ECLI:NL:RBDHA:2013:10608
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing op verzoek tot wraking van bestuursrechter in belastingzaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 27 mei 2013 een beslissing genomen op een schriftelijk verzoek tot wraking van bestuursrechter mr. M.A. Dirks. Het verzoek werd ingediend door de gemachtigde mr. S. Bharatsingh namens de verzoeker, die betrokken was bij een belastingzaak met de Belastingdienst Haaglanden. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een informatiebeschikking die was opgelegd in het kader van het project 'Bank Zonder Naam', waarbij onderzoek werd gedaan naar buitenlandse bankrekeningen van Nederlandse belastingplichtigen. De bestuursrechter mr. Dirks was betrokken bij de behandeling van het beroepschrift van de verzoeker, wat aanleiding gaf tot het wrakingsverzoek.
De gemachtigde stelde dat mr. Dirks zich niet onpartijdig kon opstellen, omdat hij eerder uitspraken had gedaan in vergelijkbare zaken die door de gemachtigde waren ingediend. De gemachtigde vreesde dat mr. Dirks al een oordeel had gevormd over de rechtsvragen en feiten die ook in de huidige zaak aan de orde waren, wat zou leiden tot een schijn van vooringenomenheid. Mr. Dirks heeft echter in zijn schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek aangegeven dat er geen sprake was van vooringenomenheid en dat de enkele omstandigheid dat hij in vergelijkbare zaken had geoordeeld, niet betekende dat hij niet onpartijdig kon zijn.
De wrakingskamer heeft de argumenten van de verzoeker en de reactie van mr. Dirks zorgvuldig gewogen. De kamer oordeelde dat de enkele betrokkenheid van mr. Dirks bij vergelijkbare zaken niet voldoende was om te concluderen dat hij niet onpartijdig zou zijn. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleverden. Daarom werd het verzoek tot wraking afgewezen en werd bepaald dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.