ECLI:NL:RBBRE:2012:BX1785

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
17 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
725694 ov 12-2656
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klachtbehandeling over beschermingsbewind en leefgeld

In deze zaak heeft de kantonrechter te Bergen op Zoom een klacht behandeld van een rechthebbende over de uitvoering van zijn beschermingsbewind. De rechthebbende, die onder bewind is gesteld bij beschikking van 24 oktober 1996, heeft geklaagd over het feit dat hij te weinig leef- en ontspanningsgeld ontvangt van zijn beschermingsbewindvoerder, de Stichting Beschermingsbewind Meerderjarigen (SBM). De rechthebbende stelt dat hij recht heeft op een hoger bedrag dan de huidige € 350,00 per maand, en dat hij ten onrechte geen vakantiegeld heeft ontvangen. Hij heeft ook aangegeven dat hij al tien jaar niet op vakantie is geweest en graag naar Londen wil gaan tijdens de komende kerstdagen, waarvoor hij ongeveer € 500,00 nodig heeft.

Tijdens de zitting op 17 juli 2012 heeft de kantonrechter de klachten van de rechthebbende besproken. De kantonrechter concludeert dat de beschermingsbewindvoerder, gezien de inkomsten van de rechthebbende en de daaruit te betalen vaste lasten, niet meer leef- en ontspanningsgeld kan verstrekken dan momenteel het geval is. De rechthebbende heeft ter zitting erkend dat hij begrijpt dat zijn financiële situatie het niet toelaat om meer geld te ontvangen zonder in te teren op zijn spaartegoed. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de SBM haar taak als beschermingsbewindvoerder op goede wijze uitvoert en dat de klachten van de rechthebbende ongegrond zijn. De kantonrechter heeft de rechthebbende erop gewezen dat hij binnen drie maanden hoger beroep kan instellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch als hij het niet eens is met deze beslissing.

