ECLI:NL:RBDHA:2013:10337
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek om opheffing van de ongewenstverklaring van een vreemdeling in het licht van de Terugkeerrichtlijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 mei 2013 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarbij de eiser, een Sierraleoonse vreemdeling, ongewenst was verklaard. Eiser had op 1 december 2010 een verzoek ingediend tot opheffing van deze ongewenstverklaring, onderbouwd met een verslechtering van zijn medische situatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit van 29 september 2011, waarin het bezwaar van eiser ongegrond werd verklaard, rechtens juist was. De rechtbank oordeelde dat eiser niet had aangetoond dat hij Nederland had verlaten en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de opheffing van de ongewenstverklaring rechtvaardigden, zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De rechtbank heeft verder overwogen dat de door eiser ingebrachte medische informatie en andere documenten, die na het bestreden besluit waren verkregen, niet in de beoordeling konden worden betrokken. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de Terugkeerrichtlijn, die van toepassing is op illegaal verblijvende vreemdelingen, niet in dit geval leidde tot een andere conclusie, omdat de ongewenstverklaring van eiser dateerde van vóór de implementatiedatum van deze richtlijn.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gedaan.