Uitspraak
RECHTBANK BREDA
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
- [eiser] is eigenaar van de woning aan de [adres eiser]. Bij die woning heeft hij een garagebox, gelegen aan de [adres garagebox eiser], betrokken, welke hij heeft verbouwd tot keuken en bijkeuken.
- De naastliggende garagebox ([adres garagebox gedaagde]) is in eigendom van [gedaagde], die deze box verhuurt.
- [eiser] heeft in de keuken en bijkeuken last van vochtproblemen.
- Op verzoek van [gedaagde] heeft [bedrijf 1] te Breda (“[bedrijf 1]”) een onderzoek verricht op 25 augustus 2011. Naar aanleiding van dit onderzoek is door [bedrijf 1] op 13 september 2011 een rapport opgemaakt met als doel: “
- Volgens dit rapport was ten tijde van het onderzoek het plafond in de keuken van [eiser] gestript vanwege een lekkage(s) en was er tevens schade aan de wanden in de keuken.
- Het rapport vermeldt voorts onder meer: “
- De conclusie van vermeld rapport luidt: “
- Op verzoek van [eiser] heeft (ook) [naam bedrijf ingeschakeld door eiser] v.o.f. te Breda (nader “[naam bedrijf ingeschakeld door eiser]”) onderzoek verricht naar de (oorzaak van de) door [eiser] ondervonden vochtproblemen in de keuken en bijkeuken.
- Het op 8 november 2011 gedateerde rapport van [naam bedrijf ingeschakeld door eiser] vermeldt onder meer het volgende:
- [naam bedrijf ingeschakeld door eiser] heeft (het herstel van) de zichtbare (vocht)schade begroot op € 2.430,87.
- In oktober 2011 is in opdracht van [gedaagde] de dakbedekking van haar garagebox ([adres garagebox gedaagde]) vernieuwd.
-weliswaar gericht aan de deurwaarder, die de dagvaarding aan haar heeft betekend, maar (uiteindelijk) ter griffie van deze rechtbank ingekomen op 28 juni 2012- gereageerd op de (stellingen bij) dagvaarding. De brief van [gedaagde] is ter rolle van 18 juli 2012 aangemerkt als conclusie van antwoord. In haar antwoord maakt [gedaagde] gewag van de bevindingen van het door haar ingeschakelde expertisebureau [bedrijf 1], waarbij zij tevens is overgegaan tot overlegging van het rapport van dit expertisebureau van 13 september 2012. De overlegging van bedoeld rapport en de verwijzing naar de bevindingen van [bedrijf 1], waarachter [gedaagde] zich kennelijk schaart, laten zich moeilijk anders begrijpen, dan als (inhoudelijk) verweer tegen de door [eiser] ingestelde schadevordering. Daarbij komt nog, dat [gedaagde] tevens ten verwere heeft aangevoerd, dat zij nooit enige klacht van haar huurder(s) heeft ontvangen.
4.De beslissing
dinsdag 8 januari 2013 om 10.30 uurin het gerechtsgebouw aan de Zuid-Oostsingel 41 in Bergen op Zoom;