Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
Op 22 juli 2013 is moeder met de kinderen onverwachts, zonder de Bocht, BJZ en de Raad (…) in te lichten, naar een onbekende bestemming in België vertrokken. Hierbij heeft de moeder alle persoonlijke bezittingen van haarzelf en de kinderen achtergelaten, de ramen stonden nog open, de radio stond nog aan, speelgoed lag overal. Moeder en de kinderen waren ineens verdwenen.
BJZ heeft met de Bocht op grond van de observaties en een persoonlijkheid onderzoek van de moeder geconcludeerd dat er geen sprake kan zijn van zelfstandig wonen met de kinderen zonder begeleiding. De Bocht heeft op 16 juli jl. moeder een begeleide woonvorm met intensieve begeleiding vanuit De Bocht aangeboden voor een periode van een half jaar. (…) Moeder heeft hier in eerste instantie mee ingestemd, maar met haar onaangekondigde en onverwachte vertrek van moeder van De Bocht op 24 juli jl. en hierop volgend opzeggen van de samenwerking met BJZ op 30 juli jl. moet ervan uitgegaan worden dat moeder haar instemming heeft ingetrokken.
De kinderrechter is van oordeel dat de duur van hun verblijf (een aantal weken) en de aard van het verblijf (observatie) in De Bocht te Goirle onvoldoende zijn om aan te nemen dat de gewone verblijfplaats van de kinderen op 24 juli 2013 in Nederland is gelegen.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
de opbouwvan de omgangsregeling (onder begeleiding, in de P.I.), rechtvaardigt het gevorderde niet. In de procedure bij het hof zal, naar de voorlopige voorzieningrechter begrijpt, de omgang tussen de man en de kinderen verder aan de orde komen.