ECLI:NL:RBBRE:2012:BY6447

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
6 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
745401 vv 12-127
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad en vrijheid van meningsuiting in het kader van internetterreur

In deze zaak, uitgesproken op 6 december 2012 door de kantonrechter W.E.M. Verjans, staat de afweging tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op bescherming van eer en goede naam centraal. De eisende partijen, houders van een geregistreerde hondenkennel, hebben gedaagde aangeklaagd wegens onrechtmatige uitlatingen op verschillende internetplatforms, waarin zij hen beschuldigde van 'broodfokken'. De kantonrechter oordeelt dat de uitlatingen van gedaagde, die gebaseerd waren op vermoedens en niet op feiten, onrechtmatig zijn. De rechter benadrukt dat het begrip 'broodfokker' een negatieve connotatie heeft en dat gedaagde zich bewust was van de grievende aard van haar uitlatingen. De rechter stelt vast dat de uitlatingen op internet een grote impact hebben en dat het recht van de eisers op bescherming van hun eer en goede naam zwaarder weegt dan het recht van gedaagde op vrijheid van meningsuiting. Gedaagde wordt verboden om gedurende een half jaar uitlatingen te doen die de eer en goede naam van de eisers kunnen schaden, met een dwangsom van € 250,00 per overtreding. De vorderingen van de eisers worden voor het grootste deel toegewezen, maar de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 745401 VV EXPL 12-127
vonnis in kort geding d.d. 6 december 2012
inzake
1. [eiseres 1], mede h.o.d.n. [X]
gevestigd te [adres],
eiseres sub 1,
2. [eiseres 2],
wonende te [adres],
eiseres sub 2,
3. [eiser 3],
wonende te [adres],
eiser sub 3,
gemachtigde: mr. R.P. Slingerland, advocaat te Breda,
tegen
[gedaagde]
wonende te [adres],
gedaagde,
gemachtigde: mr. G. van den Brink, advocaat te Utrecht.
Partijen zullen ve[eiseres 1]ers]. en [gedaagde] worden genoemd.
1. Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 14 november 2012 met producties;
b. het verweerschrift van de zijde van [gedaagde];
c. de pleitaantekeningen van de zijde van [eisers];
d. diverse door beide partijen ter zitting overgelegde stukken;
e. de aantekeningen van de griffier met betrekking tot de mondelinge behandeling ter zitting van 22 november 2012, met bijbehorend audiëntieblad.
2. Het geschil
2.1 [eisers]. vorderen - kort samengevat - bij wege van voorlopige voorziening, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
[gedaagde] te gebieden:
I. om binnen 2 dagen na betekening van het vonnis de rectificatie te plaatsen als omschreven in het lichaam van de dagvaarding onder punt 14, gedurende 4 weken op het forum van de website www.cavalierpage.com, op de Facebook account van [gedaagde] en op de Twitter account van [gedaagde], onder de voorwaarde dat genoemde websites en social media pagina’s gedurende die periode niet offline worden gezet, en geen Facebookvrienden en Twittervolgers geblokt worden, alsmede deze rectificatie toe te sturen aan de Raad van Beheer voor de Kynologie;
II. om binnen 2 dagen na betekening van het vonnis alle teksten, links, namen, afbeeldingen en filmpjes die naar [eiseres 1], [eiser 3], [X] en [eiseres 2] of uitingen die op andere wijze aan hen gelinkt zijn te verwijderen van de diverse genoemde websites, en eventuele andere websites;
III. om binnen 2 dagen na betekening van het vonnis alle uitlatingen over [eiseres 1] of uitingen die op andere wijzen aan haar gelinkt zijn, en waardoor [eisers]. in haar eer en goede naam geschaad wordt, te verwijderen;
IV. om na betekening van het vonnis zich gedurende 2 jaar op welke wijze dan ook jegens derden uit te laten over [eisers]., op een wijze waardoor zij in hun eer en goede naam worden geschaad;
[gedaagde] te verbieden:
V. om na betekening van het vonnis gedurende 2 jaar op welke wijze dan ook nog contact op te nemen met [eisers];
aan [gedaagde] op te leggen:
VI. lijfsdwang van één maand, dan wel een in goede justitie te bepalen termijn, voor elke keer dat [gedaagde] één van de geboden en/of verboden onder I, II, III, IV en V niet nakomt en/of overtreedt, subsidiair een dwangsom van € 2.500,00 dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag, voor elke keer dat één van de geboden en/of verboden onder I, II, III, IV en V niet wordt nagekomen en/of wordt overtreden.
