ECLI:NL:RBBRE:2012:BX7646

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
29 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
711303 cv 12-2583
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot woning voor afsluiten gas en elektriciteit door netbeheerder Enexis

In deze zaak vorderde Enexis B.V. toegang tot de woning van gedaagde om gas en elektriciteit af te sluiten. De vordering was gebaseerd op een derdenbeding in de algemene voorwaarden van de overeenkomst met Nuon, die inmiddels was beëindigd. De kantonrechter oordeelde dat Enexis recht had op toegang tot de woning, aangezien de verplichting om toegang te verlenen voortvloeide uit de beëindigde overeenkomst. Gedaagde had niet gereageerd op de vordering en was in verzuim geraakt. De kantonrechter stelde vast dat er geen aparte ingebrekestelling nodig was, omdat gedaagde niet had gereageerd op eerdere aanmaningen. De rechter wees de vordering van Enexis toe, waarbij gedaagde werd veroordeeld om Enexis toegang te verlenen tot zijn woning en te gedogen dat gas en elektriciteit werden afgesloten. Tevens werd gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 193,31, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van de procedure. Het vonnis werd uitgesproken op 29 augustus 2012 door kantonrechter J.O. Zuurmond.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Tilburg
zaak/rolnr.: 711303 CV EXPL 12-2583
vonnis d.d. 29 augustus 2012 (bij vervroeging)
inzake
de besloten vennootschap Enexis B.V. voorheen handelend onder de naam Essent Netwerk B.V.,
gevestigd te ’s-Hertogenbosch,
eiseres,
gemachtigde: AGC Gerechtsdeurwaarders en Incasso te Assen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [adres],
gedaagde,
procederend in persoon.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis van 13 juni 2012 met de daarin genoemde stukken;
b. de ten behoeve van de comparitie op voorhand zijdens Enexis toegezonden akte d.d. 9 juli 2012;
c. het proces-verbaal van comparitie d.d. 9 juli 2012.
1.2 De bij voormeld tussenvonnis bepaalde comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 9 juli 2012. Eiseres (verder te noemen Enexis) is verschenen bij haar gemachtigde, mevrouw mr F.M.M. Franssen. Gedaagde (verder te noemen [gedaagde]) is niet verschenen. Enexis heeft een korte toelichting gegeven en vragen van de kantonrechter beantwoord. Enexis heeft haar eis ter zitting gewijzigd. [gedaagde] heeft op deze eiswijzing niet meer gereageerd, hoewel hij daartoe wel in de gelegenheid is gesteld. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.
2. Het geschil
2.1 Eiseres vordert na wijziging van eis bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, eiseres toe te laten tot de woning aan de [adres] en, voor zover nodig op grond van artikel 3:299 Burgerlijk Wetboek (BW), toe te staan werkzaamheden te verrichten aan dit adres, bestaande uit het afsluiten van het verbruiksadres van gas en elektriciteit en het opnemen van de meterstanden en gedaagde te veroordelen om te gedogen dat eiseres voornoemde werkzaamheden verricht aan het verbruikadres, alsmede gedaagde te veroordelen om aan eiseres te betalen een bedrag van € 193,31, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 maart 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure.
2.2 Gedaagde erkent de vordering voor wat betreft de verschuldigdheid van de netwerkkosten en voert verweer tegen het overige.
3. De verdere beoordeling
3.1 Volhard wordt bij al hetgeen overwogen is in het tussenvonnis van 13 juni 2012.
3.2 Nu [gedaagde] de verschuldigdheid van de gevorderde netwerkkosten reeds erkend heeft, ligt uitsluitend nog de vraag voor of [gedaagde] veroordeeld kan worden om (medewerkers van) Enexis toe te laten tot de door hem bewoonde woning en – kort samengevat – vervolgens dient te gedogen dat hij van gas en elektriciteit wordt afgesloten. De kantonrechter gaat er daarbij van uit, zoals door Enexis onbetwist is gesteld, dat het buitenshuis afsluiten in dit geval niet mogelijk is.
