ECLI:NL:RBBRE:2012:BW4985
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van ondercuratelestelling wegens verbale bedreigingen en gebrek aan medewerking
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 3 mei 2012 een beschikking gegeven betreffende de opheffing van de ondercuratelestelling van een curandus. De curandus, die onder bewind was gesteld sinds 14 januari 2008 en later onder curatele is geplaatst, vertoonde ernstig agressief verbaal gedrag richting zijn curatrice, Cornelia Goverdina Maria van der Maas. Dit gedrag leidde tot een situatie waarin de curatrice zich genoodzaakt voelde om afzonderlijk te worden gehoord tijdens de zitting. Ondanks herhaalde oproepen is de curandus niet verschenen en heeft hij geen schriftelijke reactie gegeven op het verzoek tot opheffing van zijn curatele.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de curandus niet in staat is om zijn belangen te behartigen en dat zijn geestelijke en verslavingsproblematiek niet adequaat kan worden aangepakt zonder stabilisatie. De rechter benadrukt dat het belang van de gemeenschap en de noodzaak tot behandeling op een gegeven moment zwaarder wegen dan het recht op zelfbeschikking van de curandus. De curatrice heeft aangegeven dat de huidige situatie niet houdbaar is en dat de curandus steeds verder afglijdt in zijn problemen, wat leidt tot onherstelbare schade.
De kantonrechter heeft besloten om de ondercuratelestelling op te heffen met ingang van 1 juni 2012, zodat de curatrice de tijd heeft om de curatele administratief af te wikkelen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de curatrice is verplicht om deze uitspraak binnen tien dagen te publiceren in de Staatscourant. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.