[gedaagde] te veroordelen:
VII. in de proceskosten.
2.2 [gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eisers]. in de proceskosten.
3. De beoordeling
3.1 Tussen partijen staan de volgende feiten vast:
a. Eiseres sub 1 (verder: [eiseres 1]) en eiser sub 3 (verder: [eiser 3]) hebben in oktober 2011 van [gedaagde] een hondje gekocht met de naam [Y]. Zij kochten het hondje als cadeau voor hun dochter [eiseres 2].
b. [eiseres 1] en [eiser 3] zijn houder van een geregistreerde kennel, te weten [de kennel], ook bekend als de [de kennel]. Tevens hebben zij een autorijschool, [eiser 3].
c. Op 13 oktober 2012 hebben [eisers]. een advertentie op www.marktplaats.nl geplaatst waarin zij ‘Chinese naakthonden pups’ aanbieden.
d. Op 13 oktober 2012 heeft [gedaagde] een advertentie op www.marktplaats.nl geplaatst met de volgende inhoud: ‘Een autorijschool uit Bergen op Zoom heeft hier vorig jaar bij mij een chinees naakthondje gekocht met stamboom en bied nu pups aan dus vraag alstublieft na de leeftijd van de ouders en controleer dat ook dat de moederhond minimaal 18 maanden is. Het is BROODFOK als je de teef voor de leeftijd van 16 maanden laat dekken. Vraag ook na de gezondheidstesten van de ouders. Bij de chinese naakthond komt pll voor dat is lensluxatie dit is een pijnlijke ziekte en de hond word blind. Deze ziekte is erfelijk. Fokkers zijn via de vereniging verplicht de ouders te testen via dna op pll en ook de ecvo is ook een ogen test word geadviseerd. Kan een fokker deze testen niet over leggen dan heeft u met een BROODFOKKER te maken die niet na het welzijn van de dieren kijk maar na het welzijn van zijn portomonee. Dit is ook een advertentie ervan 601692796’.
e. Op 13 oktober 2012 heeft [gedaagde] op www.cavalierpage.com een bericht geplaatst. De inhoud is als volgt: ‘Wie kent de [Z]. Ik zal mij voorstellen ik ben ria 55 jaar oud en kom uit utrecht. Ik fok hobby matig chinese naakhondjes. Ik heb vorig jaar mij eerste nestje gefokt en [eisers 1 en 3] hebben hier een pup gekocht onder het mom kadootje voor dochter verjaardag. Hun hadden een auto rijschool het leken keurige mensen en heb in blind vertrouwen de pup meegegeven. (…) Tot mij schrik kwam ik vorige een adv tegen op marktplaats dat jessica puppen aanbood van de chinese naakthond. Het teefje is nu net 16 maanden en had nu pas gedekt mogen worden en moet ook eerst getest worden via dna op pll dit is een ergelijke ziekte ik heb gelijk gemaild op de advertentie maar geen reactie gehad de adv is ook gelijk verwijderd door haar. Door wat te google op die ouders kwam ik bij de [Z] uit mijn schik was groot hun fokte met honden? Ze hadden toch een autorijschool oh hoe ben ik voorgelogen. Heb gebeld met hun maar krijg de reactie verkocht is verkocht. (...) Deze mensen zijn echt broodfokkers en kijken nergens na niet na de gezondheid en of de teef wel volgroeit is. Ik denk dat er regelmatig nesten zijn waar idere loopsheid van de teef en de heer en mevr horen beter te weten want ze hebben ook een officiële kennelnaam [de kennel]. Ik ben op zoek na mensen die ook een verhaal hier over hebben. Een verdrietige ria’.
