ECLI:NL:RBDHA:2013:14353
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van acute medische noodsituatie bij asielzoekers met PTSS
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 januari 2013, in de zaak AWB 12/26235, werd de vraag behandeld of eiseres, een Kameroense asielzoekster, recht had op opvang op basis van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005). Eiseres had eerder een verzoek om opvang ingediend, dat door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het COA ten onrechte had gesteld dat er in het geval van PTSS nooit sprake kan zijn van een acute medische noodsituatie. De rechtbank verwees naar jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) die bevestigt dat ook vreemdelingen die niet onder de Rva vallen, in zeer bijzondere omstandigheden recht kunnen hebben op opvang. Eiseres had medische stukken overgelegd waaruit bleek dat zij lijdt aan een ernstige vorm van PTSS en depressie, en dat haar situatie zou kunnen leiden tot ernstige gevolgen indien zij geen opvang zou krijgen. De rechtbank oordeelde dat het COA onvoldoende had gemotiveerd waarom er geen acute medische noodsituatie zou zijn en vernietigde het bestreden besluit. De rechtbank droeg het COA op om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd het COA veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 944,-.