Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser],
de minister van Buitenlandse Zaken,
Procesverloop
Overwegingen
Ten aanzien van het niet tijdig beslissen op bezwaar
In deze verordening worden de procedures en voorwaarden vastgesteld voor de afgifte van visa voor de doorreis over het grondgebied van de lidstaten of een voorgenomen verblijf op het grondgebied van de lidstaten van ten hoogste drie maanden binnen een periode van zes maanden.
Eiser heeft op 26 juli 2012 een aanvraag gedaan tot het verlenen van een visum kort verblijf voor verblijf bij referent, zijn broer. Bij de aanvraag heeft eiser een garantstelling van referent overgelegd met de betalingsspecificaties van diens uitkering ingevolge de Ziektewet, lopend van 16 april 2012 tot en met 1 juli 2012. Eiser heeft er tevens melding van gemaakt dat hij zijn baccalaureaat in Marokko heeft gehaald, op 26 juni 2012, en thans staat ingeschreven bij een faculteit te Amsterdam, na later gebleken Hogeschool InHolland.
Verweerder heeft de aanvraag van eiser bij het primaire besluit afgewezen, omdat, blijkens de daartoe geplaatste kruisjes in dat besluit:
- het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf onvoldoende zijn aangetoond;
- eiser niet heeft aangetoond over voldoende middelen van bestaan te beschikken, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land van herkomst of verblijf, of voor doorreis naar een derde land waar hij met zekerheid zal worden toegelaten, of in de mogelijkheid te verkeren deze middelen legaal te verkrijgen;
- eisers voornemen om het grondgebied van de lidstaat (Nederland) vóór het verstrijking van het visum te verlaten niet kon worden vastgesteld.
Beslissing
€ 944,-, te betalen aan eiser;