Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen van partijen en de overgeleg-
de producties gaat de kantonrechter uit van de volgende feiten:
a. Fedo huurt met ingang van 1 augustus 2004 van [Y] de bedrijfsruimte, groot circa 475m2 op de begane grond, gelegen aan de Prinses Margrietstraat 1a te Dongen (hierna ook “het gehuurde” genoemd).
b. De huurovereenkomst is aanvankelijk aangegaan voor de duur van vijf jaar. Per 1 augustus 2009 is de overeenkomst met een periode van vijf jaar verlengd.
c. Tussen partijen is een aanvangshuurprijs overeengekomen van € 16.625,- per jaar (exclusief BTW), hetgeen overeenkomt met € 1.385,42 per maand.
d. Van de huurovereenkomst maken deel uit de ‘Algemene bepalingen huurovereenkomst kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW’ (versie juli 2003, hierna: de algemene bepalingen). Daarin is onder meer bepaald:
“11.5 Verhuurder is niet aansprakelijk voor de gevolgen van gebreken, die hij niet kende of niet behoorde te kennen bij het aangaan van de huurovereenkomst.
11.6 Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade toegebracht aan de persoon of goederen van huurder en huurder heeft geen recht op huurprijsvermindering, geen recht op verrekening of opschorting van enige betalingsverplichting en geen recht op ontbinding van de huurovereenkomst in geval van vermindering van huurgenot ten gevolge van gebreken, waaronder die ten gevolge van zichtbare en onzichtbare gebreken aan het gehuurde of het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt, weersomstandigheden, stagnatie in de bereikbaarheid van het gehuurde, leegstand elders, stagnatie in de voorziening van gas, water, elektriciteit, warmte ventilatie of luchtbehandeling, storing van de installaties en apparatuur, in- en uitstroming van gassen of vloeistoffen, brand, ontploffing, tekortkomingen in de leveringen en diensten. Eveneens is verhuurder niet aansprakelijk voor schade aan de persoon of goederen van derden die in het gehuurde aanwezig zijn en huurder vrijwaart verhuurder voor aanspraken van die derden ter zake (…)
11.8 Verhuurder is niet aansprakelijk voor bedrijfsschade van huurder of voor schade als gevolg van de activiteiten van andere huurders of van belemmeringen in het gebruik van het gehuurde die derden veroorzaken, of voor gebreken die zijn ontstaan doordat huurder zijn onderhoudsplicht niet is nagekomen (…)
13.9 Huurder zal verhuurder onverwijld schriftelijk in kennis stellen van gebreken aan het gehuurde. Huurder geeft verhuurder in dat bericht een redelijke termijn, die behoudens in geval van calamiteiten, tenminste zes weken bedraagt om een aanvang te maken met het verhelpen van een voor rekening van verhuurder komend gebrek (…)”
e. Het gehuurde maakt onderdeel uit van een groter geheel, een groter bedrijfspand. In artikel 8.2 van de huurovereenkomst is bepaald dat [Y] op zijn kosten een scheidingswand zal plaatsen zodra Unit B van het bedrijfspand wordt verhuurd.
f. Kort na de ingangsdatum van de huurovereenkomst, 1 augustus 2004, is deze scheidingswand geplaatst. Unit B was toen nog niet verhuurd. Dat is pas gebeurd met ingang van 1 juli 2008. Met ingang van die datum heeft het bedrijf [X] deze bedrijfsruimte van Fedo gehuurd.
g. Fedo exploiteert in het gehuurde een verpakkingsbedrijf, waarbij veelvuldig met karton wordt gewerkt.
h. [X] exploiteert in het door haar gehuurde een bedrijf waarmee met waterstralen metaal wordt gesneden.
i. Eind 2010 heeft Fedo [Y] meegedeeld dat het met haar in bedrijfseconomische zin niet goed ging en dat zij daarom zou willen komen tot een tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst. Daarover heeft tussen partijen overleg plaatsgevonden en in dat overleg heeft [Y] zich bereid verklaard aan een tussentijdse beëindiging mee te werken wanneer zij het door Fedo gehuurde ook aan [X] zou kunnen verhuren.
j. Bij e-mail van 20 december 2010 heeft Fedo [Y] het volgende bericht:
“ [voornaam Y], We hebben mondeling de afspraak gemaakt de situatie per maand te bekijken. Uit de afgelopen contacten die we per e-mail hebben gehad, concludeer ik dat je niet voornemens bent je daaraan te houden. Ik heb je mondeling zowel schriftelijk medegedeeld de huurover-eenkomst te willen beëindigen, mondeling zijn we overeengekomen, maar schriftelijk geef je het verhaal een andere wending. Dat de besluitvorming bij [X] ligt, is een voor mij niet te accepteren stelling. Ik wil je bij deze wijzen op de volgende feiten, die overigens mondeling al zijn medegedeeld:
a. Geluidsoverlast van [X]. De toegestane grens wordt ruim overschreden (…)
c. Lekkages dak. Net als vorige winter hebben we weer op diverse plaatsen lekkages, nu echter niet alleen langs de kanten, maar divers. Dit is vanaf het intreden van de vorst. Groot risico op waterschade aan machines of produkten !! (…)
Mocht het zijn dat je het beëindigen van de huurovereenkomst per 1-1-2011 niet accepteerd, verzoek ik je bij deze om bovenstaande feiten voor deze datum te verhelpen met als prioriteit de geluidsoverlast en de lekkages van het dak. Graag voor as woensdag 1200 uur antwoord aubdaar ik dit dan kan meenemen in onze besluitvorming.
k. Bij e-mail van 21 december 2010 heeft [Y] als volgt gereageerd:
“ Hallo [voornaam contactpersoon eiseres], Hierbij reageer ik op je e-mail van gisteren 20-12-2010.,wat betreft de dak- lekkages deze kan ik pas laten verhelpen net zoals afgelopen jaar als het dak sneeuwvrij is, ik zal van Haperen komende week opdracht geven het dak te herstellen zodra dit mogelijk is gezien de weersomstandigheden! Wat betreft je overige opmerkingen, hier ga ik mee aan de slag en kom daar in een later stadium nog op terug! Van [X] heb ik vandaag via mail vernomen dat ze het pand niet in 2011 kunnen enof willen betrekken, en ben ik genoodzaakt je helaas aan je contract te houden! Mocht na bovenstaande informatie behoefte zijn aan telefonisch overleg kun je mij bereiken op mijn vaste telefoon (…)”
l. In februari 2011 is [Y], gezien de financiële situatie van Fedo, akkoord gegaan met een verlaging van de huurprijs voor Fedo voor het jaar 2011 naar € 1.100,- per maand (exclusief BTW), waarbij tevens is overeengekomen dat partijen uiterlijk in december 2011 een evaluatiegesprek zouden hebben om de voortgang te bespreken. Ook is overeengekomen dat wanneer gedurende de looptijd van de huurovereenkomst [X] het door Fedo gehuurde zou willen huren, Fedo daaraan haar medewerking zal verlenen, waarbij [Y] een opzegtermijn van drie maanden in acht zal nemen.