3.1. Met goedvinden van partijen neemt de voorzieningenrechter in dit kort geding kennis van het procesdossier uit het eerdere kort geding dat leidde tot het vonnis van 23 november 2011 (zaaknummer 241748 / KG ZA 11-597). Dat dossier vormt daardoor mede onderdeel van het huidige procesdossier. Bij een eventueel hoger beroep dienen partijen het Gerechtshof dus van beide dossiers te voorzien. De voorzieningenrechter verwijst naar de feiten zoals opgenomen in voormeld vonnis. Bij voormeld vonnis heeft de voorzieningenrechter onder meer het volgende overwogen en bevolen:
“(…)
4.7. Vast staat dat Addictioncare per verzekerde veel uren verslavingszorg verleent. Haar stelling dat een behandeling gemiddeld bestaat uit 45 dagen en gemiddeld 5,5 uur per dag omvat is door CZ niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist. Vast staat ook dat de NZa voor zorg aan alcohol verbonden stoornissen en aan overige middelen verbonden stoornissen tarieven heeft vastgesteld, waaronder voor een behandeling van 12.000 tot 18.000 minuten een bedrag van circa EURO 25.000,--. Daaruit volgt dat voor verslavingszorg in deze gevallen een behandeling van een dergelijke omvang, zoals het traject van 45 dagen met gemiddeld 4,5 uur behandeling per dag, door de NZa is toegestaan en voor vergoeding in aanmerking komt. Van belang is voorts dat verslavingszorg behoort tot de (verplichte) basisverzekering.(…)
4.10. Tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders bestaat een bijzondere relatie, ook indien zij geen overeenkomst
hebben gesloten, omdat zij aan elkaar zijn overgeleverd en de een niet zonder de ander kan. Voor beide partijen brengt dit
bijzondere verplichtingen en verantwoordelijkheden met zich mee. De voorzieningenrechter oordeelt dat CZ, door zonder
direct overtuigende deugdelijke reden niet langer over te gaan tot volledige betaling (75-100%) zoals tot nu toe gebruikelijk
was, zich niet gedraagt overeenkomstig deze verantwoordelijkheid en onrechtmatig handelt. (…)
4.12. CZ heeft toegezegd dat zij aan een eventuele veroordeling zal voldoen, zodat het niet nodig is om daaraan een dwangsom te verbinden. Gelet op deze toezegging gaat de voorzieningenrechter er vanuit dat CZ binnen de kortst mogelijke termijn gevolg zal geven aan de uit te spreken bevelen en is de oplegging van een dwangsom of het verbinden van een termijn aan uit te spreken bevelen niet nodig.(…)
6.1. beveelt CZ om de door Addictioncare reeds ingediende evenals de nog in te dienen declaraties ter zake verleende ambulante zorg op de tot voor kort gebruikelijke voet aan Addictioncare te vergoeden(…)”
- Bij brief van 13 december 2011 heeft CZ Addictioncare onder meer het volgende medegedeeld:
“(…)
CZ heeft met uw instelling geen overeenkomst gesloten voor geneeskundige geestelijke gezondheidszorg ten behoeve van onze verzekerden, die van Delta Lloyd en van OHRA. Dit betekent dat als een verzekerde zich tot uw instelling wendt, die verzekerde aanspraak kan maken op een vergoeding ten laste van de zorgverzekering. In onze polisvoorwaarden moeten wij aangeven hoe die vergoeding berekend wordt. Teneinde uw instelling in de gelegenheid te stellen verzekerden goed te informeren, stellen wij het op prijs u rechtstreeks op de hoogte te brengen van het beleid dat CZ voor 2012 voert. Dit beleid kan ook voor uw instelling zelf van belang zijn indien uw instelling vorderingen van verzekerden overneemt.
DBC’s die betrekking hebben op verslavingszorg met een openingsdatum vanaf 1 januari 2012 vallen onder de polisvoorwaarden 2012 van onze verzekerden, Dit betekent dat de restitutievergoeding gebaseerd is op het marktconforme tarief. Dat is het tarief dat CZ gemiddeld heeft gecontracteerd voor verslavingszorg. CZ heeft het gemiddelde tarief voor verslavingszorg volgens de polisvoorwaarden 2012 vastgesteld op maximaal EURO 5.000,- per verzekerde voor een ambulante behandeling, dit wil zeggen: voor een behandeltraject zonder verblijf, en maximaal EURO 24.000,- per verzekerde voor een klinische behandeling, dat wil zeggen een behandeling met één of meerdere overnachtingen.
Bij een restitutiepolis, zoals de CZ Zorgkeuzepolis is de vergoeding 100% van de hiervoor genoemde bedragen (EURO 5.000,- en EURO 24.000,-).
Bij een naturapolis, zoals de CZ Zorg-op-maatpolis, worden de kosten vergoed tot een maximum van 75% van deze bedragen (respectievelijk EURO 3.750,- en EURO 18.000,-).
De vergoedingen hebben betrekking op zorg verzekerd op grond van de Zorgverzekeringswet. Extra (verblijf)kosten die te maken hebben met faciliteiten, service of dienstverlening die geen onderdeel uitmaken van de genoemde zorg, komen niet voor vergoeding in aanmerking.