f. Op Facebook heeft [gedaagde] de volgende berichten geplaatst: ‘Je weet hoe dol ik op haar was ook heb ze met liefde groot gebracht hier en voor wat, om daar terecht te laten komen. Ze hebben me er met mooie praatjes ingelegt. (…) ik vind het zo verschrikkelijk. Waar ze nu zit verdient ze niet. (…) Ik vecht voor haar als een pitbull.(…) Ik heb ook wat op een forum geplaats maar men heeft duiten en klaag mij aan voor smaad als ik het er niet afhaal. Nou laat het lekker staan ik heb vrijheid van menings uiting. Ze hebben haar op valse voorwensele gekocht. Als het moet probeer ik de media in te schakele’. Een ander bericht luidt: ‘Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om iets te vertellen over “[de kennel]” van [eisers 1 en 3]]. Niet altijd staan de fokkers van honden in een positief daglicht. Regelmatig verschijnen er berichten in de krant en op de buis over hoe slecht het wel niet is gesteld met de kwaliteit van de fokkers en de omgang met de dieren. (…) Om aan deze omstandigheden een halt toe te roepen roep ik alle mensen op die een pup willen kopen dat NIET te doen bij dergelijke fokkers. De enige manier om ze te stoppen is DAAR GEEN HOND TE KOPEN! Deze man heeft zo’n grote mond over broodfokken hij is zelf een van de ergste broodfokkers allertijden. DUS KOOP DAAR GEEN HOND VAN http://www.[de kennel].nl/ koop daar geen pups hij buit de moeder hond uit en testen doet hij ook niet’.
g. Op 13 oktober 2012 heeft [gedaagde] op Twitter het volgende bericht geplaatst: ‘Ze is nog veel te jong onder het jaar gedekt wees een vrouw met balle en laat mij het hondje zien dat het goed gaat met haar’.
h. Op 17 oktober 2012 heeft Dierenartsenpraktijk Moerstraten de volgende verklaring afgegeven: ‘Door middel van klinisch onderzoek is gebleken dat het weinig waarschijnlijk is dat [Y] recent pups heeft gehad. Bij deze teef is geen ontwikkeling van melkklierweefsel waar te nemen. Door middel van klinisch onderzoek is bij Pip vastgesteld dat tepels/melkklieren sterker ontwikkeld zijn. Dit kan er op duiden dat de hond pas drachtig is geweest’.
i. Op 16 oktober 2012 en op 17 oktober 2012 heeft de gemachtigde van [eisers]. een e-mailbericht aan [gedaagde] respectievelijk de gemachtigde van [gedaagde] verstuurd betreffende - kort samengevat – een sommatie om iedere uitlating over [eisers]. te staken en gestaakt te houden en voorts een rectificatie te plaatsen op alle media waarop [gedaagde] zich over [eisers]. heeft uitgelaten.
j. [eiser 3] heeft aangifte bij de politie gedaan van belediging/smaad vanwege de acties van [gedaagde].
k. De door [gedaagde] geplaatste advertentie op marktplaats genoemd onder d is in ieder geval op 17 oktober 2012 door de beheerder van marktplaats verwijderd.
l. De door [gedaagde] geplaatste advertentie op www.cavalierpage.com genoemd onder e is door de beheerder van deze site verwijderd.
m. Op 22 november 2012 heeft [gedaagde] op www.cavalierspage.com een rectificatie geplaatst naar aanleiding van het door haar geplaatste bericht op deze site als vermeld onder e. De inhoud hiervan luidt: ‘hierbij plaats ik een rectificatie op mijn op 13 okt jl geplaatste bericht dat het weinig waarschijnlijk is dat de chinese naakthondenpups die op dit moment bij de [de kennel] ligt afkomstig zijn van Y. [gedaagde].
3.2 [eisers]. hebben aan hun vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] op www.marktplaats.nl, www.cavalierpage.com en op Facebook en Twitter uitlatingen en beweringen over [eisers]. doet, zoals nader in de dagvaarding omschreven en zoals hierboven bij de feiten is weergegeven. De uitlatingen en beweringen missen volgens [eisers]. iedere feitelijke grondslag. [eisers]. worden door deze uitlatingen in hun eer en goede naam geschaad.
