In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 april 2013 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De minderjarige, geboren in 1996, verblijft feitelijk in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg, De Vaart te Sassenheim. De Raad voor de Kinderbescherming Haaglanden heeft verzocht om de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing, omdat er ernstige zorgen zijn over de veiligheid en ontwikkeling van de minderjarige. De ouders van de minderjarige, die gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen, hebben verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing, maar hebben ook aangegeven open te staan voor hulp. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige zich heeft onttrokken aan het gezag van haar ouders en ingrijpende beslissingen heeft genomen zonder overleg met hen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de minderjarige bescherming nodig heeft.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verleend van 23 april 2013 tot 27 maart 2014 en de machtiging tot uithuisplaatsing verleend van 24 april 2013 tot 27 september 2013. De kinderrechter heeft daarbij benadrukt dat er meer duidelijkheid moet komen over de problematiek van de minderjarige voordat er een beslissing kan worden genomen over een langere periode van geslotenheid. De kinderrechter heeft ook bepaald dat Bureau Jeugdzorg een nieuwe verklaring van een gedragswetenschapper en een verslag van de laatste stand van zaken moet overleggen voor de volgende zitting. De beschikking is gegeven door mr. C.L. Strop en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Er kan hoger beroep worden ingesteld binnen de wettelijke termijn.