ECLI:NL:RBDHA:2013:10542
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen bestuursrechter in belastingzaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 27 mei 2013 een beslissing genomen op een schriftelijk verzoek tot wraking van bestuursrechter mr. M.A. Dirks. Het verzoek werd ingediend door de gemachtigde mr. S. Bharatsingh namens de verzoeker, die betrokken was bij een belastingzaak met de Belastingdienst Haaglanden. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een informatiebeschikking die was opgelegd in het kader van het project 'Bank Zonder Naam', waarbij onderzoek werd gedaan naar buitenlandse bankrekeningen van Nederlandse belastingplichtigen. De bestuursrechter mr. Dirks was betrokken bij de behandeling van het beroepschrift van de verzoeker, en de gemachtigde vreesde dat mr. Dirks vooringenomen zou zijn, gezien zijn eerdere betrokkenheid bij soortgelijke zaken.
De wrakingskamer heeft de argumenten van de verzoeker en de reactie van mr. Dirks zorgvuldig afgewogen. De verzoeker stelde dat mr. Dirks zich al een oordeel had gevormd over de rechtsvragen en feiten die in de onderhavige zaak aan de orde waren, wat zou leiden tot een schijn van vooringenomenheid. Mr. Dirks daarentegen betoogde dat de enkele omstandigheid dat hij in vergelijkbare zaken had geoordeeld, niet betekende dat hij niet onpartijdig kon zijn. Hij benadrukte dat elke zaak afzonderlijk werd beoordeeld en dat er geen sprake was van een goedkeuring van de identificatiemethode van de Belastingdienst.
Na beoordeling van het wrakingsverzoek concludeerde de wrakingskamer dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van mr. Dirks. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen werden op de hoogte gesteld van de uitkomst.