ECLI:NL:RBBRE:2012:BY2898

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
7 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
735433 ov 12-3818
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring van beschermingsbewindvoerster in verzoek tot ondercuratelestelling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 7 november 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van een rechthebbende, ingediend door de huidige beschermingsbewindvoerster. De rechthebbende stelde dat de verzoekster niet ontvankelijk verklaard diende te worden, omdat zij niet bevoegd was om de ondercuratelestelling aan te vragen. De kantonrechter oordeelde dat artikel 1:379 van het Burgerlijk Wetboek een limitatieve opsomming geeft van de personen die curatele kunnen aanvragen, en dat de verzoekster daar niet onder valt. De kantonrechter verklaarde verzoekster dan ook niet-ontvankelijk in haar verzoek.

De kantonrechter heeft uitvoerig stilgestaan bij de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid bij de keuze voor een beschermende maatregel. De rechter benadrukte dat de maatregel van ondercuratelestelling, die de rechthebbende volledig handelingsonbekwaam zou maken, in dit geval te zwaar zou zijn. De rechthebbende had in het verleden psychische problemen, maar was van mening dat het huidige beschermingsbewind voldoende was om zijn belangen te waarborgen. De kantonrechter deelde deze mening en concludeerde dat een zwaardere maatregel niet geïndiceerd was.

