ECLI:NL:RBBRE:2012:BY8401
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.M. de Werd
- M.J.M. Mies
- Rechtspraak.nl
Oordeel over recht op persoonsgebonden aftrek voor kinderalimentatie na scheiding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 24 augustus 2012, staat de vraag centraal of de belanghebbende recht heeft op persoonsgebonden aftrek voor kinderalimentatie in het jaar 2009. De belanghebbende, die in 2000 gescheiden is, was door de rechtbank veroordeeld tot het betalen van alimentatie voor zijn kinderen. Hij heeft in zijn aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen een persoonsgebonden aftrek van € 4.620 opgevoerd voor het levensonderhoud van zijn kinderen jonger dan 30 jaar. De inspecteur van de Belastingdienst heeft deze aftrek echter niet geaccepteerd en het belastbaar inkomen vastgesteld op € 31.632.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat hij in belangrijke mate heeft voorzien in het levensonderhoud van zijn kinderen. De belanghebbende heeft enkel kwitanties en een verklaring van zijn ex-echtgenote overgelegd, maar de rechtbank oordeelt dat deze documenten, mede gezien de familieverhouding, onvoldoende zijn om de claim te onderbouwen. De rechtbank wijst erop dat de belanghebbende vanaf januari 2011 weer op het adres van zijn ex-echtgenote staat ingeschreven en dat hij in de verklaring heeft aangegeven dat hij weer met haar samenwoont. Dit roept twijfels op over de juistheid van zijn claim.
De rechtbank concludeert dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat hij aan de wettelijke voorwaarden voor de aftrek heeft voldaan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr.drs. M.M. de Werd en op dezelfde dag openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. M.J.M. Mies.