Uitspraak
RECHTBANK BREDA
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 december 2012 in de zaak tussen
[bedrijf],
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats], verweerder,gemachtigden: [gemachtigde 1] en [gemachtigde 2].
[belanghebbende 1] en[belanghebbende 2], te [plaats], gemachtigde [gemachtigde 3].
Procesverloop
Overwegingen
Volgens vaste jurisprudentie van de AbRS vloeit uit artikel 1.6 van de Invoeringswet voort, dat wanneer vóór 1 oktober 2010 met betrekking tot een activiteit als bedoeld in de Wabo een beschikking tot toepassing van handhavingsmiddelen is gegeven, of een daartoe strekkende aanvraag is afgewezen, op de verdere besluitvorming en de bezwaar- en beroepsprocedures het recht zoals dat vóór 1 oktober 2010 luidde van toepassing blijft (onder meer de uitspraak van 3 oktober 2012, LJN: BX8972). Hierbij is de datum waarop het eerste (primaire) besluit over de handhaving wordt genomen, bepalend.
7 december 2011 heeft overwogen, heeft de provincie het standpunt met betrekking tot de reactieve aanwijzing slechts op de zitting gewijzigd. Van intrekking van deze aanwijzing is niet gebleken.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift tegen het primaire besluit met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 302,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 874,-, te betalen aan eisers.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 december 2012.