Daarnaast werd er opgemerkt dat rechthebbende op dat moment gemotiveerd was om een psychiatrische behandeling te ondergaan en een verzoek had ingediend voor een rechterlijke machtiging op eigen verzoek op basis van artikel 32 van de Wet BOPZ. Dit verzoek zou een gedwongen behandeling mogelijk maken, wat de noodzaak voor ondercuratelestelling verder ondermijnde. De kantonrechter concludeerde dat de wetgever in deze situatie aan zet is, gezien de complexiteit van de rol van curatoren en mentoren in de zorg voor rechthebbenden met psychische problemen.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 735433 OV VERZ 12-3818
BM 3057
beschikking d.d. 7 november 2012 op een verzoek tot ondercuratelestelling
ingediend door
[verzoekster], h.o.d.n. Buro Regado,
adreshoudend te 4700 BC Roosendaal, Postbus 1114,
hierna te noemen verzoekster,
inzake:
[rechthebbende],
wonende te [adres],
gemachtigde: mr. L.F. Vermunt-van den Heuvel,
hierna te noemen rechthebbende.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procedure blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 22 augustus 2012 ter griffie ontvangen verzoekschrift ex artikel 1:379 van het Burgerlijk Wetboek (BW);
b. de op 25 september 2012 ontvangen brief van verzoekster;
c. het op 4 oktober 2012 ontvangen verweerschrift;
d. de geneeskundige verklaring betreffende rechthebbende;
e. het uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens betreffende de hierna te benoemen curator;
f. de bereidverklaring van de hierna te benoemen curator;
g. de verklaring van geen bezwaar van de officier van justitie;
h. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting op 23 oktober 2012.
1.2 De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
1.3 Als belanghebbende zijn aangemerkt:
1. rechthebbende;
2. de bewindvoerder.
2. Het verzoek
2.1 Het verzoek ingediend door de huidige bewindvoerster van rechthebbende strekt tot ondercuratelestelling van rechthebbende.
2.2 Rechthebbende stelt zich op het standpunt dat verzoekster niet ontvankelijk dient te worden verklaard nu zij niet bevoegd is om de ondercuratelestelling aan te vragen en dat zij derhalve niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar verzoek
3. De beoordeling
Niet-ontvankelijkheid?
3.1 Tijdens de mondelinge behandeling is allereerst stilgestaan bij het formele verweer namens rechthebbende dat zijn huidige beschermingsbewindvoerster niet bevoegd is tot het indienen van een verzoek om het huidige beschermingsbewind te wijzigen in een ondercuratelestelling.
3.2 De kantonrechter heeft ter zitting al aangegeven, dat dit formele verweer doel treft. Artikel 1:379 BW geeft inderdaad een limitatieve opsomming van personen door wie de curatele aan de (kanton)rechter kan worden verzocht. Behalve de betrokken persoon zelf zijn dit zijn echtgenoot of andere levensgezel, geregistreerd partner, zijn bloedverwanten in de rechte lijn tot de vierde graad ingesloten, voogd en het openbaar ministerie. Verzoekster, zijnde de huidige bewindvoerster, behoort niet tot de in dit artikel genoemde personen.
3.3 De kantonrechter zal verzoekster hierna dan ook niet-ontvankelijk verklaren. De enkele omstandigheid, dat in de toekomstige wetgeving, deze bevoegdheid wel is voorzien, maakt deze beslissing niet anders.
Beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid?
3.4 Met het oog op een mogelijk toekomstig verzoek wellicht ingediend door tussenkomst van het openbaar ministerie merkt de kantonrechter nog het volgende op.
3.5 Namens rechthebbende is voorts terecht aangevoerd dat de maatregel van ondercuratelestelling van rechthebbende -gelet op alle omstandigheden van het onderhavige geval- een te zware beschermende maatregel is. Door deze ondercuratelestelling zou rechthebbende -een enkele uitzondering daargelaten- volledig handelingsonbekwaam worden om rechtshandelingen te verrichten. Dit niet alleen op vermogensrechtelijk gebied maar ook op familierechtelijk gebied en publiekrechtelijk gebied. Rechthebbende acht een dergelijke zware maatregel in strijd met het beginsel van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid.
3.6 Rechthebbende erkent dat hij in het verleden, en ook thans nog, psychische problemen heeft die behandeling behoefden dan wel behoeven. Maar dat betekent volgens hem niet dat hij niet in staat zou zijn om in het bijzonder deze belangen behoorlijk waar te nemen.
Voor het overige is het huidige beschermingsbewind een afdoende maatregel. Met deze maatregel en handhaving hiervan is rechthebbende het dan ook volledig eens. Hij is ook blij met de wijze waarop zijn huidige bewindvoerster haar taak ten behoeve van hem invult.
De kantonrechter deelt de mening van rechthebbende dat een zwaardere maatregel niet geïndiceerd is.
Het belang van een gedwongen psychiatrische behandeling als doel voor curatele?
3.7 Rechthebbende betwist -zoals door verzoekster wordt aangevoerd- dat een ondercuratelestelling een goede psychiatrische behandeling binnen een gedwongen setting mogelijk zou maken.
3.8 Namens rechthebbende wordt in dat verband terecht opgemerkt, dat ten aanzien van een somatische behandeling in het kader van de Wet inzake geneeskundige behandelingsovereenkomst [WGBO] (artikel 7:450 lid 3 WGBO juncto artikel 7:465 lid 2 BW) de beslissing van een curator wanneer het een gedwongen opneming en dwangbehandeling in een BOPZ-instelling betreft, niet in de plaats kan komen van die van de betrokkene zelf. Ten aanzien van aangelegenheden waarbij de vrijheid en de aantasting van de persoonlijke integriteit van de mens aan de orde is, kan een curator een rechterlijke toetsing niet vervangen, aldus rechthebbende. Dit zijn rechten die verankerd zijn in de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Samengevat is de bereidheid van betrokkene zelf bepalend voor het al dan niet gedwongen opnemen.
3.9 Dit is naar oordeel van de kantonrechter een juiste weergave van de huidige wettelijke regelgeving en de mogelijkheden van een curator en een mentor in dat kader. Dit is tevens de reden waarom curatoren en mentoren regelmatig tegen hun grenzen aanlopen in hun taakuitvoering. Iedereen, inbegrepen de behandelaars, kan het erover eens zijn dat een bepaalde behandeling van een rechthebbende gewenst en noodzakelijk is om een vorm van stabiliteit bij rechthebbende te bereiken, waarop vervolgens voortgebouwd kan worden, maar wenst rechthebbende “zelf uit vrije wil” niet mee te werken dan bestaat er voor de betrokken curator en/of mentor een groot probleem. De geestelijke instabiliteit en/of verslaving van rechthebbende blijft in stand. Dit resulteert dan vaak in een verzoek tot opheffen van curatele of mentorschap omdat zij geen goede invulling kunnen geven aan hun taak als curator respectievelijk mentor. Hier is naar het oordeel van de kantonrechter de wetgever aan zet!
Rechterlijke machtiging op eigen verzoek ex artikel 32 Wet BOPZ
3.10 Gelukkig is deze rechthebbende op dit moment gemotiveerd om een psychiatrische behandeling te krijgen. Hij heeft een eigen verzoek ingediend bij de rechtbank te Breda tot het verlenen van “een rechterlijke machtiging op eigen verzoek” op grond van artikel 32 Wet BOPZ voor de duur van 1 (een) jaar. De doelstelling van dit verzoek is om op basis van een op korte termijn te verlenen rechterlijke machtiging een psychiatrische behandeling in een -voor zover nodig- gedwongen kader te laten plaatsvinden. Ook dit verzoek maakt dat een ondercuratelestelling niet geïndiceerd zou zijn. Curatoren en mentoren zouden vaker moeten onderzoeken of de weg via artikel 32 Wet BOPZ niet toch openstaat indien een psychiatrische behandeling wenselijk en/of noodzakelijk is. Tot zover de overwegingen van de kantonrechter ten overvloede.
4. De beslissing
De kantonrechter:
verklaart verzoekster niet ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 november 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.
Mededeling van de griffier:
Tegen deze beschikking kan voor zover het een eindbeslissing betreft hoger beroep worden ingesteld:
a. door de verzoek(st)er en door de in de procedure verschenen belanghebbenden: binnen drie maanden te rekenen van de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te
's-Hertogenbosch.
verzonden op: