ECLI:NL:RBDHA:2013:12963
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Onterecht niet tijdig beslissen op Wob-verzoek leidt tot proceskostenveroordeling
Op 2 oktober 2013 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had een verzoek ingediend om openbaarmaking van documenten, maar verweerder had niet tijdig beslist. Eiser stelde dat het besluit van 23 augustus 2012 niet op de juiste wijze was bekendgemaakt, omdat dit niet naar zijn gemachtigde was verzonden. De rechtbank oordeelde dat verweerder uit een eerdere brief had kunnen afleiden dat eiser een gemachtigde had aangesteld. Hierdoor was het besluit niet op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt en was het niet in werking getreden. De rechtbank concludeerde dat verweerder niet tijdig had beslist op het Wob-verzoek en dat de ingebrekestelling van eiser op 28 september 2012 geldig was. De rechtbank stelde de verbeurde dwangsom vast op € 860,-- en vernietigde het bestreden besluit. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser en moest het betaalde griffierecht vergoeden. De uitspraak werd openbaar gedaan en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak vermeld.