Uitspraak

[naam en adres]
datum 17 juli 2012
contactpersoon A. de Jong
ons kenmerk 725694 OV VERZ 12-2656
onderwerp [rechthebbende] / Bm.nr: 1161
Geachte heer T. Springeling,
In deze brief behandel ik de klachten die u hebt geuit over de uitvoering van uw beschermingsbewind in uw brief van 16 juni 2012 en van 29 juni 2012.
Bij beschikking van 24 oktober 1996 bent u onder beschermingsbewind geplaatst met benoeming van de Stichting Beschermingsbewind Meerderjarigen, gevestigd te (4661 AA) Halsteren, aan de Hoofdlaan 8, hierna te noemen: SBM, tot uw bewindvoerster.
Deze klachten heb ik om commentaar voorgelegd aan SBM. Namens SBM is schriftelijk gereageerd bij brief van 26 juni 2012.
U hebt de volgende klachten geuit:
1. U wilt in totaal maandelijks € 400,00 aan leef-/ontspanningsgeld ontvangen in plaats van het huidige bedrag van € 350,00.
2. U stelt dit jaar ten onrechte uw vakantiegeld van ca. € 400,00 niet te hebben ontvangen.
3. U stelt al 10 jaar niet meer met vakantie te zijn geweest en u wilt tijdens de komende kerstdagen graag naar Londen. Hiervoor denkt u ongeveer € 500,00 nodig te hebben.
U benadrukt bij uw klachten dat u ongeveer € 22.000,00 op uw spaarrekening heeft staan zodat het volgens u best mogelijk moet zijn om maandelijks wat meer leefgeld te ontvangen.
Uw klachten zijn tijdens de zitting van 17 juli 2012 behandeld in het bijzijn van uw begeleider de heer [X] (verpleegkundige GGZ) en van mw. [Y] namens SBM.
Tijdens deze zitting is aan de orde geweest dat u op dit moment de navolgende bedragen ontvangt:
- 50 euro leefgeld per week, was aanvankelijk 60,00 euro maar dit is verlaagd in verband met de aflossing van uw lening bij uw moeder;
- 100 euro extra per maand waar alle extra’s van betaald moeten worden;
- 50 euro extra per maand ontspanningsgeld.
Derhalve ontvangt u -in totaal- € 350,00 per maand. U heeft dit ter zitting bevestigd.
U hebt ook toegegeven dat in de loop van de jaren meerdere afspraken door/namens SMB met u en uw begeleiding (GGZ) zijn gemaakt over het uitbetalen van leefgeld, in het bijzonder de wijze waarop en hoeveel. Namens SBM wordt benadrukt dat op bovenstaande manier wordt uitbetaald, hetgeen overblijft aan rentebaten, vakantiegeld en uitkering na aftrek van alle vaste lasten. Het jaarlijks te ontvangen vakantiegeld wordt op deze wijze gespreid over het jaar uitbetaald omdat in het verleden is gebleken dat het in één keer uitbetalen van het volledige bedrag aan vakantiegeld niet verstandig is. Dit mede gezien uw medische situatie.
Naast de -ten behoeve van u- te betalen vaste lasten moet u ook nog kosten betalen in verband met reeds genoemde schuld/lening bij uw moeder, een schadevergoeding aan de GGZ en de aanschaf van een fiets. Namens SBM is ter zitting becijferd dat in het eerste halfjaar van 2012 al ongeveer € 2.000,00 is ingeteerd op uw spaartegoed zodat dit tegoed op dit moment nog ongeveer € 18.700,00 bedraagt. SBM benadrukt ook dat op deze wijze niet kan worden doorgegaan met interen op het bestaande spaarsaldo omdat dan na 5 à 6 jaar niets meer over is. SMB wijst hierbij op het feit, dat u pas 45 jaar oud bent en om die reden ook wat gereserveerd moet worden voor later.
U hebt ter zitting erkend, dat u af en toe “domme dingen” doet, zoals de verkoop van aan de GGZ behorende apparatuur, met alle negatieve financiële gevolgen van dien. Voorts blijkt u maandelijks best veel telefoonkosten te maken.
In feite dient alles betaald te worden van uw uitkering (Wajong) van € 938,00 per maand, te vermeerderen met het jaarlijkse vakantiegeld en wat renteopbrengst.
U hebt na bovengenoemde toelichting erkend, dat het financieel niet mogelijk is om uw maandelijks leef-/ontspanningsgeld te verhogen zonder verder in te teren op het spaartegoed.
U hebt aangegeven, dat het te ontvangen bedrag per maand dan maar hetzelfde moet blijven, te weten: een totaal bedrag van € 350,00.
Wel is namens SBM en namens GGZ toegezegd dat zal worden bezien in hoeverre uw wens om naar Londen te gaan kan worden gehonoreerd. Hierbij is meteen aangegeven, dat een dergelijke reis waarschijnlijk alleen onder begeleiding kan plaatsvinden. Dit betekent dat het door u genoemde bedrag van € 500,00 zeker niet toereikend zal zijn. De kosten van deze reis zullen opnieuw een intering op uw spaartegoed betekenen. Gelet op het feit, dat u al zo lang niet meer met vakantie bent geweest, meent de kantonrechter dat hij een toekomstige machtiging in dat verband kan honoreren.
Alles overziend acht de kantonrechter uw klachten ongegrond. SBM kan u niet meer gelden ter beschikking stellen dan zij zelf ten behoeve van u ontvangt. Hierbij gaat het om uw maandelijkse uitkering, het jaarlijkse vakantiegeld en wat renteopbrengst (op uw spaartegoed). Sparen blijkt hierdoor op dit moment niet tot nauwelijks mogelijk. Gelukkig is in het verleden wat gespaard. Voor zover de kantonrechter op dit moment kan beoordelen, voert SBM haar taak als beschermingsbewindvoerder (van u) op goede wijze uit.
Indien u het niet eens bent met de afhandeling van uw klachten, kunt u binnen 3 maanden (door een advocaat) hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.
Een kopie van deze brief zend ik aan SBM en aan de GGZ.
Met vriendelijke groet,
Mr. W.E.M. Verjans
Kantonrechter te Bergen op Zoom.
NKP PAL22/AO 1.0