In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 19 februari 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. E.C. Cerezo - Weijsenfeld, en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Eisers, burgers van voormalig Joegoslavië, hadden een aanvraag ingediend voor het vergoeden van buitengewone kosten op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005. Het COA had deze aanvraag afgewezen, met het argument dat eisers in een buitenwettelijke opvanglocatie verbleven. De rechtbank heeft het onderzoek heropend om te bepalen of het COA of de minister van Veiligheid en Justitie het bevoegde bestuursorgaan was in deze procedure. De rechtbank concludeerde dat het COA niet bevoegd was om op de aanvraag te beslissen, aangezien de minister het voorzieningenniveau vaststelt. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag door het COA als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moest worden aangemerkt, en verklaarde het beroep gegrond. Het bestreden besluit werd vernietigd en het COA werd veroordeeld in de proceskosten van eisers, die op € 944,- werden vastgesteld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen vier weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.