3.2 De kantonrechter gaat uit van de navolgende tussen partijen vaststaande feiten.
3.2.1 Op 1 februari 2010 heeft eiseres de Ierse setter, “Voltaire of the Hunter’s Home” roepnaam Sam, geboren 29 november 2009, gekocht bij de reeds sinds 1973 bestaande Ierse setter Kennel “[X]” voor de prijs van
€ 850,00. Hierbij is mondelinge koopovereenkomst gesloten. Het was de derde keer dat eiseres een Ierse setter kocht bij laatstgenoemd kennel. Er is sprake van een consumentenkoop in de zin van artikel 7:5 lid 1 BW. Een kopie van de stamboom van de Raad van Beheer is als productie 1 bij dagvaarding overgelegd.
3.2.2 De Kennel [X], staat sinds 1973 geregistreerd bij de Raad van Beheer, staat op naam van gedaagde sub 1.
3.2.3 Gedaagde sub 2 is als levenspartner van gedaagde sub 1 wel direct betrokken bij voormelde kennel.
3.2.4 Op 18 mei 2011 heeft Sam een epileptische aanval gekregen. Sam was op dat moment ca. 18 maanden oud. Eiseres heeft Sam diezelfde dag naar het Dierengezondheidscentrum (DGC) te Rotterdam gebracht, waar zij na de diagnose epilepsie epileptische medicatie heeft meegekregen en tevens bloed is afgenomen voor een klinisch onderzoek. Vanwege de ernst van de aandoening werd een MRI-scan geadviseerd.
3.2.5 Eiseres heeft diezelfde dag gedaagden over deze diagnose ingelicht. Gedaagde sub 1 heeft toen medegedeeld dat een MRI-scan niet nodig was, zij verklaarde: “Het is onze hond, breng hem maar hier, wij resetten hem”. Aangezien eiseres het volste vertrouwen in gedaagden had, is Sam vervolgens 10 dagen bij gedaagden verbleven.
3.2.6 Na terugkeer bij eiseres heeft Sam op 6 juli 2011 wederom een epileptische aanval gekregen. De DGC heeft toen extra epileptische medicatie voorgeschreven.
3.2.7 Diezelfde dag heeft eiseres gedaagden opnieuw om advies gevraagd.
Gedaagde sub 1 gaf toen aan dat zij niet geloofde in de diagnose epilepsie en dat zij dacht dat zij Sam kon “resetten”. Vertrouwend op gedaagden heeft eiseres op 7 juli 2011 wederom Sam bij de kennel afgeleverd nog steeds vertrouwend op de vakkundigheid van gedaagden.
3.2.8 Gedaagden gaven aan minimaal 16 weken de hond te willen observeren. Echter na 17 dagen verzocht gedaagde sub 1 eiseres om Sam te komen ophalen vanwege persoonlijke omstandigheden.
3.2.9 Vanaf het moment dat Sam voor de tweede maal bij eiseres werd terugbezorgd, bleven eiseres en gedaagden regelmatig overleggen over de toestand van Sam.
3.2.10 Begin augustus 2011 adviseerden gedaagden eiseres om de medicatie van Sam te halveren. Vertrouwend op de deskundigheid van gedaagden heeft eiseres dit advies opgevolgd.
3.2.11 Begin oktober 2011 kreeg Sam wederom epileptische aanvallen. Gedaagden ontkenden de diagnose epilepsie nog steeds. De zoon van eiseres heeft Sam toen naar de dierenarts gebracht waar hij injecties kreeg om de aanvallen te stoppen.
3.2.12 Op 9 oktober 2011 heeft eiseres Sam op advies van gedaagde sub 2 teruggebracht naar gedaagden. Ook toen ontkenden gedaagden de diagnose epilepsie. Eiseres heeft toen wel de epilepsiemedicatie aan gedaagden afgegeven. DGC had aangegeven, dat de voorgeschreven medicatie onder geen voorwaarde gestopt mocht worden. Nog steeds vertouwde eiseres op de ervaring en deskundigheid van gedaagden.
Op 9 september 2011 heeft Sam echter zeven aanvallen gehad. Volgens gedaagden leed Sam aan paniekaanvallen en niet aan epilepsieaanvallen. Deze stelling baseerden gedaagden naar eigen zeggen op het advies van vier dierenartsen.