3.3 [gedaagde] heeft niet betwist dat het zijn contract met de N.V. Nuon Sales Nederland per 31 augustus 2011 is geëindigd. [gedaagde] heeft voorts onbetwist gelaten dat op deze overeenkomst van toepassing zijn de Algemene voorwaarden aansluiting en transport van gas en de Algemene voorwaarden aansluiting en transport van elektriciteit, zodat de kantonrechter daarvan uitgaat. De tekst van beide hier genoemde algemene voorwaarden is voor wat betreft de van belang zijnde bepalingen identiek, zodat deze hieronder niet apart besproken worden, maar gesproken zal worden over “de algemene voorwaarden”.
3.4 In artikel 4 van de algemene voorwaarden is bepaald dat [gedaagde] gehouden is, voor zover zulks redelijkerwijs nodig is, aan de netbeheerder (Enexis, eiseres), zijn medewerking te verlenen bij de toepassing en uitvoering van de aansluit- en transportovereenkomst. In artikel 4.2 onder b is vervolgens expliciet bepaald dat [gedaagde] personen, die van een door de netbeheerder uitgegeven legitimatiebewijs zijn voorzien, toegang dient te verlenen tot zijn perceel – mede ten behoeve van de uitvoering van een van overheidswege op de netbeheerder rustende verplichting. Artikel 4.5 kwalificeert dit beding als een onherroepelijk derdenbeding als bedoeld in artikel 6:253 BW. Uit de stellingen van Enexis volgt dat zij bekend is met de inhoud van dit beding en dat zij dit niet onverwijld heeft afgewezen, zodat dit beding op grond van artikel 6:253 lid 4 BW als door Enexis aanvaard heeft te gelden en Enexis hieraan rechten kan ontlenen.
3.5 Enexis dient als netbeheerder tot afsluiting van gas en elektra op een adres over te gaan in het geval geen energieleverancier op dat adres bekend is. In de toelichting op de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 29 november 2006, nr.WJZ 6101739, houdende regels over het beëindigen van het transport naar of de levering van elektriciteit en gas aan een kleinverbruiker (Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers) staat immers: “De netbeheerder is genoodzaakt om – in geval een kleinverbruiker geen vergunninghouder meer heeft – de afnemer af te sluiten. Zou hij dat niet doen dat handelt hij in strijd met de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet omdat hij feitelijk optreedt als leverancier/vergunninghouder.” Daar waar Enexis in deze procedure toelating tot de woning van [gedaagde] vordert om tot afsluiting over te kunnen gaan, vordert zij feitelijk medewerking van [gedaagde], zodat uitvoering gegeven kan worden aan deze van overheidswege aan [gedaagde] opgelegde verplichting, waarop artikel 4.2 sub b van de algemene voorwaarden ziet. Hoewel niet expliciet zo bepaald moet uit de redactie van de artikelen 4.2 en 4.5 van de algemene voorwaarden, in samenhang gelezen, worden afgeleid dat de op [gedaagde] rustende verplichting medewerkers van Enexis toe te laten, niet alleen heeft bestaan tijdens de looptijd van zijn contract met Nuon Sales als leverancier, maar dat deze verplichting is blijven bestaan na beëindiging van dit contract op 31 augustus 2011.