3.3 Op het verweer van [gedaagde] zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.
3.4 In deze procedure dient te worden beoordeeld of [eisers]. een spoedeisend belang hebben bij de gevorderde voorziening en of aannemelijk is dat de vordering van [eisers]. in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het - mede gelet op de belangen van partijen over en weer - gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd.
3.5 Het spoedeisend belang van [eisers]. bij de gevorderde voorziening is gezien de aard van de vordering gegeven. [eisers]. willen dat - kort samengevat - de uitlatingen waardoor zij in hun eer en goede naam worden geschaad zo snel mogelijk worden verwijderd en dat het doen van deze uitlatingen zo snel mogelijk wordt gestaakt om niet nog langer - naar hun mening - onterecht in een kwaad daglicht te worden gesteld. Het verweer van [gedaagde] dat [eisers]. geen spoedeisend belang hebben bij toewijzing van de gevraagde voorlopige voorzieningen doordat de gedane uitlatingen en publicaties op internet reeds verwijderd zijn treft geen doel. Immers, dit zegt niets over mogelijk nog te plaatsen uitlatingen.
3.6 Kern van het geschil tussen partijen is of [gedaagde] door het plaatsen van de door [eisers]. gestelde uitlatingen en publicaties op internet, onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eisers].
3.7 Bij de beantwoording van die vraag spelen er twee fundamentele rechten een rol: enerzijds het recht op vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) en anderzijds het recht op bescherming van eer en goede naam (artikel 8 EVRM). Het antwoord op de vraag welk van deze beide rechten in het onderhavige geval zwaarder weegt, moet worden gevonden door een afweging van alle ter zake dienende omstandigheden van het geval. Bij de vraag of een uitlating in strijd is met de in het maatschappelijk verkeer betamelijke zorgvuldigheid staan in beginsel twee hoogwaardige belangen tegenover elkaar: aan de ene kant het belang dat individuele burgers niet door uitlatingen, bijvoorbeeld op het internet, worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen of beschuldigingen; aan de andere kant het belang van het aan de kaak stellen van mogelijke misstanden, zodat deze, door onbekendheid bij het publiek, kunnen blijven voortbestaan. Een ieder heeft het recht om gedachten en gevoelens van welke inhoud dan ook, te uiten. Dat betekent ook dat een ieder de vrijheid heeft zich op negatieve wijze over iemand anders uit te laten, ook als die uitlatingen een beschuldiging aan het adres van een ander inhouden. Dat recht om vrijelijk zijn mening te uiten, vindt zijn begrenzing in het geval daarmee iemands eer en goede naam op onrechtmatige wijze wordt aangetast. Of daarvan sprake is, hangt af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden.
3.8 [gedaagde] voert als meest verstrekkend verweer dat zij recht heeft op vrijheid van meningsuiting. Daarnaast voert zij aan dat haar uitlatingen en publicaties op internet reeds verwijderd zijn. Bovendien is er volgens [gedaagde] in casu geen sprake van aantasting van de eer en goede naam van [eisers]. [gedaagde] heeft de door [eisers]. gestelde uitlatingen niet betwist. Ook heeft [gedaagde] niet betwist dat zij zich daarbij heeft gebaseerd op vermoedens.
3.9 Voor zover van [eisers]. bedoelen dat zowel [eiseres 1], als eiseres sub 2 (verder: [eiseres 2]) als [eiser 3] in hun eer en goede naam worden geschaad door de uitlatingen en publicaties van [gedaagde], is de kantonrechter voorshands van oordeel dat ten aanzien van [eiseres 2] geen schending van dit recht aan de orde kan zijn nu [eiseres 2] noch houder is van de autorijschool noch van de kennel en derhalve haar eer en goede naam niet wordt getroffen. De vorderingen, voor zover deze betrekking hebben op [eiseres 2], zullen dan ook worden afgewezen.
3.10 De kantonrechter stelt voorop dat, naar zijn voorlopig oordeel, de aard van de uitingen suggestief en grievend is. Het begrip ‘broodfokker’, hetgeen de voornaamste belediging jegens [eiseres 1] en [eiser 3] inhoudt, is naar algemeen aanvaarde maatstaven een negatief begrip. [gedaagde] heeft ter terechtzitting verklaard dat zij ook vindt dat het begrip een negatieve betekenis heeft en dat zij het ook zo heeft bedoeld. Bij het uiten van dergelijke beschuldigingen dienen hoge eisen te worden gesteld aan de feitelijke onderbouwing.
