In deze zaak verzoekt de moeder om de teruggeleiding van haar kinderen naar Colombia, na een ongeoorloofde overbrenging door de vader naar Nederland. De vader heeft de kinderen meegenomen naar Nederland en is daarna naar Italië gereisd, waar hij zich zegt te hebben gevestigd. De rechtbank heeft de behandeling van de teruggeleidingsprocedure aangehouden op verzoek van de moeder, zodat zij een procedure in Italië kan starten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader verweer voert tegen de rechtsmacht van de Nederlandse rechter, stellende dat de Italiaanse autoriteiten bevoegd zijn, aangezien de kinderen zich daar zouden bevinden. De rechtbank heeft besloten om de procedure voor vier maanden aan te houden, in afwachting van de uitkomst van de Italiaanse procedure. Tijdens de zitting is afgesproken dat de kinderen contact zullen hebben met de moeder via Skype of telefonisch, zonder aanwezigheid van de vader. De rechtbank heeft de afspraken tussen partijen vastgelegd, met inachtneming van de belangen van de minderjarigen. De beslissing is gegeven door mr. J. Brandt, kinderrechter, en is uitgesproken op 18 juli 2013.