Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres],
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
.
BV8631) niet afdoen.
De rechtbank neemt voorts in aanmerking dat de Afdeling bij uitspraak van 9 augustus 2013 (nummer 2012207385/1/V4) heeft geoordeeld dat indien blijkt dat een burger van een derde land zich bevindt in de in de arresten Ruiz Zambrano en Dereci bedoelde situatie, afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, Vw waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, aangewezen is. De Afdeling heeft aan dit oordeel onder meer ten grondslag gelegd, dat hoewel op de vereisten voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd uitzonderingen kunnen worden gemaakt teneinde verblijfsrecht te verlenen binnen het kader van de arresten Ruiz Zambrano en Dereci, het naar de huidige stand van de vreemdelingenwetgeving in het licht van het EU-recht onevenredig bezwarend is om van een vreemdeling die een beroep wenst te doen op artikel 20 van het VWEU, te vergen om een aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in te dienen. Naar analogie van deze overwegingen van de Afdeling is de rechtbank van oordeel dat in de onderhavige visumprocedure getoetst dient te worden, of eiseres en haar zoon zich bevinden in de in de arresten Ruiz Zambrano en Dereci bedoelde situatie.
Bij brief van 10 juli 2013 heeft verweerder een telefoonnotitie, gedateerd 11 juli 2013 overgelegd, waarin verslag wordt gedaan van een gesprek tussen verweerders gemachtigde en [naam], voornoemd. In de telefoonnotitie is het volgende opgenomen:
Nu de heer [naam] echter niet op de laatste afspraak is geweest en hij een tijd niet in beeld is heeft de heer [naam] besloten de uitkering van de heer [naam] op te schorten. Hij gaf aan dat het zijn ervaring is dat als dit gebeurt mensen vaak wel weer boven water komen.
Voorts gaf de heer [naam] aan dat de heer [naam] in augustus 2012 vakantie heeft gevraagd. De heer [naam] herinnerde zich nog dat de heer [naam] had aangegeven dat hij op vakantie wou naar Marokko om zijn vrouw en kind op te zoeken. Hiervan heeft hij echter geen schriftelijk bewijs.