ECLI:NL:RBBRE:2012:BZ1501
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag leges voor omgevingsvergunning casco bouw kantoorpand
In deze zaak gaat het om de hoogte van de bouwkosten waarover leges voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de casco bouw van een kantoorpand worden berekend. De rechtbank Breda heeft op 24 oktober 2012 uitspraak gedaan in deze kwestie, waarbij de belanghebbende, een B.V. gevestigd te [plaats X], in beroep ging tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De heffingsambtenaar had op 16 januari 2012 een uitspraak op bezwaar gedaan tegen de leges die aan de belanghebbende waren opgelegd, met een dagtekening van 29 september 2011. De belanghebbende betwistte de hoogte van de bouwkosten die door de heffingsambtenaar waren vastgesteld op € 781.000, en stelde dat de werkelijke bouwkosten € 536.015 bedroegen, zoals blijkt uit een overgelegde offerte.
Tijdens de zitting op 10 oktober 2012 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. De rechtbank oordeelde dat de bouwkosten, zoals gedefinieerd in artikel 8.1.1.2 van de Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges 2011, alleen de kosten van het casco kantoorgebouw omvatten en niet de toekomstige inrichtingskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende geloofwaardig heeft verklaard dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning enkel betrekking had op de casco bouw van het pand, en dat de inrichtingskosten niet voor haar rekening zouden komen.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, en de aanslag leges verminderd tot het bedrag van € 536.015. Tevens is de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 874, en is gelast dat het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 310 aan haar wordt vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. M.H. van Heel, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.