Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
De verdenking komt er, zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte, in dienst van de Stichting [stichting] te [plaats] (hierna: [stichting]) en in die hoedanigheid als woonbegeleidster werkzaam bij de instelling voor begeleid wonen aan de [adres] te [plaats], zich heeft schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking (primair) dan wel diefstal (subsidiair), meermalen gepleegd.
van01 maart 2010 tot en met 18 oktober 2011 in Nederland telkens opzettelijk geld, dat toebehoorde aan
deinstelling voor geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijke opvang "[stichting]" en/of cliënten van die instelling, en welk goed verdachte uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking als woonbegeleider onder zich had, telkens wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
4.De strafbaarheid van het feit
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel
10.De toepasselijke wetsartikelen
11.De beslissing
werkstraf, voor de duur van
240 UREN;
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (DRIE) MAANDEN;
nietzal worden
tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
algemene voorwaarden:
- dat de veroordeelde ter vaststelling van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
bijzondere voorwaarden:
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal melden bij Stichting Reclassering Nederland te Den Haag en/of Leiden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat de veroordeelde, indien de reclassering dit geïndiceerd acht, zich gedurende de proeftijd zal laten behandelen in het centrum voor ambulante forensische psychiatrie De Waag of een soortgelijke instelling, dan wel een andere, door de reclassering passend geachte behandeling, waarbij de veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze behandeling door of namens voornoemde instelling aan veroordeelde zullen worden gegeven;
schadevergoedingvan de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan Stichting [stichting] te [plaats], een bedrag van
€ 15.500,-,vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 18 oktober 2011 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
verplichting tot betaling aan de Staatvan een bedrag groot
€ 15.500,-ten behoeve van het slachtoffer genaamd Stichting [stichting] te [plaats];
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
112 dagen;