ECLI:NL:RBBRE:2012:BV1970
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herroeping van een vonnis in een civiele procedure met betrekking tot betalingsachterstand
In deze zaak heeft de kantonrechter te Bergen op Zoom op 25 januari 2012 uitspraak gedaan in een herroepingsprocedure. Eiser, wonende te Bergen op Zoom, heeft de herroeping van een eerder vonnis van 9 februari 2011 gevorderd, waarin hij was veroordeeld tot betaling aan Essent Retail Energie B.V. van een bedrag van € 726,58, vermeerderd met wettelijke rente. Eiser stelde dat hij na het vonnis schriftelijke bevestigingen van Essent had ontvangen, waaruit zou blijken dat er geen betalingsachterstand was. Deze bevestigingen waren volgens hem van beslissende aard en zouden de uitkomst van de eerdere uitspraak hebben beïnvloed.
Essent, de gedaagde, voerde verweer en stelde dat de brieven die door eiser in het geding waren gebracht, betrekking hadden op een andere persoon, namelijk [X], en niet op eiser zelf. Essent betoogde dat eiser wel degelijk een betalingsachterstand had en dat de herroeping van het vonnis niet gegrond was. De kantonrechter heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen.
De kantonrechter oordeelde dat de brieven van Essent niet konden worden aangemerkt als 'stukken van beslissende aard' in de zin van artikel 382 sub c Rv. De rechter concludeerde dat, zelfs als deze stukken eerder bekend waren geweest, de uitspraak van 9 februari 2011 niet anders zou zijn uitgevallen. Daarom werd de vordering tot herroeping afgewezen en werd eiser veroordeeld in de kosten van de procedure. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige en juiste indiening van bewijsstukken in civiele procedures.