ECLI:NL:RBBRE:2012:5481
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis verzoek tussentijds hoger beroep toegestaan in civiele zaak
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Breda, is op 29 augustus 2012 een tussenvonnis uitgesproken in het kader van een verzoek om tussentijds hoger beroep. De eiseres in conventie, die tevens verweerster in reconventie is, heeft verlof gevraagd om hoger beroep in te stellen tegen een eerder vonnis van 18 juli 2012. Dit verzoek is gedaan omdat zij het niet eens is met de overweging in dat vonnis, waarin werd gesteld dat bij de berekening van de in rekening te brengen parkkosten onderscheid moet worden gemaakt tussen leden en niet-leden van de vereniging. De kantonrechter had in het tussenvonnis van 18 juli 2012 gevraagd om een nadere onderbouwing van de parkkosten over de jaren 2009 tot en met 2011 voor de gedaagden in conventie, die als niet-leden worden beschouwd. De eiseres betoogt dat deze onderbouwing overbodig is, indien er geen onderscheid gemaakt hoeft te worden tussen leden en niet-leden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er in dit geval redenen van doelmatigheid zijn die het verlenen van het gevraagde verlof rechtvaardigen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor akte van de kant van de eiseres in conventie, zoals nader in de beslissing is verwoord. De beslissing om het verlof te verlenen is genomen in zowel conventie als reconventie, en de zaak is gepland voor verdere behandeling op 24 april 2013.