ECLI:NL:RBBRE:2012:BW6169

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
14 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
717208 ov 12-1900
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en publicatieplicht

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 14 mei 2012 uitspraak gedaan over de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Johannes Albertus Petrus Klijnen, die op 4 april 2012 is overleden. De verzoeksters, Laura Klijnen en Mirthe Klijnen, zijn erfgenamen en hebben verzocht om de opheffing van de vereffening op grond van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering is dat deze niet opweegt tegen de schulden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de kosten van publicatie in de Staatscourant en twee nieuwsbladen niet voorgeschreven hoeven te worden, aangezien de bekendmaking op internet een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het in niemands belang is om kosten te maken voor de wettelijke publicatieplicht, gezien de geringe waarde van de nalatenschap. De reeds gemaakte vereffeningskosten zijn vastgesteld op nihil. De beschikking is bekendgemaakt op rechtspraak.nl/uitspraken, en de griffier zal zorgdragen voor de inschrijving van de opheffing in het boedelregister. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker of andere belanghebbenden.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 717208 OV VERZ 12-1900
beschikking d.d. 14 mei 2012 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
ingediend door:
1. Laura Klijnen, wonende te 4816 BJ Breda, Christiaan Huygensstraat 7,
2. Mirthe Klijnen, wonende te 4614 JS Bergen op Zoom, Noorwegenpad 4,
veroeksters,
erfgenamen in de nalatenschap van:
Johannes Albertus Petrus Klijnen
laatstelijk gewoond hebbende te 4702 AD Roosendaal, Eikenlaan 16,
overleden te Roosendaal op 4 april 2012,
nader te noemen erflater.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
- het op 24 april 2012 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen;
- de notitie van het telefoongesprek d.d. 9 mei 2012 van de griffier, namens verzoeksters wordt meegedeeld dat afgezien wordt van het recht om op het verzoek te worden gehoord.
2. Het verzoek
2.1 Verzoeksters, erfgenamen van erflater, zijn vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap van erflater en verzoeken op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening, vanwege de geringe waarde van de baten van de nalatenschap.
2.2 Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.
2.3 Verzoeksters hebben afgezien van verhoor door de kantonrechter.
3. De beoordeling
3.1 De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de waarde van
de baten van de nalatenschap zodanig gering is, dat er - gelet op de waarde van de schulden -
aanleiding is om de opheffing van de vereffening te bevelen.
3.2 De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er vrijwel geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoekers zullen daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
3.3 De reeds gemaakte vereffeningskosten worden vastgesteld op nihil.
3.4 De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.
4. De beslissing
De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater;
- stelt de reeds gemaakte vereffeningskosten vast op NIHIL;
- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op rechtspraak.nl/uitspraken;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.J.H. Goossens, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 mei 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's Hertogenbosch.