3.1.13 Gedaagden hebben vervolgens Sam zonder overleg met eiseres meegegeven aan een kennis die volgens hen gedragstherapeute is. Gedaagden hebben aan deze kennis geen epilepsiemedicatie meegegeven. Toen Sam na tien dagen steeds meer aanvallen kreeg, heeft deze kennis Sam teruggebracht naar gedaagden.
3.1.14 Op 26 oktober 2011 heeft eiseres Sam weer opgehaald bij gedaagden. Op deze dag heeft Sam zeven epileptische aanvallen gehad.
3.1.15 Op 27 oktober 2011 heeft eiseres Sam naar de DGC gebracht, waar Sam een infuus kreeg en eiseres doorverwees naar de Diergeneeskundige Kliniek Utrecht.
3.1.16 In de Diergeneeskundige Kliniek Utrecht kreeg Sam weer een infuus en werd zijn epilepsiemedicatie verhoogd.
3.1.17 Op 30 oktober 2011 heeft eiseres Sam weer opgehaald in laatstgenoemde kliniek.
De volgende dagen heeft Sam tientallen aanvallen per dag gehad tengevolge waarvan Sam verlamd raakte.
3.1.18 Van 3 tot 5 november 2011 heeft Sam op de intensive care van dezelfde kliniek gelegen. In deze dagen is een MRI-scan en een ruggenmergpunctie uitgevoerd, in combinatie met een bloedonderzoek. Uit deze resultaten bleek wederom dat Sam aan primaire epilepsie leed. Een kopie van het verslag van opname is als productie 3 bij dagvaarding overgelegd.
3.1.19 Vanaf het moment dat de epilepsiemedicatie op de juiste hoeveelheid werd ingesteld is het aantal epileptische aanvallen verminderd. Tijdelijke vermindering van de medicatie leidde tot meer aanvallen waarna de medicatie weer is verhoogd.
3.1.20 Eiseres heeft gedaagden diverse malen gebeld en geconfronteerd met het dierenleed, de stress en de hoge dierenartskosten die de ziekte van Sam met zich meebrachten. Zij heeft hen gevraagd om haar tegemoet te komen in de dierenartskosten. Gedaagden zijn echter van mening, dat hen geen verwijt kan worden gemaakt omdat het hierbij gaat om een erfelijke afwijking en zij zien daarom ook geen reden om bij te dragen in de kosten.
3.1.21 Eiseres heeft hierop in november 2011 om juridische bijstand gevraagd aan de Stichting Dier & Recht. Mw. A.M. van Dijk, juridisch adviseur van deze stichting, heeft vervolgens contact opgenomen met gedaagden en aan hen gevraagd om toch een tegemoetkoming in de dierenartskosten te overwegen, gezien de ernst van de situatie, gezien het feit dat het gaat om een erfelijke ziekte en het feit, dat gedaagden -volgens deze stichting- wisten of hadden kunnen weten dat zij met epileptische honden fokten.
3.1.22 Gedaagde sub 2 heeft hierop gereageerd door wederom te zeggen dat zij niet voornemens zijn om eiseres tegemoet te komen. Wel wilde gedaagde sub 2 nadenken over het terugnemen van de hond maar trok dit enige dagen later weer in. Voornoemde mw. Van Dijk heeft over dit punt aan gedaagde sub 2 medegedeeld, dat zij het niet wenselijk vond de hond te retourneren, aangezien dit niet in het belang van de hond was en zij voorts bang was dat gedaagden de hond zouden laten inslapen. Verder was eiseres ook te zeer aan Sam gehecht om hem aan gedaagden te retourneren.
3.1.23 Op 25 januari 2012 heeft de Stichting Dier & Recht ten behoeve van eiseres aan gedaagden een aansprakelijkheidsstelling gestuurd waarin zij een schadevergoeding voor de koopprijs en de gemaakte dierenartskosten. Op deze aansprakelijkheidsstelling hebben gedaagden niet gereageerd. Ook op de herinneringen van deze aansprakelijkheidsstellingen op 8 februari 2012 en 13 en 25 april 2012 hebben gedaagden niet gereageerd.
3.1.24 In verband met het overlijden van Sam heeft eiseres haar eis verminderd omdat toekomstige medische kosten zijn vervallen.