3.11 Nu [gedaagde] niet betwist dat zij de gestelde uitlatingen gedaan heeft enkel op basis van vermoedens en deze uitlatingen derhalve niet op feiten berusten, en de kantonrechter onder 3.10 reeds overwogen heeft dat de uitlatingen suggestief en grievend zijn, betekent dit dat [gedaagde] met de door haar geplaatste uitlatingen en publicaties onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres 1] en [eiser 3]. Dit geldt te meer nu het gekozen medium, internet, een grote impact heeft daar informatie hierop wijd verspreid kan worden en het eenvoudig en voor veel mensen bereikbaar is. Hieruit volgt dat het recht van [eiseres 1] en [eiser 3] op bescherming van haar eer en goede naam dient te prevaleren boven het recht van [gedaagde] op de vrijheid van meningsuiting. De kantonrechter begrijpt dat het doel van [gedaagde] was een mogelijke misstand waarover zij zich zorgen maakte, te weten het in een te vroeg stadium fokken met [Y], aan de kaak te stellen. Deze omstandigheid brengt echter geen rechtvaardiging mee nu een gegronde feitelijke onderbouwing van deze mogelijke misstand ontbreekt.
3.12 Ten aanzien van de vordering onder I is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde] niet tot deze rectificatie gehouden kan worden. De rectificatie houdt in dat [gedaagde] haar oprechte excuses moet aanbieden en dat zij moet rectificeren dat ‘[eisers]. het beste voor hebben met de honden en dit ook altijd hebben gehad’. Het gaat hier om interne gevoelens. Interne gevoelens kunnen iemand niet opgelegd worden. De rechter kan namelijk niet bevelen dat iemand zijn (onrechtmatige) mening verandert. Daarnaast ligt het niet in de macht van [gedaagde] om uitvoering te geven aan de vordering, nu zij onder andere geen beheerder van de genoemde websites is. De vordering zal daarom worden afgewezen.
3.13 Ten aanzien van de vorderingen onder II en onder III is de kantonrechter van oordeel dat deze vorderingen te ruim en te onbepaald zijn geformuleerd, waardoor niet duidelijk is waaraan [gedaagde] moet voldoen. De vorderingen zullen daarom worden afgewezen.
3.14 Ten aanzien van de vordering onder IV gebiedt de kantonrechter [gedaagde] gedurende een half jaar, geen uitlatingen jegens [eiseres 1] en [eiser 3] (meer) te doen waarbij het woord ‘broodfokker’ wordt gebruikt of woorden van gelijke strekking
3.15 Ten aanzien van de vordering onder V is de kantonrechter van oordeel dat er in dit geval onvoldoende belang is om een dergelijk algemeen contactverbod te eisen. De vordering zal daarom worden afgewezen.
3.16 Ten aanzien van de vordering onder VI oordeelt de kantonrechter dat het belang bij de vordering tot lijfsdwang ontbreekt. Daarnaast zou het toepassen van lijfdwang in geen enkele verhouding staan tot het onderliggende geschil en disproportioneel zijn. De kantonrechter is van oordeel dat een dwangsom meer passend is en legt derhalve een dwangsom op van € 250,00 voor iedere keer dat [gedaagde] het gebod zoals omschreven onder 3.14 niet nakomt, met een maximum van € 25.000,00.
3.17 Nu het grootste gedeelte van de vordering wordt afgewezen en gelet op alle omstandigheden van het geval zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten zal dragen.
4. De beslissing in kort geding
De kantonrechter:
gebiedt [gedaagde] gedurende een half jaar, geen uitlatingen jegens [eiseres 1] en [eiser 3] (meer) te doen waarbij het woord ‘broodfokker’ wordt gebruikt of woorden van gelijke strekking. Een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor iedere keer dat [gedaagde] dit gebod niet nakomt, met een maximum van € 25.000,00;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van de procedure draagt;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst de vorderingen voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2012.