Uitspraak
RECHTBANK BREDA
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 januari 2012 in de zaken tussen
Tilburg, eiser sub 1,
Waalwijk, eiser sub 2,
Loon op Zand, eiser sub 3,
Heusden, eiser sub 4,
de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Staatsblad2010, nummer 78) is het macrobudget voor in-komensbescherming met activering voor 2010 definitief vastgesteld op een bedrag van in totaal € 7.291.620.000,-. Uit de gedingstukken en de behandeling ter zitting blijkt dat dit bedrag is berekend aan de hand van het bestuursakkoord ‘Samen aan de slag’ (bestuurs-akkoord), dat in juni 2007 tussen het Rijk en de gemeenten is gesloten.
Tractatenblad1987, nummer 63), en overigens ook met artikel 69, tweede lid, van de WWB.
Staatsblad1990, nummer 546). In zoverre verwijst zij met name naar de aan de Tweede Kamer gerichte memorie van antwoord inzake het ontwerp van de Goed-keuringswet (
HandelingenII 1988-1989, 20 586, nummer 9, bladzijde 3).
HandelingenII 1987-1988, 20 586, nummer 1, bladzijde 7) over artikel 9 van het Handvest is opgemerkt. Daaruit kan worden afgeleid dat het eerste lid alleen ziet op de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en niet ook op specifieke uitkeringen ter uitvoering van medebewindstaken zoals verlening van bijstandsuitkeringen. Verder is uitdrukkelijk gesteld dat specifieke uit-keringen aan gemeentebesturen niet per definitie kostendekkend hoeven te zijn, onder verwijzing naar de manier waarop het Rijk kosten voor bijstandsverlening aan gemeente-besturen vergoedt.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- verklaart de bezwaren van eisers tegen de verleningsbeschikkingen en de voorschot-beschikkingen ongegrond;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 302,- aan eisers sub 1 tot en met sub 3 te vergoeden;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 302,- aan eiser sub 4 te vergoeden
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers sub 1 tot en met sub 3 tot een be-drag van € 655,50;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser sub 4 tot een bedrag van € 655,50.