Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Procesverloop
2.Overwegingen
3.Beslissing
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen af;
- verklaart het beroep ongegrond.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 september 2013 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, van Armeense nationaliteit, had op 12 augustus 2013 een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen op grond dat België verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de aanvraag terecht had afgewezen, omdat België op 9 juli 2013 een terugnameverzoek had aanvaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat de staatssecretaris niet in strijd had gehandeld met artikel 3.118a van het Vreemdelingenbesluit 2000, dat voorschrijft dat een voornemen tot afwijzing moet worden uitgereikt voordat een verzoek om terugname wordt ingediend. In dit geval was het voornemen niet tijdig uitgereikt, maar de voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker hierdoor niet in zijn belangen was geschaad, aangezien hij voldoende gelegenheid had gehad om zijn zienswijze te geven.
De voorzieningenrechter heeft ook de argumenten van verzoeker beoordeeld met betrekking tot de gelijktijdige afname van het eerste gehoor en het Dublingehoor. Hij oordeelde dat de staatssecretaris niet onzorgvuldig had gehandeld door deze hoorzittingen op dezelfde dag te plannen, aangezien verzoeker voorafgaand aan de hoorzittingen was geïnformeerd en geen bezwaar had gemaakt tegen deze gang van zaken. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en het beroep ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een kostenveroordeling.