4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling van [slachtoffer] (zoals subsidiair is ten laste gelegd) en baseert zich daarbij op de verklaring van slachtoffer [slachtoffer], de getuigen [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4] en van verdachte zelf.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman is van mening dat de rechtbank weliswaar tot een bewezenverklaring kan komen van de ten laste gelegde zware mishandeling, maar bepleit dat er sprake is geweest van noodweerexces aan de kant van verdachte, hetgeen dient te leiden tot ontslag van alle rechtsvervolging.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Op 8 april 2012 heeft zich een geweldsincident voorgedaan in een café aan de Haagweg in Breda. Aangever [slachtoffer] heeft hierover verklaard dat hij op 7 april 2012 omstreeks 24.00 uur naar genoemd café is gegaan. Op een gegeven moment is in dat café een Turkse of Marokkaanse man op hem afgerend die hem een stomp gaf en met wie hij samen op de grond viel. Toen zij beiden op de grond lagen voelde [slachtoffer] bloed over zijn gezicht lopen. Toen hij daarna opstond zag hij een mes op de bar liggen. Volgens de aangever is hij daarna naar het ziekenhuis gebracht. Daar bleek hij sneeën van respectievelijk 10 en 25 centimeter op zijn hoofd te hebben. Deze wonden zijn gehecht.
De over deze verwondingen opgemaakte medische verklaring van het Amphia Ziekenhuis vermeldt dat aangever is geholpen in verband met een scalpverwonding die werd gehecht.
De rechtbank heeft op foto’s van de verwondingen van aangever [slachtoffer] minimaal
3 snijverwondingen aan de linkerzijde van het gezicht ter hoogte van het oor waargenomen , waarbij een gehechte verwonding met een lengte van ongeveer 20 centimeter en een gehechte verwonding met een lengte van ongeveer 10 centimeter.
De eveneens in het café aanwezige [getuige 2] zag verdachte richting aangever rennen en met zijn arm een slaande beweging maken in het gezicht van aangever. Hij zag vervolgens een zilverkleurig voorwerp in de hand van verdachte. Hij gaf verdachte een stomp op die arm waarna een mes op de grond viel. Dit mes is door zijn vriendin op de bar gelegd. Even later keek hij naar aangever en zag hij dat aangever een enorme snee waar het bloed uitspoot, in zijn gezicht had.
Verdachte heeft zelf tijdens zijn verhoor bij zijn inverzekeringstelling op 9 april 2012 verklaard dat hij denkt dat hij aangever met een mes heeft gesneden, misschien in zijn gezicht. Tijdens zijn verhoor bij de politie op 10 april 2012 heeft hij verklaard dat hij denkt dat hij aangever met een mes in zijn gezicht heeft geslagen, maar dat hij wel weet dat hij aangever met zijn mes geraakt heeft.