ECLI:NL:RBBRE:2012:BV8732
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet voldoen griffierecht door niet-natuurlijk persoon
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 13 februari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen B.V. en de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. Het beroep van de belanghebbende werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet was voldaan. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheid dat de bestuurder van een voertuig altijd een natuurlijk persoon is, niet betekent dat het griffierechttarief voor natuurlijke personen van toepassing is. Aangezien de procedure betrekking had op een niet-natuurlijk persoon, was het griffierecht van € 302 verschuldigd op basis van artikel 27b, eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).
De rechtbank wees de grief van de belanghebbende af dat het griffierecht in geen verhouding staat tot de hoogte van de naheffingsaanslag. De hoogte van het griffierecht is niet afhankelijk van het financiële belang van de zaak. De rechtbank concludeerde dat er geen concrete situatie was die matiging van het griffierecht rechtvaardigde, aangezien de belanghebbende niet had aangetoond dat de heffing van het griffierecht de toegang tot de rechter zou belemmeren.
De rechtbank stelde vast dat de belanghebbende op de hoogte was gesteld van de verschuldigdheid van het griffierecht en dat de termijn voor betaling was verstreken. De rechtbank concludeerde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, M.H.A. de Graaf.