ECLI:NL:RBBRE:2012:BY4922
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichting van de curator tot het jaarlijks indienen van rekening en verantwoording aan de kantonrechter
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 25 oktober 2012 uitspraak gedaan over de verplichting van de curator om jaarlijks rekening en verantwoording af te leggen aan de kantonrechter. De curator had verzocht om deze verplichting te laten vervallen, maar de kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen. De curator had op 31 augustus 2012 schriftelijk verzocht om niet langer jaarlijks verantwoording te hoeven afleggen, en had op 3 september 2012 een mondelinge behandeling aangevraagd om zijn verzoek toe te lichten. Echter, de curator heeft op 5 oktober 2012 laten weten niet ter zitting aanwezig te zullen zijn vanwege hoge (reis)kosten. De kantonrechter heeft de curator echter opgeroepen om aanwezig te zijn, maar de curator is niet verschenen op de zitting van 23 oktober 2012.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de curator, ingevolge artikel 1:386 BW jo. 1:354 BW, verplicht is om alle gewenste inlichtingen te verstrekken en dat hij niet aan deze verplichting heeft voldaan door niet ter zitting te verschijnen. De curator heeft de wettelijke taak om zorg te dragen voor de belangen van de curandus en dient jaarlijks rekening en verantwoording af te leggen. De kantonrechter heeft geen bijzondere omstandigheden gevonden die rechtvaardigen dat de curator niet meer aan deze verplichting hoeft te voldoen. De beslissing van de kantonrechter houdt in dat het verzoek van de curator wordt afgewezen en dat de verplichting tot het jaarlijks indienen van de rekening en verantwoording in stand blijft. De beschikking is ondertekend door de kantonrechter en de griffier, en het beroepschrift kan worden ingediend bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.