3.6 De verplichting voor [gedaagde] om Enexis toe te laten tot zijn woning bestaat daarmee dus al vanaf 31 augustus 2011, tegen welke datum Nuon Sales de overeenkomst met [gedaagde] beëindigd heeft. Nadien is [gedaagde] een aantal keer in de gelegenheid gesteld om afsluiting te voorkomen door een contract met een nieuwe leverancier aan te gaan en/of te overleggen. [gedaagde] heeft echter in het geheel niet gereageerd en helemaal niets van zich laten horen. Enexis kon uit de houding van [gedaagde] afleiden dat een specifieke aanmaning om haar toe te laten tot zijn woning en vervolgens afsluiting te gedogen, nutteloos zou zijn, zodat [gedaagde] ook zonder expliciete ingebrekestelling op dit punt in verzuim is komen te verkeren. Enexis heeft ten slotte ter comparitie verklaard dat de voorgeschreven procedure voorafgaand aan afsluiting wegens wanbetaling uit de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas zal worden gevolgd.
3.7 Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de vordering van Enexis om haar toe te laten tot de woning als gegrond op de overeenkomst kan worden toegewezen. [gedaagde] zal op grond van de van toepassing zijnde algemene voorwaarden dan eveneens moeten gedogen dat Enexis vervolgens tot afsluiting van gas en elektriciteit overgaat. Dat is slechts anders indien een andere leverancier van gas en elektriciteit op het adres van [gedaagde] aanwezig is, zoals door hem bij antwoord als verweer is gevoerd.
3.8 [gedaagde] heeft echter geen gebruik gemaakt van de gelegenheid zijn stelling bij antwoord, inhoudende dat Oxxio zijn leverancier van gas en elektriciteit is, nader te onderbouwen. In het tussenvonnis van 13 juni 2012 is nadrukkelijk aangegeven dat dit aspect door de kantonrechter op de comparitie aan de orde gesteld zou worden. [gedaagde] heeft geen stukken in het geding gebracht en is niet op de comparitie verschenen. Mede gelet op de wel door Enexis overgelegde uittreksels uit het EDSN-register waaruit lijkt te volgen dat geen leverancier op het adres van [gedaagde] bekend is, is de stelling van [gedaagde] dat hij wel een leverancier heeft onvoldoende onderbouwd en dient zijn verweer verworpen te worden.
3.9 De gevorderde machtiging op grond van artikel 3.299 BW om de (afsluit)werkzaamheden te mogen verrichten wordt afgewezen. Krachtens artikel 3: 299 BW kan machtiging gevraagd worden voor het verrichten van werkzaamheden die [gedaagde] zelf dient te verrichten, maar die hij nalaat te verrichten. Dat is hier niet aan de orde. [gedaagde] mag namelijk zelf niet overgaan tot afsluiting en blijft dus ook niet in gebreke met een op hem rustende verplichting. In essentie komt het er op neer dat hij Enexis toegang tot zijn woning dient te verschaffen en vervolgens dient te gedogen dat tot afsluiting wordt overgegaan, welke veroordeling wordt uitgesproken. Daardoor heeft Enexis ook geen zelfstandig belang meer bij de gevraagde machtiging. Het spreekt overigens voor zich dat in voorkomend geval de deurwaarder de voor het binnentreden van een woning vereiste formaliteiten dient na te leven, doch dat is in dit stadium nog niet aan de orde. Vooralsnog gaat het om de vraag of er een verplichting bestaat om (medewerkers van) Enexis toe te laten.
3.10 [gedaagde] dient als de partij die in het ongelijk wordt gesteld veroordeeld te worden in de kosten van de procedure. Deze worden vastgesteld op € 282,17 te specificeren als volgt: kosten dagvaarding € 83,17, griffierecht € 109,-- en salaris gemachtigde € 90,-- (drie punten volgens toepasselijk liquidatietarief).
4. De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Enexis van een bedrag van € 193,31 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening;
veroordeelt [gedaagde] om Enexis toegang te verschaffen tot zijn woning aan de [adres] en om te gedogen dat Enexis werkzaamheden verricht die bestaan uit het afsluiten van gas en elektriciteit en het opnemen van de meterstanden;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure vastgesteld op € 282,17 een salaris van € 90,-- voor de gemachtigde van Enexis daarin begrepen;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.O. Zuurmond, kantonrechter te Tilburg, en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2012.