In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 13 september 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, die sinds 2008 bij pleegouders verblijft. De kinderrechter overweegt dat de minderjarige zorg en begeleiding ontvangt die hij nodig heeft, maar dat er gedragsproblematiek is gerelateerd aan hechtingsproblematiek. De rechtbank acht het noodzakelijk dat er diagnostisch onderzoek naar de minderjarige plaatsvindt, waarbij het LDH verantwoordelijk is voor de invulling van dit onderzoek. De rechtbank benadrukt het belang van het afronden van dit onderzoek op korte termijn om passende hulpverlening te kunnen bieden.
De rechtbank heeft geen aanknopingspunten gezien voor terugplaatsing bij de moeder binnen de beslissingsperiode. De pleegouders bieden een veilige en stabiele omgeving, en het is van belang dat het onderzoek bij Lucertis kan plaatsvinden vanuit deze vertrouwde setting. De rechtbank heeft de ondertoezichtstelling verlengd van 12 oktober 2013 tot 12 juli 2014, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing voor dezelfde periode. De ouders hebben ingestemd met de verlenging, en de rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming in overweging gegeven om bij nieuwe bevindingen een verzoek tot verdere maatregelen in te dienen.
De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de belangen van de minderjarige, waarbij de rechtbank de zorgen van de ouders en de pleegouders heeft meegewogen. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.