ECLI:NL:RBBRE:2012:BY4862

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
29 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/2096
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van aanvragen om vergoeding van vervoerskosten voor leerlingenvervoer naar reformatorische basisschool

In deze zaak hebben eisers, woonachtig in Sprang-Capelle, aanvragen ingediend voor vergoeding van vervoerskosten voor hun kinderen naar de ds. Joh. Groenewegenschool te Werkendam. De gemeente Waalwijk heeft deze aanvragen afgewezen, omdat volgens het college de statuten en grondslagen van de ds. Joh. Groenewegenschool en basisschool De Rank, die dichterbij ligt, overeenkomen. Eisers betogen dat er een wezenlijk verschil is in richting tussen beide scholen, waarbij De Rank tot de protestants-christelijke richting behoort en de ds. Joh. Groenewegenschool tot de reformatorische richting. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er verschillen zijn in opvattingen en methodieken tussen de scholen, deze niet voldoende zijn om te concluderen dat er sprake is van een verschil in richting. De rechtbank oordeelt dat de statuten van beide scholen een reformatorische grondslag hebben en dat de verklaring van de voorzitter van het schoolbestuur niet voldoende bewijs levert voor een fundamentele verandering in richting van De Rank. De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 29 november 2012.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 12/2096 VEROR
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
P. de Bie en 21 anderen, allen woonachtig te Sprang-Capelle, eisers
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk, verweerder.
Procesverloop
Bij afzonderlijke besluiten van 22 augustus 2011 (primaire besluiten) heeft verweerder de aanvragen van eisers om vergoeding vervoerskosten voor het schoolbezoek van hun respectievelijke kinderen voor het schooljaar 2011/2012 afgewezen.
Bij besluit van 21 maart 2012, verzonden 27 maart 2012 (bestreden besluit), heeft verweerder de bezwaren van eisers tegen de primaire besluiten ongegrond verklaard.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 november 2012.
Eisers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde mr. J.W. Voorwinden. Verweerder is verschenen bij gemachtigde [woordvoerder verweerder].
Overwegingen
1. Eisers zijn allen woonachtig in Sprang-Capelle. Zij hebben aanvragen ingediend om vergoeding van vervoerskosten voor schoolbezoek in het schooljaar 2011/2012 voor hun - in totaal - 23 kinderen. De vergoeding is aangevraagd voor het vervoer naar de ds.. Joh. Groenewegenschool te Werkendam. In hun aanvraag hebben zij aangegeven dat zij vanuit hun levensbeschouwelijke visie bezwaren hebben tegen de richting van de dichterbij gelegen basisscholen.
Bij de primaire besluiten heeft verweerder de aanvragen afgewezen op grond van de overweging dat de statuten en de grondslag van de ds. Joh. Groenewegenschool overeenkomen met de statuten en grondslag van de Vereniging voor Protestants-Christelijk Basisonderwijs te Sprang-Capelle, waarbij de dichterbij gelegen basisschool De Rank is aangesloten.
Het bestreden besluit strekt tot ongegrondverklaring van de bezwaren van eisers.
2. Eisers hebben in beroep betoogd dat De Rank tot de protestants-christelijke richting behoort en de ds. Joh. Groenewegenschool tot de reformatorische richting. Daarmee is volgens eisers De Rank niet de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Eisers vinden het terecht dat verweerder de kosten van het leerlingenvervoer naar De Halm te Almkerk vergoedt vanwege het formele onderscheid tussen De Rank (behorend tot de protestants-christelijke richting) en De Halm (behorend tot de gereformeerd vrijgemaakte richting). Het ontgaat eisers echter waarom verweerder niet de kosten van het leerlingenvervoer naar de ds. Joh. Groenewegenschool vergoedt omdat deze school zich voor wat betreft richting ook onderscheidt van De Rank.
3. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Waalwijk (hierna: de Verordening) wordt bekostiging van de vervoerskosten toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Op grond van artikel 11, eerste lid, van de Verordening verstrekt het college aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.
