WPM Winkelcentrummanagement B.V., te Amsterdam
Rechtbank Den Haag
Op 1 november 2013 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een supermarkt. De zaak is aangespannen door Plus Vastgoed B.V. en Plus Ypenburg v.o.f. tegen het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag. De verzoekers stelden dat er ten onrechte geen marktonderzoek was uitgevoerd ter voorbereiding van het bestreden besluit, dat op 15 augustus 2013 was genomen, waarin het bezwaar van de verzoekers ongegrond werd verklaard. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het gebrek aan marktonderzoek een zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek oplevert, en heeft toepassing gegeven aan de bestuurlijke lus zoals bedoeld in artikel 8:51a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit houdt in dat de verweerder de gelegenheid krijgt om binnen acht weken het gebrek te herstellen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen op basis van een belangenafweging. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat de verbouwing van de supermarkt al was uitgevoerd en dat de winkel gereed was om te openen. De voorzieningenrechter oordeelde dat een schorsing van het bestreden besluit tot grote praktische problemen zou leiden voor de vergunninghoudster. Bovendien was het niet waarschijnlijk dat de openstelling van de Jumbo gedurende de periode van de bestuurlijke lus onomkeerbare gevolgen voor de verzoekers zou hebben. De uitspraak is openbaar gedaan en de beslissing houdt in dat de bodemprocedure wordt aangehouden totdat het gebrek is hersteld.