In deze zaak vordert een student van InHolland schadevergoeding voor studievertraging die hij heeft opgelopen door onduidelijke informatie over de afstudeereisen. De rechtbank Den Haag heeft op 30 oktober 2013 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. De student, die de opleiding HBO-Bachelor International Business and Languages volgde, was in de veronderstelling dat hij in het studiejaar 2010-2011 kon afstuderen. Echter, in augustus 2011 werd hij door InHolland geïnformeerd dat hij niet aan alle afstudeereisen voldeed. De Examencommissie had bepaald dat hij naast 'afstuderen 1' ook aan 'afstuderen 2' moest voldoen, wat de student niet tijdig was meegedeeld. Na een procedure bij het College van beroep voor de examens, waar zijn beroep gegrond werd verklaard, maar het besluit van de Examencommissie in stand bleef, heeft de student InHolland aansprakelijk gesteld voor de schade die hij door de studievertraging heeft geleden. De rechtbank oordeelt dat InHolland tekort is geschoten in haar zorgplicht om de student tijdig en volledig te informeren over de afstudeereisen. De rechtbank concludeert dat de tekortkoming van InHolland heeft geleid tot een studievertraging van maximaal twee maanden. De student heeft zijn schade voornamelijk onderbouwd door de extra kosten van collegegeld voor deze periode. De rechtbank wijst de vordering tot schadevergoeding toe en kent een bedrag van € 320,- toe aan de student, alsook de proceskosten aan de zijde van de student, die op € 1.270,82 worden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.