Artikel 1, sub l, van de Verordening definieert toegankelijke school voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs als de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school.
4. Als lid van de Vereniging voor Protestants-Christelijk Basisonderwijs te Sprang-Capelle heeft basisschool De Rank statutair als grondslag voor haar handelen de Bijbel als Gods Woord en in overeenstemming daarmede de belijdenisgeschriften van de Reformatorische Kerken in Nederland, zoals die zijn neergelegd in de drie Formulieren van Enigheid (zijnde de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels). De Bijbel wordt gebruikt in de Statenvertaling. Eisers hebben niet de statuten van de ds. Joh. Groenewegenschool overgelegd, maar afgaande op het citaat in het advies van de Bezwaarschriftencommissie geldt als grondslag van die school “de Bijbel als Gods onfeilbaar Woord, volgens de Statenvertaling, als gezaghebbend over alle aspecten van het leven en volgens de drie Formulieren van Enigheid. Daarbij wordt de reformatorische levensstijl beschreven.”
5. De rechtbank stelt voorop dat de reformatorische richting is erkend als een richting die onderscheiden moet worden van andere richtingen. Uit de hiervoor weergegeven statutaire bepalingen leidt de rechtbank af dat op beide scholen onderwijs wordt gegeven op reformatorische grondslag. Aan het feit dat op de website van de Inspectie van het Onderwijs basisschool De Rank als een protestants-christelijke basisschool is aangeduid, terwijl de ds. Joh. Groenewegenschool als reformatorisch is aangeduid, hecht de rechtbank niet de betekenis die eisers daaraan toekennen. Daargelaten dat de Inspectie hiermee waarschijnlijk het oog heeft op de algemene aanduiding zoals opgenomen in de naam van de vereniging waar De Rank bij is aangesloten, doet dit niet af aan de statutair vastgelegde reformatorische grondslag.
Eisers hebben in dit verband betoogd dat statuten een statisch karakter hebben en dat het daarom ook van belang is om andere documenten, zoals het identiteitsdocument en de schoolgids, te raadplegen. Voorts hebben zij gewezen op de verklaring van de voorzitter van het schoolbestuur in april 2011 in een Paasboodschap dat De Rank door de tijd heen verder weg is komen te staan van het gedachtegoed dat de oprichters 108 jaar geleden voor ogen hadden.
Dienaangaande overweegt de rechtbank dat het verschil in de wijze waarop binnen de reformatorische richting inhoud wordt gegeven aan het onderwijs, niet met zich brengt dat de ds. Joh. Groenewegenschool een richting vertegenwoordigt die onderscheiden moet worden van die welke De Rank vertegenwoordigt. Tussen beide scholen bestaan onmiskenbaar verschillen van opvatting met betrekking tot uiteenlopende onderwerpen zoals de samenstelling van het bestuur, de eisen die de grondslag stelt aan de signatuur van de leerkrachten, de lesmethodiek en theoretische uitwerking van de grondslag en de kledingvoorschriften. Maar deze verschillen rechtvaardigen niet de conclusie dat sprake zou zijn van een verschil in richting tussen beide scholen. De verklaring van de voorzitter van het schoolbestuur dat De Rank door de tijd heen verder weg is komen te staan van het gedachtegoed van de oprichters van de school, is evenmin een concrete objectieve aanwijzing dat De Rank fundamenteel van richting is veranderd. Artikel 12 van het Huishoudelijk Reglement bepaalt immers nog steeds dat het bestuur er op toeziet dat in de school niets wordt onderwezen wat strijdig is met de grondslag der vereniging. Aangezien basisschool De Halm te Almkerk wel behoort tot een andere richting dan De Rank, gaat de door eisers gemaakte vergelijking niet op.
6. Het vorenstaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep van eisers ongegrond is. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.A.F. van Ginneken, voorzitter, en mr. T. Peters en mr. C.G.M. van Ede, leden, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 november 2012.
P.H.M. Verdonschot, griffier C.A.F. van Ginneken, voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op: 3 december 2012
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.