ECLI:NL:RBBRE:2012:BY2547
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waardepeildatum WOZ voor recreatiewoningen op erfpachtgrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 8 mei 2012 uitspraak gedaan in een geschil over de waardering van een recreatiewoning die op particuliere erfpachtgrond staat. De belanghebbende, wonende te [plaats X], had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats X] die de waarde van de woning had vastgesteld op € 137.000 per waardepeildatum 1 januari 2010. De belanghebbende betwistte deze waarde en stelde dat de woning slechts € 60.000 waard was, onderbouwd door een taxatierapport van een makelaar die de afnemende courantheid van dergelijke woningen bevestigde.
Tijdens de zitting op 24 april 2012 werd de heffingsambtenaar vertegenwoordigd door een taxateur die een taxatierapport had overgelegd waarin de waarde van de woning op € 142.000 werd geschat. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de woning op de waardepeildatum geen lagere waarde in het economische verkeer had dan € 137.000. De rechtbank wees erop dat de vergelijkingsobjecten die door de heffingsambtenaar waren gebruikt, voldoende relevant waren en dat de heffingsambtenaar rekening had gehouden met de onderlinge verschillen.
De rechtbank verwierp de stelling van de belanghebbende dat de heffingsambtenaar ten onrechte had vergeleken met objecten die op eigen grond staan. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar de woning terecht had vergeleken met recreatiewoningen die niet op erfpachtgrond staan, wat bijdroeg aan een objectieve vaststelling van de waarde. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en vond geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. M.J.M. Mies.