ECLI:NL:RBBRE:2012:BW6822
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Boerma
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststelling dwangakkoord en toelating schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 21 mei 2012 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarbij [verzoekster] een dwangakkoord wilde vaststellen op basis van artikel 287a van de Faillissementswet (Fw). De verzoekster, vertegenwoordigd door GGN Brabant, had te maken met meerdere schuldeisers, waaronder GGN, die een vordering van € 177.140,25 had. De verzoekster had eerder een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, maar GGN weigerde in te stemmen, omdat de vordering als een fraudevordering werd beschouwd.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De zoon van de verzoekster heeft verklaard dat zijn moeder bereid is om af te betalen op de schuld aan de parochie, maar niet aan GGN, omdat zij alleen rente betaalt zonder aflossing. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoek aangehouden om de verzoekster de kans te geven een substantiële betaling te doen, maar dit is niet tot stand gekomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat een dwangregeling alleen kan worden aangevraagd in combinatie met een verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Aangezien de verzoekster niet aan de voorwaarden voor toelating tot de schuldsaneringsregeling voldeed, kon de rechtbank geen dwangakkoord bevelen. De rechtbank oordeelde dat GGN in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met de schuldregeling, en heeft het verzoek van de verzoekster afgewezen.
De beslissing van de rechtbank is dat het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord wordt afgewezen, en dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.