ECLI:NL:RBDHA:2013:10560
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen bestuursrechter in belastingzaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 27 mei 2013 een beslissing genomen op een schriftelijk verzoek tot wraking van bestuursrechter mr. M.A. Dirks. Het verzoek is ingediend door de gemachtigde van verzoekster, mr. S. Bharatsingh, in het kader van een belastingzaak die verband houdt met het project 'Bank Zonder Naam'. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een informatiebeschikking die door de Belastingdienst was opgelegd, en het beroepschrift was gepland voor behandeling door mr. Dirks. De gemachtigde verzocht mr. Dirks zich te verschonen, omdat hij eerder betrokken was geweest bij vergelijkbare zaken, wat volgens verzoekster de schijn van vooringenomenheid wekte.
De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekster en de reactie van mr. Dirks beoordeeld. Mr. Dirks stelde dat zijn eerdere betrokkenheid bij soortgelijke zaken niet automatisch betekende dat hij niet onpartijdig kon oordelen. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De enkele omstandigheid dat mr. Dirks eerder uitspraken heeft gedaan in vergelijkbare zaken, was volgens de wrakingskamer niet voldoende om aan te nemen dat hij vooringenomen zou zijn.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, met de beslissing dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en de betrokken partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitkomst.